Par. T2.3.1 (vervolg)
D.
ELEKTRODEPOLARITEIT
De polariteit wordt gewijzigd door de
polariteitsschakelaar te bedienen op de stroombron,
indien aanwezig, of door de laskabels op de
stroombronuitgangen te verwisselen.
BELANGRIJK: BIJ HET WIJZIGEN VAN DE
POLARITEIT BIJ INSTALLATIES MET GEBRUIK VAN
DE VASTE AFSTANDSBEDIENING VAN DE
UITGESCHAKELDE K224:
Schakel de generator uit en wacht totdat deze volledig
is gestopt voordat u de polariteit verandert.
De polariteitsschakelaar op de vaste afstandsbediening
en de stroombronpolariteit moeten op dezelfde polariteit
worden ingesteld. Lukt dit niet, dan zal de zekering
springen in de vaste afstandsbediening en gaat er
generatorvermogen verloren.
De polariteit van het NA-5 stroomcircuit is bij levering
geschikt voor een positieve elektrode. Als een
negatieve elektrode wordt vereist, moeten twee kabels
binnen in het NA-5-bedieningskastje omgewisseld
worden. Ga als volgt te werk:
Schakel de stroom naar het bedieningskastje van NA-5 uit
door de lasstroombron uit te schakelen. Open de deur van
het bedieningskastje en zoek de contactstrips die op de
achterkant van het kastje linksonder in de hoek zijn
gemonteerd. Op het rechteruiteinde van de onderste
contactstrip moet u de zwarte en witte draden verwisselen
die naar de kabelafsluitingen gemarkeerd met (+) en (–)
lopen. De zwarte draad (nr. 67) moet worden aangesloten
op dezelfde polariteit als de elektrodelasdraad. Als de
elektrode positief is, moet u de zwarte draad dus aansluiten
op de (+) aansluiting op de contactstrip. De witte draad
(nr. 21) wordt aangesloten op aansluiting met
tegenovergestelde polariteit.
E.
BEWEGINGSMECHANISME
115 volt wisselstroom om de standaard Lincoln-loopkat
aan te drijven of om andere bewegingsmechanismen
te starten en te stoppen, wordt verkregen via een
aansluiting op een bedieningskastje. Dit is een
viertandsaansluiting die is aangesloten op draad #531,
#532, #25 en een aardingsdraad. Draad 531 en 532
verbruiken een wisselstroom van 115 volt. Draad #25
en #531 verbruiken een wisselstroom van 115 volt
waarbij #25 is aangesloten via het
bewegingsschakelcircuit voor draadaanvoerapparaten
voor handmatig of automatisch starten en stoppen.
(Zie par. T2.2.4-C voor volledige gegevens over de
K325-loopkat.)
F.
BOOG EN BEWEGING STARTEN EN
STOPPEN
Er zijn diverse volgorden mogelijk voor het starten en
stoppen van de boog en beweging met standaard
machines of optionele functies. De volgordekeuze hangt af
van de specifieke vereisten van de procedures en
toepassing. Zie par. T3.5.2 voor een beschrijving van deze
volgorden en de benodigde heraansluitingsprocedures.
G.
CALIBRATIE SNELHEIDSMETER
De jumper op de NA-5-snelheidsmeterkaart, te vinden
op de achterkant van de NA-5-deur achter de digitale
snelheidsmeter, wordt in de fabriek geschikt gemaakt
voor aansluiting op pen "95", wat correct is voor een
95/1 NA-5-kopratio met de S12514 aandrijfrol.#
Nederlands
Bij NA-5-koppen met andere verhouding of aandrijfrollen
moet de jumper opnieuw worden aangesloten volgens
onderstaand schema:
22
Nederlands