6.12 Melken
6.12.1 Eerste melking
NB:
6-14
Het systeem kent nog geen tepelposities als een koe de box voor de eerste
keer binnenkomt.
1.
Als de koe de box binnengaat en herkend is, en het pop-upvenster
Aanwezigheid van de gebruiker is nodig omdat: verschijnt, selecteert u
[OK].
2.
Als het pop-upvenster Wijzig en bevestig de volgende instellingen om
het melkproces voort te zetten: verschijnt, controleer dan of:
•
De Melken en Niet melken-instellingen voor de vier
kwartieren juist zijn
•
De Afwijkende tepels-instelling juist is.
3.
Pas de instellingen indien nodig aan en selecteer vervolgens [OK].
4.
Selecteer [Naar binnen zwaaien].
5.
Kijk in het veld Positie en selecteer de juiste knop als volgt:
•
Als de robot een Linkerzijde-robot is, selecteert u [R]
•
Als de robot een Rechterzijde-robot is, selecteert u [L].
6.
Selecteer:
•
[v] om de robotarm 25 mm naar de kop van de koe te
verplaatsen
•
[V] om de robotarm 100 mm naar de kop van de koe te
verplaatsen
•
[a] om de robotarm 25 mm naar de staart van de koe te
verplaatsen
•
[A] om de robotarm 100 mm naar de staart van de koe te
verplaatsen
•
[l] om de robotarm 25 mm naar de linkerzijde van de koe te
verplaatsen
•
[R] om de robotarm 50 mm naar de linkerzijde van de koe te
verplaatsen
•
[r] om de robotarm 25 mm naar de rechterzijde van de koe te
verplaatsen
•
[R] om de robotarm 50 mm naar de rechterzijde van de koe
te verplaatsen
•
[o] om de robotarm 10 mm naar boven te verplaatsen
•
[O] om de robotarm 25 mm naar boven te verplaatsen
•
[n] om de robotarm 20 mm naar beneden te verplaatsen
•
[N] om de robotarm 50 mm naar beneden te verplaatsen.
7.
Selecteer [Aankoppeling starten] als de achterste tepelbekers zich in
de juiste positie bevinden.
Gebruikershandleiding
Bedieningsinstructies