16
Bedieningsorganen, displayvenster en aansluitingen
Het LCD-scherm kan elk van de volgende gegevens tonen: systolische bloeddruk (mmHg of kPa),
diastolische bloeddruk (mmHg of kPa), MAP (mmHg of kPa), temperatuur (F of C),
temperatuurmodus, pulswaarde, pulssignaalniveau, SpO
tijd, recordnummer, hoogte (inch of cm), gewicht (lb of kg), ademhalingssnelheid, pijnniveau, sterkte
van aansluitingssignaal en batterij laadniveau.
Figuur 4. Displayvenster
Aansluitingsindicator: toont de status van Spot LXi
terwijl een meting draadloos wordt verstuurd.
Meting verzonden: duidt een succesvolle draadloze
verzending van de meting aan.
X
Meting niet verzonden: duidt een niet-succesvolle
draadloze verzending van de meting aan.
Systolische en diastolische
weergave: als MAP wordt
ingeschakeld, wisselt het scherm
tussen de systolische en
diastolische waarden, en het
woord "MAP" en de MAP-
waarde.
Temperatuurdisplay en
-indicator: toont de temperatuur
in Fahrenheit of Celsius.
SpO
-display: Toont het
2
verzadigingspercentage van
arteriële hemoglobine. Alleen
voor apparaten met SpO
2
Navigatievenster: toont
menuopties, foutmeldingen of
temperatuurconversies.
Staafdiagram pulssignaal: toont de
sterkte van de gedetecteerde pulsen.
BP
1
2
{
SYS
mmHg
73
DIA
mmHg
{
TEMP
3
6
{
SpO2
.
{
Patiënt-ID MRN 0123456789
Gewicht
Lengte
Ademhalen
-percentage, plaats van afdeling, datum,
2
Locatie-identificatie: toont waar het
apparaat moet worden geplaatst. Als er
geen locatie wordt ingevoerd, wordt in
dit gedeelte de datum getoond.
7
4 WEST
AM
Meting
01
1
C
/min
PULS
%
62
Pijn
Wissen
Znd/Vlg meting
Enter
Pictogrammen voor clinicus-ID:
Het persoonspictogram geeft aan dat de clinicus de
clinicus-ID in de Spot Vital Signs LXi moet invoeren.
Het vinkje geeft aan dat de Spot Vital Signs LXi de
clinicus-ID heeft geregistreerd.
Alleen voor apparaten met een barcode scanner.
Welch Allyn Spot Vital Signs LXi
Klok: toont de actuele tijd.
Indicator metingnummer:
toont welke meting op het apparaat
is ingesteld. De Spot LXi kan
maximaal 50 metingen in het
geheugen opslaan.
Indicator batterijniveau: toont het
laadniveau van de batterij.
Indicator instellingen
thermometersonde: toont
temperatuurmodus. Alleen voor
apparaten met SureTemp Plus-
thermometer.
Indicatoren instellingen
thermometersonde: toont
monitormodus. Alleen voor apparaten
met SureTemp Plus-thermometer.
Buiten-bereik indicator: toont de
gemeten temperatuur van de patiënt
boven of onder de maximale of
minimale meetwaarde. Alleen voor
apparaten met SureTemp Plus-
thermometer.
Puls-display: toont de pulswaarde.