Alarmen
Alarmvalidatie activeren of deactiveren
Wanneer alarmvalidatie is geactiveerd
(zie pagina 208), moet een alarmconditie gedu-
rende een bepaalde periode hebben bestaan voor-
dat er akoestische en zichtbare alarmsignalen
worden ingeschakeld. Deze functie reduceert het
aantal valse alarmen.
Wanneer alarmvalidatie is geactiveerd, staat de tijd
tussen de waarneming en aankondiging van een
parameter die buiten de ingestelde alarmgrenzen
valt gelijk aan de tijd van waarneming plus de toe-
Parameter
ECG/Hartfrequentie (HF)
Polsslag (PLS)
ST-segmentanalyse (ST)
Ademhalingsfrequentie (RFi)
Ademhalingsfrequentie (RFc)
Pulsoxymetrie (SpO
)
2
Invasieve bloeddruk (IBP)
Totaal hemoglobine (SpHb en SpHbv)
Carboxyhemoglobineverzadiging (SpCO)
Patient volume index (PVI)
Methemoglobineverzadiging (SpMet)
OPMERKING
1)
Selecteer de validatieperiode voor het bovenste ST-grensalarm in het dialoogvenster ST (zie Duur
gebeurtenis op pagina 119).
2)
Voor Nellcor OxiMax SpO
(zie SatSeconds op pagina 156).
64
2)
: vervangt het SatSeconds-alarm vervangt de alarmvalidatie-instelling
2
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – M540-patiëntmonitor SW VG2
gewezen alarmvalidatievertraging. Voor HR, het
toevoegen van de vertragingstijd kan over het
maximum van 10 seconden toegestaan door AAMI
EC13 en IEC 60601-2-27 komen.
In de volgende tabel wordt vermeld voor welke
parameters een alarmvalidatietijd geldt. Parame-
ters die niet in de tabel voorkomen, hebben geen
validatietijden, en akoestische en zichtbare alar-
men worden bijna onmiddellijk geactiveerd.
Bovenste alarmgrens
6 s
6 s
uit, 15 s tot 60 s
(in delen van 15 s –
1)
selecteerbaar)
14 s
8 s
6 s
10 s
6 s
6 s
6 s
6 s
Onderste alarmgrens
6 s
10 s
uit, 15-60 s (in delen van
(1)
15 s – selecteerbaar)
14 s
10 s
10 s
4 s
10 s
10 s
10 s
10 s