Andere units ontgrendelen/Ontgrendelen: hiermee kunt u andere bedieningsunits de
controle laten overnemen van de stuurautomaat zonder hiervoor toestemming te vragen.
Andere units vergrendelen/Vergrendelen: hiermee vergrendelt u andere
bedieningsunits zodat deze niet de controle over de stuurautomaat kunnen overnemen.
Wanneer andere bedieningsunits zijn vergrendeld, moeten deze aan het MFD goedkeuring
vragen om de controle over de stuurautomaat over te nemen. Wanneer een andere
bedieningsunit vraagt om de controle over de stuurautomaat over te nemen, wordt in u het
MFD gevraagd de overdracht te accepteren of te weigeren.
Het werkprofiel selecteren
U kunt de AP70/AP80 instellen met 6 verschillende werkprofielen die gerelateerd zijn aan
verschillende werkmodi of voorkeuren. Gebruik de controller van de AP70/AP80 om de
verschillende werkprofielen in te stellen. In het MFD wordt het actieve werkprofiel
weergegeven in de MFD-stuurautomaatcontroller. Als het MFD de controle heeft over de
stuurautomaat, kunt u hiermee instellen welk werkprofiel actief is.
Als u het werkprofiel wilt wijzigen met behulp van het MFD, moet de stuurautomaat in de
standby-modus staan.
1.
Open de stuurautomaatcontroller en zet de stuurautomaat wordt in standby-modus
2.
Druk op de knop Werkprofielen om gedefinieerde werkprofielen weer te geven in de
pagina Werkprofielen selecteren
3.
Selecteer het werkprofiel dat u wilt activeren
Stuurautomaat
| NSO evo3 Gebruikershandleiding
67