ISO-snelheid tijdens opnamen met handmatige belichting
Als u [Auto] selecteert, wordt de ISO-snelheid automatisch
ingesteld op een waarde tussen ISO 100 en ISO 6400.
U kunt de ISO-snelheid handmatig instellen tussen ISO 100
en ISO 6400 (in hele stops).
Als [k1: k Lichte tonen prioriteit] is ingesteld op [Inschakelen]
(pag. ), ligt het instelbare ISO-snelheidsbereik tussen ISO 200 en
ISO 6400.
AE-vergrendeling en belichtingscorrectie kunnen niet worden ingesteld.
Het wordt afgeraden om tijdens de movie-opname de sluitertijd of het
diafragma aan te passen omdat de wijzigingen in de belichting worden
opgenomen.
Als u de sluitertijd verandert terwijl u movie-opnamen maakt bij TL-
of ledverlichting, kan er een flikkerend beeld worden opgenomen.
Met ISO Auto kan de movie-opname met een geschikte belichting
worden gedaan, zelfs als helderheid van het omgevingslicht verandert.
Druk op de knop <B> om het histogram weer te geven.
Bij het opnemen van een movie of een bewegend onderwerp wordt een
sluitertijd van 1/30 seconde tot 1/125 seconde aanbevolen. Hoe korter
de sluitertijd, hoe minder vloeiend de beweging van het onderwerp eruit
zal zien.
Stel scherp en start de movie-
6
opname.
De procedure is dezelfde als stap 2
en 3 voor 'Opnamen maken met
automatische belichting' (pag. 160).
k Movies opnemen
163