68
Schroeven in-/uitschakelen
Selecteer de knop Thruster om de thruster uit te schakelen.
Selecteer de knop Uitgeschakelde thruster om de thruster te activeren.
Stuurautomaat instellen
De stuurautomaatinstellingen kunnen worden gesplitst in instellingen die door de gebruiker
kunnen worden aangepast en instellingen die tijdens de installatie en inbedrijfstelling van
het stuurautomaatsysteem worden opgegeven.
•
Gebruikersinstellingen kunnen worden gewijzigd voor verschillende
gebruiksomstandigheden en gebruikersvoorkeuren
•
Installatie-instellingen worden opgegeven tijdens de inbedrijfstelling van het
stuurautomaatsysteem. Deze instellingen mogen niet meer worden gewijzigd
Zowel de gebruikersinstellingen als de installatie-instellingen zijn afhankelijk van welke
stuurautomaat-computer op het systeem is aangesloten.
In de volgende hoofdstukken vindt u informatie over instellingen die kunnen worden
gewijzigd door de gebruiker. De instellingen worden beschreven per
stuurautomaatcomputer.
Installatie-instellingen zijn beschikbaar in de documentatie in het gedeelte na de
stuurautomaatcomputers.
Algemene gebruikersinstellingen
De volgende gebruikersinstellingen gelden voor alle stuurautomaten.
Kaartkompas
U kunt ervoor kiezen om op het kaartpaneel een kompassymbool rond uw boot te tonen.
Het kompassymbool staat uit als de cursor actief is op het paneel.
De stuurautomaatbediening vanaf een unit vergrendelen
U kunt een unit tijdelijk vergrendelen om te voorkomen dat de stuurautomaat per ongeluk
wordt bediend. Als de unit vergrendeld is, wordt dit aangegeven door een symbooltje en
tekst in de stuurautomaatcontroller. Op een vergrendeld display kunnen geen automatische
modi worden geselecteerd.
Ú Notitie:
De vergrendelingsfunctie is niet beschikbaar voor de unit waarmee de
stuurautomaat wordt bediend!
Stuurautomaat
| NSO evo3 Gebruikershandleiding