Gebruiksaanwijzing
1. Controleer of de sensorkabel op de monitor is aangesloten.
WAARSCHUWING De pulsatie van ballonondersteuning in de aorta kan
ervoor zorgen dat de pulswaarde die op de monitor wordt weergegeven
toeneemt. Controleer de pulswaarde van de patiënt aan de hand van de
EGC-hartfrequentie.
WAARSCHUWING Risico op letsel bij de patiënt. Probeer sensoren of
patiëntkabels niet opnieuw te verwerken, te herstellen of te recyclen.
Hierdoor kunnen elektrische componenten beschadigd raken.
WAARSCHUWING Bij pulswaardemetingen worden bepaalde aritmieën
niet gedetecteerd, omdat de metingen zijn gebaseerd op de optische
detectie van een perifere stroompuls. Gebruik de pulsoximeter niet ter
vervanging of in plaats van aritmie-analyse op basis van het ECG.
WAARSCHUWING Gebruik de puls-CO-oximeter als een apparaat voor
vroegtijdige signalering. Zodra bij een patiënt hypoxemia wordt
gesignaleerd, dienen met behulp van laboratoriuminstrumenten
bloedmonsters te worden geanalyseerd om de toestand van de patiënt
beter te begrijpen.
WAARSCHUWING De nauwkeurigheid van de SpO2-metingen kan
worden beïnvloed door een van de volgende zaken:
•
verhoogd bilirubineniveau
•
verhoogd methemoglobineniveau (MetHb)
•
verhoogd carboxyhemoglobineniveau (COHb)
•
hemoglobinesynthesestoornissen
•
lage perfusie op de bewaakte locatie
•
de aanwezigheid van concentraties bepaalde intravasculaire kleurstoffen, die
voldoende zijn om de gebruikelijke arteriële kleur van de patiënt te
veranderen
•
bewegingen van de patiënt
•
de toestand van de patiënt, zoals beven en inademing van rook
•
bewegingsartefact
•
gelakte nagels
•
slechte zuurstofvoorziening
•
hypotensie of hypertensie
•
ernstige vasoconstrictie
•
shock of hartstilstand
•
veneuze pulsaties of plotselinge en significante veranderingen in pulswaarde
•
nabijheid van een MRI-omgeving
•
aanwezigheid van vocht in de sensor
•
te veel omgevingslicht, met name fluorescerend
•
gebruik van de verkeerde sensor
•
sensor te vast aangebracht
Patiëntbewaking 91