Cabine verwarmen
Temperatuurregelaar (1) in stand "Warm" zetten.
Blauw Koud
Rood Warm
Ventilatorschakelaar (2) in stand 1, 2 of 3 schakelen.
Luchtmonden op de gewenste stand instellen.
Om een warmtestuwing en daarmee beschadigingen aan het ventilatiesysteem te voorkomen, lucht-
verstuivers niet met in bedrijf gestelde verwarming met voorwerpen (bijvoorbeeld tassen of kleding-
stukken) afdekken.
Om de cabine sneller warm te krijgen, de luchttoevoer via hen-
del (1) in stand recirculatielucht (B) zetten.
Er stroomt geen koude buitenlucht naar binnen en de circulerende
binnenlucht wordt sneller verwarmd.
Om te voorkomen dat na langer bedrijf de ruiten beslaan, moet na
het verwarmen van de cabine de luchttoevoer weer in stand verse
lucht (A) worden gezet.
In stoffige omgeving moet de toevoer van verse lucht
ingeschakeld zijn om de luchtdruk in de cabine te ver-
hogen. Dit helpt te voorkomen dat stof de cabine bin-
nendringt.
Langdurig werken met circulatieluchtmodus leidt tot
oververmoeidheid van de gebruiker! Circulatiebedrijf
STOP
gedurende een langere periode kan leiden tot zuur-
stofgebrek en oververhitting in de cabine. Er stroomt
geen koele, frisse lucht van buiten naar binnen. De ge-
bruiker raakt hierdoor snel oververmoeid.
Cabine koelen
Temperatuurregelaar (1) in stand "Koud" zetten.
Blauw Koud
Rood Warm
Ventilatorschakelaar (2) in stand 1, 2 of 3 schakelen.
Aircoschakelaar (3) indrukken en airco aanzetten. De indicatie
(4) brandt.
Luchtmonden op de gewenste stand instellen.
Zorg ervoor, dat de cabinedeur is gesloten, wanneer de verwarming resp. de airco in bedrijf is.
136
Bedrijf
1 1
KX060-05_079
B
A
1 1
4 4
3 3
KX060-05_045
W9297-8144-1
2 2
1
2 2
01/2023