42 Opstarten
Navigatie
De monitor kent vier manieren om te navigeren:
•
Primaire tabbladen
•
Verticale tabbladen
•
Opdrachtknoppen
•
Snelkoppelingen
Primaire tabbladen
Met de primaire tabbladen onder aan het scherm kunt u tussen tabbladen schakelen en
de bedieningselementen in het gedeelte Inhoud op de monitor wijzigen. Welke
tabbladen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het profiel dat u kiest. Welke informatie op
het scherm wordt weergegeven, is afhankelijk van het tabblad dat u kiest. De volgende
vijf primaire tabbladen zijn beschikbaar:
•
Home
•
Patiënt
•
Alarmen
•
Doornemen
•
Instellingen
Verticale tabbladen
Met de verticale tabbladen aan de linkerkant van het scherm kunt u naar aanvullende
gedeelten van een primair tabblad navigeren. Welke verticale tabbladen worden
weergegeven, is afhankelijk van het primaire tabblad dat u hebt gekozen.
Opdrachtknoppen
Met de opdrachtknoppen, zoals de knop Intervallen starten, kunt u navigeren en acties
uitvoeren.
Snelkoppelingen
Snelkoppelingen zijn een efficiënt navigatiemiddel. Als u bijvoorbeeld het
batterijpictogram in de statusbalk aanraakt, gaat u naar Instellingen [Settings
(Instellingen) > Device (Apparaat) > Date/Time (Datum/tijd)] en wordt meer
informatie over dat gedeelte van de monitor weergegeven.
Het tabblad Home
Op het tabblad Home wordt informatie over de patiënt weergegeven.
•
Gedeelte Status, waaronder de alarmstatus en de batterijstatus
•
Gedeelte Patiënt, waaronder naam en ID
•
NIBP
•
SpO2
®
Connex
Spot Monitor