8.3
Een duploslang inkorten
8-4
1.
Stel de melkrobot buiten bedrijf met de X-Link (blad 6-3).
2.
Verplaats de robotarm naar de servicestand.
3.
Selecteer:
•
Tabblad [Test]
•
[Moederschip]
•
[Bekers]
•
LF [Rechtop]
•
LR [Rechtop]
•
RF [Rechtop]
•
RR [Rechtop]
•
LF [Los]
•
LR [Los]
•
RF [Los]
•
RR [Los]
4.
Gebruik het speciale gereedschap om de klemmen op de toepasselijke
duploslang los te maken.
5.
Snij het beschadigde gedeelte van de duploslang af.
6.
Zorg ervoor dat de ingekorte duploslang voldoende vrij kan bewegen.
7.
Vervang de duploslang als deze niet voldoende vrij kan bewegen. Zie
Een duploslang vervangen (blad 8-1).
8.
Verbind de duploslang met de melkverzamelaar.
9.
Houd de tepelbeker vast, en zorg ervoor dat de tepelbeker niet draait
door er een vinger in te houden.
10. Draai indien nodig de duploslang om de tepelbeker uit te lijnen.
11. Draai de klemmen goed vast.
12. Selecteer:
•
LF [Vast]
•
LR [Vast]
•
RF [Vast]
•
RR [Vast]
•
Tabblad [Systeem]
•
[Naar ruststand verplaatsen].
13. Stel de melkrobot in bedrijf met de X-Link (blad 6-2).
14. Kort spoelen starten (X-Link) (blad 6-12).
Gebruikershandleiding
Correctief onderhoud