Opbouw en werking
4.
Zonder functie
-
5.
Schakelaar ruitenreinigingsinstallatie
Bediening van de ruitenreinigingsinstallatie.
6.
Schakelaar ruitenwisser
Bediening van de voorruitwisser.
7.
Schakelaar AUTO IDLE
De schakelaar kan worden gebruikt om zowel de AUTO-IDLE-
bediening als de auto-stop motorregeling in te schakelen, of
om beide uit te schakelen.
Een keer indrukken: De AUTO-IDLE-besturing wordt geacti-
veerd.
De bovenste controlelamp (2) gaat branden.
Het display toont AUTO IDLE (4).
Twee keer indrukken: De automatische motorstopbesturing
wordt geactiveerd.
Het bovenste controlelampje (2) en het onderste controlelamp-
je (3) gaan branden.
Het display toont de AUTO-IDLE-indicator (4) en de automati-
sche motorstop-indicator (5).
Drie keer indrukken: AUTO IDLE en Automatische motorstop worden uitgeschakeld.
Het bovenste controlelampje (2) en het onderste controlelampje (3) gaan uit.
De AUTO-IDLE-indicator (4) en de Automatische motorstop-in-
dicator (5) verschijnen niet meer op het display.
Zelfs als de startschakelaar in de RUN-positie wordt
gezet, blijft de geselecteerde modus behouden.
De AUTO IDLE-besturing zorgt ervoor dat het met de potentio-
meter vooraf ingestelde motortoerental na ca. 4 s daalt tot het
stationaire toerental, op voorwaarde dat er geen bedienings-
elementen worden bediend. Wanneer een van de bedienings-
elementen wordt bediend, wordt het toerental onmiddellijk ver-
hoogd tot het vooraf ingestelde motortoerental.
De auto-stop-bediening schakelt de motor uit als deze gedu-
rende een bepaalde periode niet wordt gebruikt tijdens statio-
nair draaien. Als u de automatische motoruitschakeling wilt ac-
tiveren, schakelt u de functie (blz. 82) in.
W9297-8144-1
01/2023
1
Na 30 sec. stopt
de motor
AUTO
5
4
AUTO
2
3
61