Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Welch Allyn Connex Spot Monitor Gebruiksaanwijzing pagina 155

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
SpO2-specificaties (Masimo-specificaties, zie voetnoten 1, 2, 3, 4, 5 en 6)
Perfusie
Pulswaarde
Verzadiging
Opmerking
1
SpO2, nauwkeurigheid is bepaald door tests uit te voeren op gezonde, volwassen
vrijwilligers binnen het bereik van 60-100% SpO2 met behulp van een laboratorium-
pulsoximeter. De SpO2-nauwkeurigheid is bepaald op basis van 16 pasgeboren NICU-
patiënten die tussen 7 en 135 dagen oud waren en tussen 0,5 en 4,25 kilo wogen. Er zijn
negenenzeventig (79) gegevensvoorbeelden verzameld in een bereik van 70% tot 100%
SaO2 met een resulterende nauwkeurigheid van 2,9% SpO2.
2
De Masimo-sensors zijn gevalideerd voor nauwkeurigheid zonder beweging in
onderzoeken van menselijk bloed bij gezonde, volwassen, mannelijke en vrouwelijke
vrijwilligers met lichte tot donkere huidpigmentatie in onderzoeken naar opgewekte
hypoxie in het bereik van 70% tot 100% SpO2 met behulp van een laboratorium-
pulsoximeter en een ECG-monitor. Deze variatie is gelijk aan plus of min één
standaardafwijking. Plus of min één standaardafwijking omvat 68% van de populatie.
3
De Masimo-sensors zijn gevalideerd voor nauwkeurigheid zonder beweging in
onderzoeken van menselijk bloed bij gezonde, volwassen, mannelijke en vrouwelijke
vrijwilligers met lichte tot donkere huidpigmentatie in onderzoeken naar opgewekte
hypoxie in het bereik van 70% tot 100% SpO2 met behulp van een laboratorium-CO-
oximeter en een ECG-monitor. Deze variatie is gelijk aan plus of min één
standaardafwijking die 68% van de populatie omvat.
4
De Masimo SET-technologie is gevalideerd voor nauwkeurigheid met lage perfusie in
vergelijkingstesten met behulp van een Biotek Index 2-simulator en de Masimo-simulator
met signaalsterkten van meer dan 0,02% en een signaalverzending van meer dan 5%
voor verzadigingen binnen het bereik van 70 tot 100%. Deze variatie is gelijk aan plus of
min één standaardafwijking die 68% van de populatie omvat.
5
De Masimo-sensors zijn gevalideerd voor de nauwkeurigheid van de pulswaarde voor
het bereik van 25 tot 240 bpm in vergelijkingstesten met behulp van een Biotek Index 2-
De nauwkeurigheid van de verzadiging verschilt
per sensortype.
40–240 bpm;volw./kind = ±3 cijfers; pasgeborene =
±3 cijfers
18 tot 321 slagen per minuut (bpm)
Zonder beweging (18 tot 300 bpm):±3 cijfers
Met beweging (40 tot 240 bpm):±5 cijfers
70% tot 100%
70% tot 100%
Volwassene/kind
Pasgeborenen
Geen beweging
Geen beweging
Vingerklem: ±2 cijfers
Vingerklem: ±3 cijfers
Flex: ±3 cijfers
Flex: ±3 cijfers
Zachte sensor: ±2 cijfers
Zachte sensor: N.v.t.
8000R: ±3 cijfers
8000R: N.v.t.
8000 Q: ±4 cijfers
8000 Q: N.v.t.
Beweging
Beweging
Vingerklem: ±2 cijfers
Vingerklem: ±3 cijfers
Flex: ±3 cijfers
Flex: ±4 cijfers
Zachte sensor: ±3 cijfers
Zachte sensor: ±4 cijfers
Lage perfusie
Lage perfusie
Alle sensors: ±2 cijfers
Alle sensors: ±3 cijfers
Specificaties 149

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave