Q Quick Control
Wanneer in de basismodi de instellingen voor de opnamefunctie wordt
weergegeven, kunt u op de knop <Q> drukken om het scherm Snel
instellen weer te geven. In de tabellen op de volgende pagina ziet u de
functies die in de diverse basismodi kunnen worden ingesteld vanuit het
scherm Snel instellen.
Voorbeeld: portretmodus
74
Stel het programmakeuzewiel
1
in op een basismodus.
Druk op de knop <Q>
2
Het scherm Snel instellen wordt
weergegeven.
Stel de gewenste functie in.
3
Druk op de pijltjestoetsen <S> om
een functie te selecteren. (Deze stap
is in de modus A/7 niet nodig.)
De instellingen van de geselecteerde
functie en Uitleg (pag. 55) worden
weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> of draai aan het instelwiel
<6> om instellingen te wijzigen.
U kunt deze ook in een lijst selecteren
door een functie te kiezen en op
<0> te drukken.
(
).
7