4
Cabine
GEVAAR
Brandgevaar door oververhitting!
De verwarming raakt oververhit als de
hete lucht niet kan ontsnappen.
De verwarming mag alleen worden inge-
schakeld als de ventilator loopt en de
verwarming niet door voorwerpen (zoals
een jas of deken) is afgedekt.
– Schakel altijd eerst de ventilator in.
– Schakel de verwarming niet in voor-
dat de ventilator loopt.
– Verwijder eventueel aanwezige voor-
werpen van de verwarming en lucht-
verdelers.
GEVAAR
De behuizing van de verwarming kan
erg heet worden wanneer de verwar-
ming in werking is. Bij aanraking be-
staat er verbrandingsgevaar!
– Raak de behuizing van de verwar-
ming niet aan wanneer de verwar-
ming werkt.
– Raak alleen de schakelaars aan.
Bedieningselementen van de verwar-
ming
De bedieningselementen van de verwarming
bestaan uit:
1
Regelknop voor het verwarmingsniveau
2
Regelknop voor de ventilator
3
Regelknop voor de ventilatieopening
Ventilator en verwarming inschakelen
– Draai de regelknop voor de ventilator (2)
naar de gewenste ventilatorstand.
De ventilator loopt met het toerental dat met
de regelknop voor de ventilator (2) is gekozen.
– Draai de regelknop voor het verwarmingsni-
veau (1) naar het gewenste verwarmingsni-
veau.
De verwarming verwarmt de lucht tot het ver-
warmingsniveau is bereikt dat met de regel-
knop voor het verwarmingsniveau (1) is inge-
steld.
364
56368011536 NL - 01/2021 - 05
Bediening
0