Gebruiksaanwijzing
De monitor maakt gebruik van de oscillometrische methode om de bloeddruk te bepalen;
daarom kunt u nog steeds een nauwkeurige bloeddrukmeting krijgen als de manchet tot
aan de antecubitale fossa (bocht in de elleboog) reikt.
Volg deze stappen om de juiste manchet voor de patiënt te selecteren voordat u een
NIBP-meting uitvoert.
1. Meet de omtrek van de blote bovenarm van de patiënt, midden tussen de elleboog
en de schouder.
2. Kies de juiste manchetmaat op basis van de omtrekmeting. Als de armomtrek van de
patiënt tussen twee manchetmaten ligt, gebruikt u de grotere manchetmaat.
3. Wikkel de manchet om de blote bovenarm van de patiënt en controleer of de
slagaderindexmarkering ergens tussen de twee bereikmarkeringen op de manchet
ligt.
Metingen met manchet
In de volgende tabellen staan meetwaarden voor bloeddrukmanchetten van Welch Allyn.
Metingen met eendelige manchet
Manchetmaat
Zuigeling
Klein kind
Kind
Kleine volwassene
Volwassene
Grote volwassene
Dij
WAARSCHUWING Gebruik nooit een monitorinstelling of manchet voor
volwassenen of kinderen voor NIBP-metingen bij pasgeborenen. De
oppomplimieten voor volwassenen en kinderen kunnen te hoog zijn voor
pasgeborenen, zelfs als een neonatale manchet wordt gebruikt. In de norm
AAMI SP10:2002 worden pasgeborenen gedefinieerd als kinderen van 28
dagen of jonger die binnen een normale zwangerschapsduur zijn geboren
(37 weken of langer); anders tot een zwangerschapsduur van maximaal 44
weken.
LET OP! Voor een nauwkeurige bloeddrukmeting is het van belang dat de
juiste maat bloeddrukmanchet wordt gebruikt. Een te kleine manchet geeft
mogelijk te hoge metingen, terwijl een te grote manchet te lage metingen
kan geven.
Omtrek (cm)
9.0 – 13.0
12.0 – 16.0
15.0 – 21.0
20.0 – 26.0
25.0 – 34.0
32.0 – 43.0
40.0 – 55.0
Patiëntbewaking 69
Omtrek (inch)
3.5 – 5.1
4.7 – 6.3
5.9 – 8.3
7.9 – 10.2
9.8 – 13.4
12.6 – 16.9
15.7 – 21.7