Inhoudsopgave
Advertenties
M 13984
Par. T2.3.4-B
Aansluiting van NA5 (alle) op een SAF-600 of SA-800, type
"-O" of "-OF" en M.G. vaste veldbesturing (verouderd)
AANSLUITINGEN MOETEN EXACT ZO WORDEN AANGEBRACHT ALS HIERONDER IS
BESCHREVEN.
VOOR ENIG ANDER GEBRUIK VAN DE STROOMBRON MOET U ALLE NA-5-DRADEN EN -
KABELS LOSKOPPELEN.
OPTIONEEL VASTE
VELDBESTURING
O.E
SAF – 600
OF SA – 800
"
"
"O" OF
OF
BEDIENING
SKASTJE
AUTO.
APP.
AANSL.
AANSLUITEN OP GEWENSTE
ELEKTRODEAANSLUITING
O.C. & O.D.
WERKSTUKAANSLUITING
O.B
BELANGRIJK
WANNEER U DE POLARITEIT VERANDERT
O.A.
U moet de aansluitingen apart vastbouten en -tapen. Tape draad #75 van de veldbesturing vast.
O.B.
Laskabels moeten de juiste capaciteit hebben voor de stroomsterkte en inschakelduur van huidige en toekomstige
toepassingen.
O.C.
Verleng draad #21 met een geïsoleerde draad #14 of hoger die fysiek geschikt is voor de installatie. Er is voor dit
doel een S16586-[ ] spanningsdetectiedraad op afstand beschikbaar. Sluit deze direct aan op het werkstuk, maar
houd deze uit de buurt van de laswerkkabelaansluiting met het werkstuk. Deze verlengde draad #21 moet langs
de laswerkstukkabel worden vastgetapet.
O.D.
Tape de vastgeboute aansluiting vast.
O.E.
Sluit de aardingsdraad van de NA-5-stuurstroomkabel aan op de gemarkeerde
contactstrip van de stroombron. De stroombron moet goed worden geaard.
INGANGSKABEL
VELDBESTURING
O.A. & O.F.
STUURSTROOMKABEL
NAAR NA-5-
INGANGSKABELSTEKKER
O.D., O.G.
VASTBOUTEN AAN KABELS VANAF NA-5-
DRAADCONTACTEENHEID
AANSLUITEN OP
WERKSTUK
Schakel de generator uit en wacht totdat deze volledig is gestopt voordat
:
u de polariteit verandert. De polariteitsschakelaar op de vaste
afstandsbediening en de stroombronpolariteit moeten op dezelfde polariteit
worden ingesteld. Lukt dit niet, dan zal de zekering springen in de vaste
afstandsbediening en gaat er generatorvermogen verloren. Zie de
bedieningshandleiding voor NA-5 voor de vereiste polariteitsaansluitingen
van het NA-5-bedieningskastje.
frameaansluiting dicht bij de
SAF-600 of SA-800 STROOMBRONINSTELLINGEN
SCHAKEL DE STROOMBRON UIT.
Stel de elektrodepolariteitsschakelaar in op de gewenste
polariteit. Stel de spanningsregeling in op maximaal voor
toepassingen van hogere spanning (boven de 25 volt), en op
een stand in het midden voor toepassingen van een lage
spanning.
Bij subboog:
1. Stel het spanningsbereikschakelaar in op Hoog.
2. Sluit de kabel van het schakelaarkastje aan op de juiste
subboogtap voor de huidige stroom die wordt gebruikt.
Bij alle open-boogprocessen:
1.
Stel de schakelaar voor het spanningsbereik op Laag.
2.
Sluit de kabel aan tussen het schakelaarskastje en de
Innershield-tap.
ZIE VOOR AANVULLENDE INSTALLATIE-INSTRUCTIES DE BEDIENINGSHANDLEIDING VOOR NA-5
O.F.
Als u een oudere K-215-stuurstroomkabel gebruikt: sluit draad #76 aan op draad #76 van veldbesturing, sluit draad #75
en #77 van veldbesturing aan.
O.G. Voor een juiste werking van NA-5 moeten de elektrodekabels onder de klembalk links van het NA-5-bedieningskastje
worden weggeborgen.
NA-5 INSTELLINGEN
Bij subboog:
1.
Rode draad op spanningskaart is aangesloten op pen
"S".
2.
Witte draad op spanningskaart is aangesloten op
pen"A".
Bij alle open-boogprocessen:
1.
Rode draad op spanningskaart is aangesloten op pen
"F".
2.
Witte draad op spanningskaart is aangesloten op
pen"A".
Advertenties
Inhoudsopgave
