Download Print deze pagina

BRP can-am OUTLANDER MAX 400 2008 Gebruikershandleiding pagina 46

Advertenties

RIJDEN MET UW VOERTUIG
Om ten volle te kunnen genieten van
een aangename en boeiende rit met
uw voertuig MOET u enkele basisre-
gels en tips in acht nemen. Sommi-
ge regels zullen nieuw zijn voor u, en
sommige zijn vanzelfsprekend en be-
rusten op gezond verstand. We vra-
gen u echter even de tijd te nemen
om deze Gebruikershandleiding hele-
maal te lezen alvorens uw voertuig in
gebruik te nemen.
De informatie in deze Gebruikershand-
leiding is beperkt. We raden u aan, bij-
komende informatie in te winnen en
een opleiding te volgen bij de plaat-
selijke overheden, ATV-clubs of een
erkende ATV-opleidingsorganisatie of
contact op te nemen met uw Can-Am
dealer.
Enkel VSA en Canada: Voor informa-
tie over beschikbare rijopleidingen in
uw buurt kunt u bellen naar het Speci-
alty Vehicle Institute of America (SVIA)
op 1 800 877-2887 of in Canada naar
de Canada Safety Council (CSC) op 1
613 739-1535 toestel 227.
De U.S. Consumer Product Safety
Commission en alle ATV-fabrikanten
raden af, personen van jonger dan 16
te laten rijden met ATV's met een mo-
tor van meer dan 90 cc. De passagier
moet minstens 12 jaar zijn en in staat
zijn om zijn voeten op de voetsteunen
te zetten en met zijn handen de hand-
grepen vast te houden terwijl hij op dit
voertuig zit. Voor de veiligheid van uw
kinderen vragen we u met aandrang,
deze aanbeveling te respecteren en
af te dwingen. U kunt als enige echt
oordelen over het vermogen van een
bestuurder om de risico's in te schat-
ten en veilig met het voertuig te rijden.
Personen met een verstandelijke of li-
chamelijke handicap die grote risico's
nemen, lopen meer kans om te kan-
telen en ernstige of dodelijke verwon-
dingen op te lopen.
__________
44
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Neem rustig de tijd om alle bedie-
ningselementen en de algemene
besturing van het voertuig te leren
kennen, alvorens op offroad-avontuur
te vertrekken. Oefen het rijden in een
geschikte omgeving zonder gevaren
en leer de respons van elk bedienings-
element kennen. Rijd traag. Voor ho-
gere snelheden heeft u meer ervaring,
kennis en goede rij-omstandigheden
nodig.
Wanneer u met een passagier rijdt
heeft dit een grote invloed op de
besturing van uw voertuig, de sta-
biliteit en de remafstand. Matig uw
snelheid altijd wanneer u een passa-
gier meeneemt. Voorzie een langere
remafstand.
Niet alle voertuigen zijn gelijk. Elk
voertuig heeft een heel eigen rijge-
drag, specifieke bedieningselemen-
ten en kenmerken. Elk voertuig rijdt
anders en wordt anders bestuurd.
Ga er nooit van uit dat het voertuig
overal veilig zal geraken. Door onver-
wachte terreinveranderingen, zoals
putten, laagtes, glooiingen, zachtere
of hardere "grond" of andere onregel-
matigheden kan het voertuig kantelen
of onstabiel worden. Rijd traag en
observeer altijd het terrein voor u om
dit te voorkomen. Dreigt het voertuig
toch de kantelen of om de kippen, dan
kunt u beter onmiddellijk afstappen,
WEG van de richting waarin het voer-
tuig kantelt!
__________

Advertenties

loading