BEDRIJFSMODI
lichtje MODUS snelheidsregeling
branden. De snelheidsbeperkende
functie blijft dan actief totdat de
gashendel volledig wordt losgela-
ten, waarna het indicatorlichtje
MODUS snelheidsregeling uitgaat.
Trage-snelheidsmodus
De iTC (intelligent Throttle Control)
maakt ook een trage-snelheidsmo-
dus mogelijk waarmee de bestuur-
der de stationaire snelheid kan
aanpassen en instellen. Dat is nut-
tig bij varen in lage-snelheidszones,
waar de bestuurder hard moet op-
passen om potentiële obstakels te
vermijden.
Als u optrekt naar meer dan onge-
veer 15 km/h, wordt de lage-snel-
heidsmodus
gedeactiveerd
schakelt de motor terug naar het
stationaire toerental wanneer u de
gashendel loslaat.
In situaties waarin de bestuurder
snel moet kunnen stoppen of op-
trekken uit een gevaarlijke situatie
zal het intrekken van de iBR-hendel,
of het intrekken van de gashendel
de trage-snelheidsmodus deactive-
ren en de bestuurder de normale
controle over de waterscooter te-
ruggegeven.
Voorwaarden voor activering van
de trage-snelheidsmodus
De trage-snelheidsmodus kan geac-
tiveerd worden wanneer het vaar-
tuig langzamer gaat dan 15 km/h.
OPMERKING: De trage-snelheids-
modus is niet beschikbaar indien
de modus snelheidsbegrenzer is
ingeschakeld.
Trage-snelheidsmodus activeren
De trage-snelheidsmodus active-
ren:
1. Laat de gashendel los op het
stationaire toerental.
94
2. Druk op de knop SPEED CON-
TROL (snelheidsregeling) op het
linker toetsenpaneel.
1. Knop snelheidsregeling
Het indicatorlichtje snelheidsrege-
ling gaat branden op de multifuncti-
onele display om activering aan te
duiden.
en
TYPISCH
Een schuivende melding verschijnt
op de multifunctionele display die
aangeeft dat u zich nu in de trage-
snelheidsmodus bevindt.
De standaard trage-snelheidsinstel-
ling van 5 wordt weergegeven op
de numerieke display.
Ingestelde trage snelheid
veranderen
Om het instelpunt voor trage snel-
heid te verhogen of verlagen,
drukt u een- of meermaals op de