8
Stuurautomaat
Indien een compatibele stuurautomaatcomputer op het systeem is aangesloten, is het
systeem voorzien van stuurautomaatfunctionaliteit.
Het systeem staat niet toe dat meer dan één stuurautomaatcomputer op het netwerk wordt
aangesloten.
De display-unit herkent de stuurautomaatcomputer die op het netwerk is aangesloten
automatisch en biedt instellingen, configuratie en gebruikersopties voor de aangesloten
computer.
Voor meer informatie over het installeren en configureren van een stuurautomaatcomputer
kunt u de met de stuurprogrammacomputer meegeleverde documentatie raadplegen.
Veilige bediening met de stuurautomaat
Waarschuwing:
Een stuurautomaat is een handig hulpmiddel bij het
navigeren, maar kan een menselijke navigator NIET vervangen.
Waarschuwing:
Er moet een fysieke standby-knop beschikbaar zijn voor
de stuurautomaat.
De stuurautomaat activeren
U kunt de stuurautomaat vanuit elk willekeurig paneel activeren door de optie
Stuurautomaat te selecteren op de bedieningsbalk en vervolgens een modus te kiezen in de
stuurautomaatcontroller.
De stuurautomaat kan ook in navigatiemodus vanuit toepassingen worden geactiveerd door
navigeren naar de cursor, een waypoint of een route te selecteren.
Overschakelen van automodus naar handmatig sturen
U kunt de stuurautomaat overschakelen naar de Standby-modus vanuit elke automatische
besturingsmodus in de stuurautomaatcontroller of door een fysieke standby-knop te
gebruiken.
Ú Notitie:
De WheelKey kan worden geconfigureerd als standby-knop. Zie "Configureerbare
WheelKey" op pagina 20.
Ú Notitie:
Als de unit via de SG05 is verbonden met een EVC-systeem, kunt u handmatig
sturen, ongeacht de modus waarin de stuurautomaat zich bevindt. Zie "De stuurautomaat
gebruiken in een EVC-systeem" op pagina 65.
Indicatie stuurautomaat op de pagina's
Stuurautomaat
| NSO evo3 Gebruikershandleiding
57