Inhoudsopgave
Advertenties
BEDRIJFSMODI
Alleen modellen met 2 toetsen-
panelen
1.
De knop OK indrukken wan-
neer SKI-pictogram knippert.
2.
Selecteer de geleidelijke toe-
name voor ski met de pijlen
OMHOOG en OMLAAG. Ge-
leidelijke toename 1 levert de
traagste acceleratie op.
OPMERKING: De geleidelijke toe-
name van de acceleratie gedraagt
zich wellicht anders afhankelijk van
het voertuigtype, de voertuigbelas-
ting en de omstandigheden op het
water. Vanwege veiligheidsredenen
moet u altijd beginnen met geleide-
lijke toename nummer 1 om de
skiër te laten wennen aan de acce-
leratie; vervolgens kunt u de toena-
me zoals gewenst wijzigen.
3.
Druk op OK of de pijl naar
RECHTS om de geleidelijke
toename van de acceleratie
te bevestigen.
4.
Selecteer de maximale doel-
snelheid met behulp van de
pijl OMHOOG of OMLAAG.
5.
Druk op OK of de pijl naar
RECHTS om te bevestigen.
OPMERKING: U kunt op elk mo-
ment de pijlknoppen LINKS en
RECHTS gebruiken om de selectie
van de geleidelijke toename en de
snelheid te wijzigen.
6.
Na uw keuze en wanneer u
klaar bent, drukt u op OK om
de functie te activeren.
OPMERKING: De MODUS blijft
actief en gereed tot een andere rij-
modus wordt gekozen.
96
Skimodus deactiveren
Om een skironde te beëindigen en
de skimodus volledig te deactive-
ren, laat u de gas helemaal los naar
stationair en drukt dan op de MO-
DE-knop (modus).
Leersleutelmodus
De leersleutel biedt een vaarmodus
aan waarop motorvermogen en
snelheid beperkt zijn.
Er zijn 5 snelheidsinstellingen be-
schikbaar.
Standaard is de snelheid ingesteld
op nr. 1.
Zie 4,5" DIGITALE DISPLAY voor
de afstelling.
Advertenties
Inhoudsopgave
