De donkere hoeken van de opname
3
corrigeren
Als gevolg van fysieke eigenschappen van de lens lijken de vier hoeken van
de opname soms donkerder. Dit verschijnsel wordt lichtafval of vignettering
genoemd en kan worden gecorrigeerd. De standaardinstelling is
[Inschakelen]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie toegepast wanneer de
opname is gemaakt. Voor RAW-opnamen kan dit worden gecorrigeerd met
Digital Photo Professional (EOS-software, pag. 314).
Correctie uitgeschakeld
124
Selecteer [Correctie helderheid
1
randen].
Selecteer in het tabblad [z1]
[Correctie helderheid randen]
en druk vervolgens op <0>.
Selecteer de instelling.
2
Controleer of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven
voor de bevestigde lens.
Als [Correctiegeg. niet
beschikbaar] wordt weergegeven,
raadpleegt u 'Correctiegegevens voor
de lens' op de volgende pagina.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <0>.
Maak de opname.
3
De opname wordt vastgelegd met de
gecorrigeerde helderheid van de randen.
Correctie ingeschakeld