Bediening
dient de bestuurder regelmatig ook via de
snelheidsindicator op het display- en bedie-
ningspaneel te controleren of de voor de be-
treffende omgeving toegestane maximumsnel-
heid niet wordt overschreden.
Een hal binnenrijden
●
Het plafondsensorsysteem herkent automa-
tisch wanneer de heftruck een hal binnen-
rijdt. Het systeem remt dan automatisch de
heftruck af naar de maximumsnelheid die is
ingesteld voor de hal. Het symbool voor
de "snelheidsbegrenzing"
het display.
Een hal verlaten
●
Wanneer de heftruck de hal weer verlaat,
geeft het plafondsensorsysteem de inge-
stelde maximumsnelheid voor het rijden
buiten de hal vrij. Dit gebeurt vanwege het
bereik van de sensor mogelijk pas wanneer
de heftruck zich enkele meters van de uit-
gang van de hal bevindt. Voordat de hef-
truck kan accelereren naar de maximum-
snelheid die is toegestaan voor buiten rij-
den, moet de snelheidsbegrenzing ontgren-
deld zijn. Laat hiertoe het rijpedaal kort los
en trap het vervolgens opnieuw in.
Machine inschakelen in een hal
●
Als de heftruck in een hal wordt ingescha-
keld, detecteert het plafondsensorsysteem
het plafond van de hal en verlaagt het de rij-
snelheid tot de maximumsnelheid die is in-
gesteld voor hallen.
Mogelijke beperkingen bij de objecther-
kenning
Als de heftruck buiten onder grotere bouw-
●
kundige bovenconstructies door rijdt, bij-
voorbeeld een voetgangersbrug, kan het
plafondsensorsysteem deze bovencon-
structie interpreteren als zijnde het plafond
van een hal en de maximumsnelheid verla-
gen.
In zeldzame gevallen kan het voorkomen
●
dat het plafondsensorsysteem een plafond
niet herkent en vervolgens de snelheid niet
reduceert. Dit kan gebeuren als de signalen
van de plafondsensor vanwege de geome-
trie van het plafond onvoldoende worden te-
ruggekaatst, bijvoorbeeld bij grotere raam-
oppervlakken onder een hoek van 45°.
verschijnt op
56368011536 NL - 01/2021 - 05
4
Extra apparatuur
355