Tik op een item en selecteer een
waarde in de lijst.
4
Wanneer de focusmethode is ingesteld op v,
5
tik dan in het beeld van de Live weergave op een
gebied waar u autofocus wilt uitvoeren.
Autofocus wordt uitgevoerd op de aangetikte positie.
5
Tik op de ontspanknop.
De gemaakte opname wordt getoond als een miniatuur.
u Let op
• De opnamestand (stand A (foto) of stand C (video))
kan worden gewijzigd met behulp van de
opnamestandschakelaar op de camera.
• Het maken van opnamen met Image Sync is niet beschikbaar
wanneer de transportstand is ingesteld op [Continuopname
(H)], [Intervalopname], [Intervalcompositie], [Intervalvideo
opnemen] of [Sterrenspoor].
• De gemaakte opnamen worden opgeslagen op de
geheugenkaart in de camera. Er kunnen geen opnamen worden
gemaakt als er op de geheugenkaart onvoldoende ruimte is.
108
t Memo
• Er kunnen ook opnamen worden gemaakt door het beeld van
de Live weergave aan te tikken. Stel dit in bij [Aanraken voor
AF] in het scherm [Instelling]. (p.111)
• Bij het maken van opnamen met Image Sync werkt het
autofocussysteem in de stand x, ongeacht de ingestelde
autofocusstand, en heeft de sluitertijd prioriteit, ongeacht de
[AF.S-instelling]-instelling van [AF met Live weergave] in
menu A1. (p.70)