3.
Plaats het bewegende lid naar de gewenste
fluxdekking en draai de vleugelschroef vast.
(Gebruik de middelste of onderste tapgat –
afhankelijk van E.S.O.) De arm kan worden
verlaagd om een elektrische uitsteking van 10
cm (4 inch) te beslaan.
4.
Sluit de fluxslang aan tussen de hopper en de
fluxingangspoort van de concentrische
fluxconusarm (knip de slang af op de juiste lengte).
C.
K129 Type Twinarc-mondstuk
1.
Schroef de slangklemmen voldoende los dat ze
over de klemmoer van de tiphouder kunnen
worden geschoven.
2.
Plaats het bewegende deel zoals weergegeven
in afbeelding 4 en draai de slangklemmen los.
3.
Plaats het bewegende deel naar de gewenste
hoogte en draai de vleugelschroef vast.
4.
Aangezien de tips en de draad bij 7° uit het
mondstuk komen, zullen er situaties zijn waarbij
de conus gekanteld moet worden, zoals is
afgebeeld. Er zijn voorzorgsmaatregelen
genomen om dit te realiseren door de verst
liggende schroef van de tip aan elke kant van de
conus te verwijderen, de conus daarna te
kantelen en de twee schroeven terug te plaatsen
in de achterste gaten van de conus. Draai nu alle
vier de schroeven weer vast. Zie afbeelding 4.
5.
Sluit de fluxslang aan tussen de hopper en de
fluxingangspoort van de concentrische
conusarm (knip de slang af op de juiste lengte).
Fluxconuspositie
weergegeven zonder
mondstukeenheid.
Nederlands
D. Alle mondstukken
Wanneer de installatie op een van de drie
mondstukken is voltooid, dient er een
continuïteitscontrole te worden uitgevoerd tussen de
koperen fluxconus en de mondstukbehuizing. Dit kan
worden uitgevoerd met een ohmmeter of testlamp.
Als de meter nul aangeeft, moet u bepalen waar de
"kortsluiting" is en de situatie herstellen, anders zal de
koperen conus het potentiaal van de elektrode krijgen,
en als deze de grond raakt tijdens de lasbewerking,
zal de conus beschadigd raken.
40 tot 45
Afbeelding 5
17
Afbeelding 4
Nederlands