Actief AF-gebied
1
Draai aan R terwijl u op
b drukt.
Detecteert en traceert gezichten
van mensen.
Gezichts-
e
Het detectiekader voor het
herkenning
belangrijkste gezicht voor AF en AE
wordt in geel weergegeven.
Volgt het onderwerp dat scherp
is gesteld.
f Traceren
De sluiter kan zelfs worden
ontspannen als het onderwerp niet
scherp is.
Het scherpstelgebied wordt ingesteld
op het gewenste gebied.
De sensor is verdeeld in 35 gebieden
Meerdere
(7 horizontaal bij 5 verticaal), en u kunt
0
AF-punten
kiezen uit een breder of smaller
scherpstelgebied door gebruik te
maken van 1, 9, 15, 25 of 35 van die
35 beschikbare gebieden.
Stelt het scherpstelgebied in op basis
h Selecteren
van het aantal pixels.
Stelt het scherpstelgebied in op een
i Spot
beperkt gebied van het midden.
Kies uit [Meerdere AF-punten], [Selecteren] of [Spot]
in de stand C.
Ga verder naar stap 2 wanneer [Meerdere AF-punten]
of [Selecteren] is geselecteerd.
2
Druk op E en houd deze ingedrukt.
3
Gezichtsherkenning
Gezichtsherkenning
1/
1/
2000 F2.8
2000
F2.8
1600
1600
9999
9999
4
t Memo
• In de stand R is [Actief AF-gebied] vast ingesteld op
• U kunt de stand 'AF-gebied wijzigen' instellen als de functie
Selecteer het AF-gebied.
Gebruik het kader dat op de
monitor verschijnt om de positie
en grootte van het AF-gebied te
wijzigen.
Beschikbare bedieningshandelingen
Wijzigt de positie van het AF-gebied.
ABCD
Vergroot/verkleint de grootte van het
R
AF-gebied (als [Meerdere AF-punten]
is geselecteerd).
M
Zet het AF-gebied terug naar het
midden.
Druk op E.
Het AF-gebied wordt ingesteld.
[Gezichtsherkenning].
van de pijltoetsen met X, Y of Z, in plaats van E
ingedrukt te houden. (p.114) Wanneer [AF-gebied wijzigen]
is toegewezen aan X, Y of Z, wordt de bediening door
E ingedrukt te houden uitgeschakeld.
OK
OK
3
71