7
Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
8
Maak de opnamen.
Nadat opnamen zijn gemaakt, keert de camera terug naar
de standby-stand.
t Memo
• De bracketwaarde kan worden ingesteld in stappen van
1/3 LW of 1/2 LW volgens de instelling die is gekozen
bij [1 LW-stappen] in menu E1.
• De volgende instellingen voor Bracketing kunnen worden
ingesteld in menu E2.
9 Volgorde bracketing
10 Bracketing-in-één
• Wanneer [Bracketwaarde] wordt toegewezen aan het
functiewiel, kunt u de bracketingwaarde wijzigen door
de Smart-functie te gebruiken. (p.21, p.117)
Wijzigt de opnamevolgorde van
opnamen.
Maakt alle opnamen door de
sluiter éénmaal te ontspannen.
Bracketing scherptediepte
U kunt drie opeenvolgende opnamen maken met verschillende
diafragmawaarden zonder de belichting te veranderen.
Deze functie is niet beschikbaar in de stand J.
1
Selecteer x in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2
Gebruik CD om x of y te selecteren.
x
Bracketing
y
Bracketing + Zelfontspanner
Ga verder naar stap 6 wanneer x is geselecteerd.
3
Druk op G.
4
Selecteer een
zelfontspannerstand.
5
Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
Bracketing scherptediepte
Bracketing scherptediepte
3
1.0
1.0
+
+
Annul.
Annul.
Reset
Reset
OK
OK
Bracketing scherptediepte
Bracketing scherptediepte
Zelfontspanner
Zelfontspanner
Annul.
Annul.
OK
OK
75