4
Procedure in noodsituaties
Procedure in noodsituaties
Nooduitschakeling
WAARSCHUWING
De elektrische rembekrachtiging werkt niet als de
noodstopschakelaar of de scheidingsschakelaar van
de batterij is bediend.
Door de noodstopschakelaar (1) te bedienen, wor-
den de aandrijvingen losgekoppeld van de voeding.
Door de scheidingsschakelaar van de batterij (2) te
bedienen, wordt de complete voeding van de machi-
ne ontkoppeld.
De rem met energieterugwinning houdt de machine
op een helling niet tegen.
– Gebruik de bedrijfsrem om te remmen.
LET OP
Mogelijke beschadiging van de batterijstekker!
Als u de batterijstekker loskoppelt als de machine is
ingeschakeld (onder last), vindt er een boogontlading
plaats. Dit kan erosie van de contacten veroorzaken,
waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk
wordt verkort.
– Schakel de machine uit voordat u de batterijstek-
ker loskoppelt.
– Koppel de batterijstekker niet los als de machine
is ingeschakeld, behalve als er sprake is van een
noodgeval.
In een noodgeval kunnen alle functies van de
heftruck worden uitgeschakeld:
– Druk op de noodstopschakelaar (1) of zet
de scheidingsschakelaar van de batterij (2)
op "OFF".
In de rijmodus heeft het indrukken van de
noodstopschakelaar (1) of het draaien van
de scheidingsschakelaar van de batterij (2)
de volgende effecten:
De rijsnelheid wordt bij loslaten van het rij-
●
pedaal niet verlaagd, in overeenstemming
met het geselecteerde rijprogramma. De
machine rolt uit en komt tot stilstand.
In het eerste gedeelte van de rempedaal-
●
slag werkt de elektrische rem niet:
Om de heftruck met de mechanische rem af
te remmen, moet het rempedaal verder
worden ingetrapt.
396
56368011536 NL - 01/2021 - 05
Bediening
2
6219_901-014