126 Geavanceerde instellingen
Uitschakeling apparaat
4. Voer één van de volgende handelingen uit:
•
•
Een monitorlocatie opgeven
U kunt de monitor aan een bepaalde locatie koppelen. De locatie wordt in het gedeelte
Apparaatstatus weergegeven.
1. Open de Geavanceerde instellingen.
a. Raak het tabblad Instellingen aan.
b. Raak het tabblad Geavanceerd aan.
c. Open de Code geavanceerde instellingen.
d. Raak OK aan.
Het tabblad Algemeen wordt weergegeven.
2. Raak het tabblad Overig aan.
3. Raak
in.
4. Voer één van de volgende handelingen uit:
•
•
Wijzigingen in monitorprofiel toestaan
U kunt toestaan dat clinici het actieve profiel op de monitor wijzigen. Beschikbare
profielen zijn het monitorprofiel, steekproefprofiel en triageprofiel. Wanneer deze
optie is ingeschakeld, kunnen clinici ook de naam van het profiel wijzigen.
1. Open de Geavanceerde instellingen.
a. Raak het tabblad Instellingen aan.
b. Raak het tabblad Geavanceerd aan.
c. Open de Code geavanceerde instellingen.
d. Raak OK aan.
Het tabblad Algemeen wordt weergegeven.
2. Raak het tabblad Overig aan.
3. Selecteer Wijzigen profiel toestaan.
4. Voer één van de volgende handelingen uit:
•
Raak een ander tabblad aan om verder te gaan in de Geavanceerde instellingen.
Raak Afsluiten aan om de Geavanceerde instellingen af te sluiten en terug te
keren naar het tabblad Home.
aan in het vakje Locatie-ID en voer maximaal 20 alfanumerieke tekens
Raak een ander tabblad aan om verder te gaan in de Geavanceerde instellingen.
Raak Afsluiten aan om de Geavanceerde instellingen af te sluiten en terug te
keren naar het tabblad Home.
Raak een ander tabblad aan om verder te gaan in de Geavanceerde instellingen.
®
Welch Allyn Connex
Vital Signs Monitor 6000 Series™
Het display wordt automatisch ingeschakeld door
interacties van clinici, nieuwe metingen van vitale
functies of alarmtoestanden.
Geef de vereiste periode van inactiviteit van de monitor
op voordat de monitor wordt uitgeschakeld.