Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Pulsoximetrie-Meting - Welch Allyn Spot Vital Signs LXi Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6

Pulsoximetrie-meting

De volgende factoren kunnen onnauwkeurige meetwaarden veroorzaken tijdens een SpO
Patiënt krijgt hartstilstand of raakt in shock.
Fel licht.
Vocht in de sensor.
Sensor wordt onjuist toegepast of gebruikt.
Arteriële occlusie in de buurt van de sensor.
Intravasculaire kleurstoffen zoals indocyanine-
groen of methyleen-blauw.
Nagellak (indien vingerclipsensor wordt gebruikt). •
WAARSCHUWING Door een onjuist gebruik of onjuiste gebruiksduur van een
Nellcor OxiMax-sensor kan weefselbeschadiging worden veroorzaakt. Controleer
de plaats van de sensor zoals beschreven in de Gebruikshandleiding van de sensor.
WAARSCHUWING Gebruik geen beschadigde sensor of pulsoximetrie-kabel of een
sensor met blootliggende optische componenten.
Als tegelijkertijd de bloeddruk wordt gemeten, dient de vingerclipsensor te worden aangebracht op
de ledemaat tegenover de ledemaat met de bloeddrukmanchet.
1.
Plaats de vinger van de patiënt volledig in de sensor; het is niet aan te raden om de duim van de
patiënt te gebruiken bij de Nellcor vingerclipsensor.
Het staafdiagram voor het pulssignaal licht op, en geeft de relatieve sterkte en kwaliteit aan van
de pulsen van de patiënt op de plaats van de sensor. De sensor heeft circa 10 seconden nodig
om de initiële SpO
bepaald, worden deze weergegeven op het SpO
Indien de nauwkeurigheid van een meting te wensen overlaat, dient eerst een alternatieve
methode te worden toegepast om de vitale functies van de patiënt te controleren. Vervolgens
dient de werking van de Spot LXi te worden gecontroleerd.
De Spot LXi meet de SpO
veschijnt de foutcode C9. De foutcode geeft aan dat voor het gebruik de tijdslimiet van
10 minuten is overschreden.
Patiënt beweegt te veel.
Sensor zit te strak.
Sensor wordt geplaatst op een ledemaat met een bloeddrukmanchet,
arteriële katheter of intravasculaire lijn.
Lage perfusie van de patiënt.
Veneuze pulsaties.
Significante niveaus van disfunctionele hemoglobine
(bijv. carboxyhemoglobine of methemoglobine).
Patiënt heeft last van hypotensie, ernstige vasoconstrictie, ernstige
anemie of hypothermie.
Blootstelling aan overmatig licht, zoals operatielampen
(met name lampen met een xenon-lichtbron), bilirubinelampjes,
fluorescentielampen, infrarood-verwarmingslampen of direct zonlicht
(blootstelling aan overmatig licht kan worden gecorrigeerd door de
sensor te bedekken met een donker of ondoorschijnend materiaal).
%-waarde en pulswaarde te bepalen. Wanneer de initiële waarden zijn
2
van een patiënt gedurende maximaal 10 minuten. Na 10 minuten
2
-display resp. het display voor de pulswaarde.
2
35
-meting:
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave