Opnamen bewerken en verwerken
De opnamegrootte wijzigen
u Let op
• U kunt het formaat van opnamen alleen wijzigen of opnamen
alleen bijsnijden als de opnamen met deze camera zijn gemaakt.
• Opnamen waarvan het formaat is gewijzigd of opnamen die
al tot de minimale bestandsgrootte zijn uitgesneden, kunnen
4
niet worden verwerkt.
De opnameresolutie wijzigen
Wijzigt de opnameresolutie van de geselecteerde opname,
en slaat deze op als een nieuw bestand.
1
Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
2
Selecteer [Formaat wijzigen] in het weergavepalet.
Het scherm verschijnt waarin de opnameresolutie kan
worden geselecteerd.
3
Gebruik CD om de
opnameresolutie te
selecteren en druk op E.
U kunt een opnamegrootte
kiezen dat kleiner is dan dat van
de originele opname.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
4
Selecteer [Opslaan] en druk op E.
96
Een deel van de opname uitsnijden
Snijdt alleen het gewenste gebied van de geselecteerde
opname uit, en slaat dit op als een nieuw bestand.
1
2
3
4
Annul.
Annul.
OK
OK
5
Geef in de enkelbeeldweergave de opname weer
die u wilt bewerken.
Selecteer [Bijsnijden] in het weergavepalet.
Het uitsnijkader wordt weergegeven waarmee u de grootte
en positie bepaalt van het gebied dat u wilt uitsnijden.
Bepaal met behulp van het
uitsnijkader de grootte en
positie van het gebied dat
u wilt uitsnijden.
Beschikbare bedieningshandelingen
R
Wijzigt de grootte van het uitsnijkader.
ABCD
Verplaatst het uitsnijkader.
G
Wijzigt de verhoudingen of de instelling
van de beeldrotatie.
Roteert het uitsnijkader (alleen wanneer
M
mogelijk).
Druk op E.
Het scherm verschijnt waarin de opslag wordt bevestigd.
Selecteer [Opslaan] en druk op E.
3456x2304
3456x2304