BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
van de motor of het gebruik van de
iBR-hendel. De automatisch bewe-
gende poort kan vingers of tenen
klemmen van mensen die zich
vasthouden achteraan uw water-
scooter.
De bestuurder en passagier(s)
moeten goed neerzitten en zich
stevig vasthouden voordat u de
waterscooter start, en ze moeten
altijd blijven zitten als de waterscoo-
ter in beweging is. Alle passagiers
moeten zich vasthouden aan de
voorziene handgrepen of aan het
middel van de persoon voor hen.
Bij een goede zitpositie moet iede-
re passagier de beide voeten tege-
lijk stevig vlak op elke voetsteun
kunnen houden. Als u over golven
vaart, kunnen de passagier(s) hun
lichaam iets van de zitting opheffen
om de schokken met hun benen
op te vangen.
Als wordt geremd of vertraagd,
moeten de opvarenden zich schrap
zetten tegen de vertragingskracht,
zodat ze op de waterscooter niet
naar voren schuiven en het even-
wicht verliezen.
Trek altijd geleidelijk op met een
waterscooter wanneer u een pas-
sagier meeneemt, zowel bij het
vertrek als onderweg. Als u snel
optrekt, kan uw passagier zijn
evenwicht verliezen en achter-
waarts van de waterscooter vallen.
Verwittig uw passagier(s) altijd
vooraf of laat hen voldoende tijd
om te anticiperen voordat u fors
optrekt.
Water dat met grote kracht door li-
chaamsopeningen wordt geperst,
bijvoorbeeld door valpartijen in het
water of door te dicht bij de straal-
buis te komen, kan ernstig inwen-
dige letsel veroorzaken. Daarom is
het dragen van een wetsuit-onder-
stuk stellig aanbevolen.
Blijf uit de buurt van het inlaatroos-
ter als de motor draait. Lang haar,
16
loshangende kleding of de riemen
van een reddingsvest kunnen in
bewegende delen verstrikt raken.
Als de gashendel wordt ingedrukt
tijdens het remmen, negeert het
iBR-systeem het gashendelcom-
mando van de bestuurder. Als de
iBR-hendel wordt losgelaten terwijl
de gashendel nog is ingedrukt,
neemt het gashendelcommando
opnieuw de controle over en volgt
kort daarna een versnelling. Laat
de gashendel los als versnellen
onnodig is.
Zorg voordat u aan boord gaat dat
de motor stilligt en het bindsnoer
uit de motoruitschakelaar is geno-
men.
Om onopzettelijk starten te voorko-
men dient u het bindsnoer los te
koppelen van de motoruitschake-
laar wanneer zwemmers aan boord
komen of in de buurt zijn en terwijl
u wier of afval van het inlaatrooster
verwijdert.
Steek bij het varen met een water-
scooter nooit uw voeten en benen
in het water om te helpen draaien.
Besturing door minderjarigen
Minderjarigen mogen alleen een
waterscooter besturen onder toe-
zicht van een volwassene. De
wetgeving inzake de minimumleef-
tijd en vereiste kwalificaties voor
minderjarigen kan per rechtsgebied
verschillen. Neem zeker contact op
met de bevoegde plaatselijke in-
stanties voor informatie over het
wettelijke gebruik van de water-
scooter in het rechtsgebied waar
u wilt varen. BRP beveelt een mini-
mumleeftijd van 16 jaar aan voor
bestuurders.
Drugs en alcohol
Bestuur de waterscooter nooit on-
der invloed van alcohol of drugs.
Net als bij een auto moet de be-
stuurder nuchter, waakzaam en
alert zijn om een waterscooter te
VEILIGHEIDSINFORMATIE