In- en uitzoomen
De lens verwijderen
Kijk niet rechtstreeks naar de zon door een lens. Dit kan het
gezichtsvermogen beschadigen.
Zet de aan-uitschakelaar van de camera op <2> wanneer u een
lens bevestigt of verwijdert.
Als het voorste deel (de scherpstelring) van de lens tijdens het
automatisch scherpstellen draait, raak het draaiende deel dan niet aan.
Als u tijdens opnamen met de zoeker of Live View-opnamen een TS-E-
lens gebruikt (anders dan TS-E17mm f/4L of TS-E24mm f/3.5L II) en
de lens verschuift of kantelt, of als u een tussenring gebruikt, kan de
standaardbelichting wellicht niet worden verkregen of kan de belichting
onregelmatig zijn.
Beeldhoek
Omdat de grootte van de
beeldsensor kleiner is dan
het 35mm-filmformaat, is de
beeldhoek van een bevestigde
lens gelijk aan die van een lens
met circa 1,6 x de aangegeven
brandpuntsafstand.
Een lens bevestigen en verwijderen
Draai de zoomring op de lens met
uw vingers.
Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan
voordat u scherpstelt. Wanneer u na het
scherpstellen aan de zoomring draait,
kan de scherpstelling verloren gaan.
Druk op de lensontgrendelingsknop
en draai de lens in de richting van
de pijl.
Draai de lens totdat dit niet meer
verder kan en koppel de lens los.
Bevestig de achterste lensdop op
de losgekoppelde lens.
Grootte beeldsensor (ongeveer)
(22,3 x 14,9 mm)
35mm-filmformaat
(36 x 24 mm)
45