6
Gebruik R om de bracketingvolgorde
en bracketingwaarde in te stellen.
Beschikbare bedieningshandelingen
R naar rechts
3
R naar links
M
7
Druk op E.
De camera keert terug naar de standby-stand.
8
Maak de opnamen.
Maakt drie opnamen door de sluiter éénmaal te
ontspannen.
De camera keert terug naar de standby-stand.
t Memo
• De bracketwaarde kan worden ingesteld in stappen van
1/3 LW of 1/2 LW volgens de instelling die is gekozen
bij [1 LW-stappen] in menu E1.
u Let op
• Wanneer u een objectief gebruikt met een positie 9, kan
[Bracketing scherptediepte] niet worden geselecteerd als de
diafragamring op een andere positie dan 9 wordt ingesteld.
76
Maakt opnamen met kleinere
diafragma's (grotere f-getallen)
dan de huidige instelling.
Maakt opnamen met grotere
diafragma's (kleinere f-getallen)
dan de huidige instelling.
Stelt de instelwaarde terug naar
de standaardinstelling.
Bracketing beweging
U kunt drie opeenvolgende opnamen maken aan verschillende
sluitertijden zonder de belichting te veranderen.
Deze functie is niet beschikbaar in de stand u.
1
Selecteer u in het scherm
van de transportstand en
druk op B.
2
Gebruik CD om u of v te selecteren.
u
Bracketing
v
Bracketing + Zelfontspanner
Ga verder naar stap 6 wanneer u is geselecteerd.
3
Druk op G.
4
Selecteer een
zelfontspannerstand.
5
Druk op E.
Het scherm van stap 1 verschijnt opnieuw.
6
Gebruik R om de bracketingvolgorde
en bracketingwaarde in te stellen.
Bracketing beweging
Bracketing beweging
1.0
1.0
+
+
Annul.
Annul.
Reset
Reset
OK
OK
Bracketing beweging
Bracketing beweging
Zelfontspanner
Zelfontspanner
Annul.
Annul.
OK
OK