Advertenties
Bediening
– Controleer de coating van de batterijbak en
het deksel van de bak op beschadiging.
– Controleer de batterij op scheuren in het
huis, omhooggekomen platen en zuurlekka-
ge.
– Batterijstekkers controleren.
– Controleer de kabeldoorvoeren op bescha-
diging.
– Een defecte batterij mag alleen worden ge-
repareerd door het geautoriseerde service-
centrum.
– Open de vuldop (1) en controleer het zuur-
peil.
Bij batterijen met "celdoppen met bescherm-
korf" moet de elektrolyt tot de onderzijde van
de korf reiken.
Bij batterijen zonder "celdoppen met be-
schermkorf" moet de elektrolyt 10 tot 15 mm
boven de loden platen staan.
– Als het vloeistofniveau te laag is, vul dan al-
leen bij met gedestilleerd of gedeminerali-
seerd water.
– Reinig het celdeksel van de batterij en
droog het indien nodig.
– Verwijder alle oxidatieresten van de batterij-
polen en smeer de polen in met zuurvrij vet.
– Laat met regelmatige intervallen de pool-
klemmen van de batterij (2) door het geau-
toriseerde servicecentrum aanhalen vol-
gens de instructies van de batterijfabrikant.
– Controleer de zuurdichtheid met behulp van
een zuurweger.
Na het opladen moet de zuurdichtheid tussen
1,28 en 1,30 kg/l liggen.
Bij een lege batterij mag de zuurdichtheid niet
lager zijn dan 1,14 kg/l.
– Sluit de vuldop (1) weer.
56368011536 NL - 01/2021 - 05
Omgang met de loodzuurbatterij
2
4
1
6321_003-126
421
Advertenties
