Veiligheidsvoorzieningen
Elke keer dat de machine in bedrijf wordt gesteld, moeten alle veiligheidsvoorzieningen op vakkundige wijze zijn
aangebracht en werken. Het is verboden om met de veiligheidsvoorzieningen te knoeien.
Beveiligingsvoorzieningen mogen alleen worden verwijderd na
Het stoppen en uitschakelen van de machine,
Het beveiligen tegen het opnieuw inschakelen (startschakelaar in stand STOP en sleutel verwijderd).
Vergrendeling van de bedieningselementen
Als de linkerbedieningsconsole (1) met de vergrendeling van de be-
dieningshendels (2) volledig opgetild is, zijn de hydraulische functies
van de bedieningshendel, het boomzwenkpedaal, de dozerbladhen-
del en het extra circuit vergrendeld. Daardoor is het veilige in- en uit-
stappen mogelijk.
Om de hydraulische functies te ontgrendelen, de bedie-
ningsconsole met de bedieningshendelvergrendeling volledig
laten zakken.
32
Veiligheidsbepalingen
2
W9297-8144-1
01/2023
1