Bij de instelling [Standaard] voor afdrukeffecten en andere opties
worden de standaardinstellingen van de printer gebruikt zoals deze door
de fabrikant zijn ingesteld. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de
printer voor de [Standaard]-instellingen.
Afhankelijk van de bestandsgrootte en de opnamekwaliteit kan het even
duren voordat het afdrukken begint nadat u [Print] hebt geselecteerd.
Als kantelcorrectie op de opname is toegepast (pag. 249), duurt het
langer voordat de opname wordt afgedrukt.
Als u het afdrukken wilt beëindigen, drukt u op <
wordt weergegeven. Vervolgens selecteert u [OK].
Als u [Wis alle camera-instellingen] (pag. 194) uitvoert, worden
de standaardinstellingen hersteld.
Stel het afdrukken van de datum
5
en het bestandsnummer in.
Stel ze indien nodig in.
Selecteer <
vervolgens op <0>.
Stel de afdrukinstellingen naar wens
in en druk vervolgens op <0>.
Stel het aantal exemplaren in.
6
Stel deze in als dit nodig is.
Selecteer <
vervolgens op <0>.
Stel het aantal exemplaren in
en druk vervolgens op <0>.
Begin met afdrukken.
7
Selecteer [Print] en druk
vervolgens op <0>.
w Afdrukken
> en druk
I
> en druk
R
> terwijl [Stop]
0
247