Patiënt opnemen
Als de M540 onderdeel is van een IACS die is aan-
gesloten op het Infinity-netwerk, kunnen de patiënt-
gegevens worden verkregen via het netwerk en
worden doorgestuurd naar de M540 (voor details,
raadpleeg Infinity Acute Care System – Bewa-
kingstoepassingen Gebruiksaanwijzing). Een
patiënt kan tevens handmatig worden opgenomen
op de M540.
WAARSCHUWING
Monitoren in een zorggebied kunnen identiek
lijken, maar verschillende standaardalarmin-
stellingen hebben omdat er verschillende pro-
fielen aan zijn toegewezen. Nadat u een
patiënt hebt opgenomen, moet u altijd contro-
leren of de ingestelde alarmgrenzen geschikt
zijn voor de patiënt.
Om de patiënt handmatig op te nemen
1 Druk op de functietoets Menu.
2 Druk op de tab Patiëntinstellingen.
3 Druk op Patiëntcategorie en vervolgens de
juiste categorie (Volw., Pediatrisch,
Neonataal). Het bericht Het wijzigen van
patiëntcategorie heeft wijziging van alarmin-
stellingen en algoritmische verwerking tot
gevolg verschijnt. Voor meer details over de
categorieën, zie pagina 58.
4 Druk op OK. Het dialoogvenster
Patiëntinstellingen wordt gesloten.
5 Druk op de functietoets Menu.
6 Druk op de tab Patiëntinstellingen.
7 Druk op Naam en gebruik het toetsenbord op
het scherm om de naam (tot 25 tekens) in te
voeren en druk vervolgens op Bevestig.
8 Druk op ID en gebruik het toetsenbord op het
scherm om het ID-nummer (tot 12 karakters) in
te voeren en druk vervolgens op Bevestig.
Gebruiksaanwijzing Infinity Acute Care System – M540-patiëntmonitor SW VG2
9 Druk op Opnamedatum en druk vervolgens op
elk van de volgende opties: Dag, Maand en
Jaar om de geschikte datum in te voeren.
10 Druk op OK om de gegevensinvoer te
bevestigen.
Gebruik de pijlen om naar boven of beneden
te scrollen om de gegevens te veranderen. Als
u sneller door de gegevens (bijvoorbeeld het
jaar) wilt scrollen, houdt u de pijl ingedrukt.
11 Druk op Geboortedatum en druk vervolgens
op elk van de volgende opties: Dag, Maand en
Jaar om de geschikte datum in te voeren.
Gebruik de pijlen om naar boven of beneden
te scrollen om de gegevens te veranderen. Als
u sneller door de gegevens (bijvoorbeeld het
jaar) wilt scrollen, houdt u de pijl ingedrukt.
12 Druk op OK om de gegevensinvoer te
bevestigen.
13 Druk op Arts en gebruik het toetsenbord op het
scherm om de naam van de arts (tot 12 tekens)
in te voeren.
14 Druk op Bevestig om de gegevensinvoer te
bevestigen.
OPMERKING
De lengte en het gewicht van de patiënt moet wor-
den ingevoerd bij de Cockpit wanneer de M540
gekoppeld is in een IACS-configuratie. Wanneer
de M540 draadloos op transport is, moet de lengte
en het gewicht van de patiënt worden ingevoerd
in het ICS.
Aan de slag
57