Download Print deze pagina

Simrad NSO evo3 Gebruikershandleiding pagina 80

Verberg thumbnails Zie ook voor NSO evo3:

Advertenties

80
Radar symbolen
Radarsymbolen gedefinieerd in het Radar instellingen paneel kunnen allemaal aan/uit
worden gezet. Zie de afbeelding van het radar paneel met optionele radar items.
Doel sporen
U kunt instellen hoe lang de sporen gegenereerd vanaf elk doel op het radar paneel blijven.
U kunt de doel sporen ook UIT zetten.
Ú Notitie:
Ware beweging wordt aanbevolen bij gebruik van Doel sporen.
Doel sporen uit het paneel verwijderen
Als er doel sporen op het paneel worden weergegeven, wordt het radar menu uitgebreid
met een optie waarmee u de doel sporen op het paneel tijdelijk kunt wissen. De sporen
beginnen daarna weer te verschijnen, tenzij u ze uitschakelt zoals hierboven beschreven.
Het radar palet
U kunt verschillende kleuren (paletten) gebruiken om details op het radar paneel aan te
duiden.
Radaroriëntatie
De radaroriëntatie wordt aangegeven in de linker bovenhoek van het radarpaneel als VB
(Vaarrichting boven), NB (Noord boven) en KB (Koers boven).
Head-up
In de modus Head-up is de koerslijn op de PPI gericht op de 0° op de peilingschaal en naar
de bovenkant van het scherm. Het radarbeeld wordt weergegeven ten opzichte van het
eigen schip en als het schip keert, draait het radarbeeld.
Ú Notitie:
Head-up is alleen beschikbaar in de modus Relatieve beweging en het is de
enige oriëntatiemodus die beschikbaar is als de radar niet aangesloten op een
koersbron.
Noord boven
In de modus Noord boven geeft de 0°-indicatie op de PPI het noorden aan. De koerslijn op
de PPI volgt de koers van het schip, zoals verkregen van het gyrokompas. Als het schip keert,
volgt de koerslijn de wending van het schip, terwijl het radarbeeld stabiel blijft.
De Noord boven oriëntatie is niet beschikbaar als er geen koersbron is verbonden met de
radar. Als er koersinformatie verloren is gegaan, schakelt het systeem automatisch over op
Head-up (Vaarrichting boven) oriëntatie.
Koers boven
In de modus Koers boven wordt bovenaan de peilingschaal de ware koers van het schip
aangegeven, gemeten vanaf het noorden op het moment dat Koers boven werd
geactiveerd. Als het schip keert, blijft de peilingschaal constant, terwijl de koerslijn meedraait
met de koerswijziging van het schip.
De Koers boven oriëntatie wordt gereset door de modus Koers boven opnieuw te selecteren.
Modus Radarbeweging
Radarbeweging wordt linksboven op het radarpaneel aangegeven als TM (True motion -
Ware beweging) of RM (Relative motion - Relatieve beweging).
Relatieve beweging
In Relatieve beweging blijft uw schip op een vaste locatie op de radar-PPI en bewegen alle
andere objecten ten opzichte van uw positie.
U selecteert de positie van de vaste locatie zoals beschreven in "Het PPI-midden verplaatsen" op
pagina 81.
Radar
| NSO evo3 Gebruikershandleiding

Advertenties

loading