4
Voorzetapparatuur
Het voorzetapparaat beweegt in de richtin-
gen (E) of (F) die door het pictogram (F) wor-
den weergegeven.
– Druk de horizontale tuimelschakelaar (1) in
de richting (G) of (H).
Het voorzetapparaat beweegt in de richtin-
gen (G) of (H) die door het pictogram (F) wor-
den weergegeven.
– Laat de shift-toets "F" (4) los.
OPMERKING
De pictogrammen zijn aangebracht in over-
eenstemming met de voorzetapparatuur waar-
mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als
er een voorzetapparaat met andere functies
wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde
servicecentrum controleren of de pictogram-
men het juiste weergeven. Als dit niet het ge-
val is, dienen de pictogrammen te worden ver-
vangen.
Een last met voorzetapparatuur op-
pakken
WAARSCHUWING
Ongevallenrisico!
Voorzetapparatuur mag uitsluitend worden gebruikt
in overeenstemming met het gebruiksdoel, zoals be-
schreven in de betreffende bedieningsinstructies.
Bestuurders moeten geïnstrueerd zijn in het omgaan
met de voorzetapparatuur.
WAARSCHUWING
Ongevallenrisico!
Lasten mogen alleen met de voorzetapparatuur wor-
den opgepakt en getransporteerd indien de lasten
stevig worden vastgegrepen en vastgehouden. Waar
nodig moeten lasten extra worden beveiligd tegen
glijden, rollen, vallen, slingeren of kantelen. Denk er-
aan dat elke verandering van de positie van het last-
zwaartepunt de stabiliteit van de machine beïnvloedt.
Controleer het lastindicatieplaatje voor de voorzetap-
paratuur of de combinatie van voorzetapparatuur.
– Op de plaatjes staan de toegestane waar-
den voor:
348
56368011536 NL - 01/2021 - 05
Bediening