17
Audio
Als een compatibel NMEA 2000 of Ethernet audiosysteem is aangesloten op het netwerk,
kunt u de unit gebruiken om het audiosysteem op uw vaartuig te bedienen en af te stellen.
Voordat u uw audioapparatuur kunt gebruiken, moet deze geïnstalleerd worden volgens de
installatiehandleiding bij de unit en de documentatie die bij het audioapparaat is geleverd.
Activeren audio
Een compatibel audioapparaat dat wordt verbonden met het NMEA 2000 netwerk wordt
automatisch geïdentificeerd door het systeem. Als dat niet het geval is, kunt u deze functie
inschakelen in het dialoogvenster Geavanceerde instellingen.
Audioserver
Als er meerdere audiobronnen zijn verbonden met hetzelfde netwerk, moet een van de
apparaten worden geselecteerd als de audioserver. Als slechts één van de apparaten
aanwezig is, is dit standaard de geselecteerde audioserver.
Het audiosysteem bedienen
1.
Selecteer Audio in de bedieningsbalk om de audiocontroller te openen
2.
Selecteer de audiobronknop en vervolgens de audiobron
- Het aantal bronnen is afhankelijk van de actieve audioserver
3.
U kunt uw audiosysteem bedienen met de controllerknoppen
Voor een overzicht van knoppen en hulpmiddelen voor het bedienen van audio gaat u naar
"Audio regelknoppen" op pagina 120. Zie ook "Audiotools" op pagina 120.
Raadpleeg de documentatie van uw audioapparatuur voor de beschikbare opties.
De audiocontroller
De bedieningsknoppen, tools en opties verschillen per audiobron.
1
Audiocontroller
Audio| NSO evo3 Gebruikershandleiding
119