Een objectief bevestigen
1
Zorg ervoor dat de camera uitgeschakeld is.
2
Verwijder de dop van de
cameravatting (1) en de
dop van de objectiefvatting
(2).
Draai de dop van de
cameravatting linksom terwijl
u op de ontgrendelingsknop
voor het objectief (3) drukt.
Zorg er na verwijdering van de dop voor dat het objectief
wordt neergelegd met de objectiefvatting naar boven
gericht.
3
Zorg ervoor dat de richttekens
(de rode puntjes: 4) op de
camera en het objectief
tegenover elkaar liggen.
Draai vervolgens het
objectief met de klok mee
tot het vast klikt.
Het objectief verwijderen
Bevestig de objectiefdop,
en draai het objectief
vervolgens linksom terwijl
u de ontgrendelingsknop van
het objectief ingedrukt houdt.
u Let op
• Kies bij het bevestigen of verwijderen van het objectief
voor een omgeving die relatief vrij is van vuil en stof.
• Zorg ervoor dat de cameravattingdop op de camera
aangesloten blijft als geen objectief aangesloten is.
• Bevestig de dop van de objectiefvatting en de objectiefdop
op het objectief nadat u het objectief van de camera heeft
gehaald.
• Ga niet met uw vingers in de objectiefvatting van de camera
en raak de spiegel niet aan.
• De camerabehuizing en objectiefvatting bevatten
3
objectiefinformatiecontacten. Vuil, stof of roest kunnen het
elektrisch systeem beschadigen. Neem voor professionele
reiniging contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum.
• Als een intrekbaar objectief bevestigd is en dit niet
uitgeschoven is, kunt u geen opnamen maken of sommige
functies niet gebruiken. De camera stopt als het objectief
tijdens het maken van opnamen wordt ingetrokken.
Raadpleeg "Hoe een intrekbaar objectief wordt gebruikt"
(p.50) voor bijzonderheden.
• Wij kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor
4
ongelukken, problemen en defecten die het gevolg zijn
van het gebruik van objectieven van een ander merk.
t Memo
• Raadpleeg "Beschikbare functies met diverse objectieven"
(p.129) voor meer informatie over de objectieffuncties.
4
2
41