Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Oorzaken En Corrigerende Handelingen - Welch Allyn Spot Vital Signs LXi Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruikshandleiding

Oorzaken en corrigerende handelingen

Opmerking Verschillen tot 10 mmHg tussen manuele en automatische metingen kunnen als
Tabel 16. Onnauwkeurige bloeddrukmeetwaarden
Mogelijke oorzaak
Onjuiste manchetmaat
Armpositie van patiënt
Beweging van de arm tijdens bloeddrukmeting
Bloeddrukmeting door kleding heen
Ritmestoornissen
Verschil in bloeddruk tussen auscultatorische
meting en meting met Spot LXi
Onjuiste referentie
Slechte herkenning van auscultatorisch geluid
door de gebruiker
Tabel 17. Bloeddrukwaarde wordt niet weergegeven bij oppompen of leeglaten van manchet
(of foutcode op display)
Mogelijke oorzaak
Lek in pneumatisch systeem
Beweging van de arm tijdens meting
Beweging slangen of bloeddrukslang
normaal worden beschouwd, en treden om diverse redenen op, bijv.
bloeddrukvariabiliteit bij de patiënt, gebruiker hoort verschillen en auscultatorische
deflatiesnelheid.
Corrigerende handeling en verklaring
Gebruik uitsluitend door Welch Allyn goedgekeurde manchetten.
Meet de omtrek van de arm in het midden tussen elleboog en schouder (zie
"Selectie bloeddrukmanchet" op pagina 27 voor de juiste manchetmaat). Gebruik de
referentiemarkeringen op de manchet om de juiste maat te bepalen.
Zorg dat de arm van de patiënt zich ter hoogte van het hart bevindt.
Houd de arm stil tijdens bloeddrukmeting.
Meet de bloeddruk aan een blote arm.
Controleer op een regelmatige hartslag (puls palperen of controleapparaat).
Controleer bloeddruk onmiddellijk voorafgaand aan meting met Spot LXi.
Gebruik de juiste Korotkoff-toon om de diastolische bloeddruk te bepalen.
De manchet mag niet sneller dan 3 mmHg per seconde worden leeggelaten.
Gebruik uitsluitend een geijkte bloeddrukmeter.
Gebruik een kwalitatief hoogwaardige stethoscoop. Laat een andere persoon de
bloeddruk van de patiënt controleren.
Corrigerende handeling en verklaring
Zorg dat alle manchet-accessoires goed vastzitten.
Controleer de bloeddrukmanchet, de slangen en de bloeddrukslang die op de
Spot LXi zijn aangesloten zorgvuldig op lekkages.
Houd de arm stil tijdens bloeddrukmeting.
Raak de slangen of de bloeddrukslang niet aan tijdens de bloeddrukmeting.
Beweging kan onnauwkeurige metingen veroorzaken.
Gemiddelde tot ernstige onregelmatigheden in de hartslag kunnen een
nauwkeurige meting van de bloeddruk bemoeilijken.
De bloeddruk is dynamisch en verandert voortdurend. Een fluctuatie van de
bloeddruk van 5 tot 10 mmHg is normaal.
Veel gebruikers stellen de diastolische bloeddruk uitsluitend gelijk aan het
verdwijnen van de toon (fase 5). De Spot LXi is ontwikkeld op basis van
aanbevelingen van de American Heart Association, waarin wordt gesteld dat
fase 5 dient te worden gebruikt tenzij de toon voortduurt tot 0 mmHg. In dat
geval dient de verandering in de geluidskwaliteit (fase 4) te worden gebruikt.
Een van de belangrijkste oorzaken van een foutieve auscultatorische
bloeddrukmeting is een te snelle deflatie van de manchet. De American Heart
Association adviseert een maximale deflatiesnelheid van 3 mmHg per seconde.
Een bloeddrukmeter die niet is geijkt, kan onnauwkeurige bloeddrukmetingen
veroorzaken.
Beweging kan onnauwkeurige metingen, lange meettijden en foutmeldingen
veroorzaken.
Beweging kan onnauwkeurige metingen veroorzaken.
Storingen verhelpen
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave