Pagina 1
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Elektrische heftruck RX20 14-20 Cat. 2GD/3GD Classificatie voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen 6219 6220 6221 6222 6223 6224 6225 6226 6227 6228 6229 6230 6231 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 3
Voorwoord Adres van fabrikant en con- tactgegevens STILL GmbH Berzeliusstraße 10 22113 Hamburg, Duitsland Tel. +49 (0) 40 7339-0 Fax: +49 (0) 40 7339-1622 E-mail: info@still.de Website: http://www.still.de Regels voor het bedrijf dat gemotoriseerde transport- werktuigen gebruikt In aanvulling op deze bedieningsinstructies is...
Pagina 4
Voorwoord Internetadres en QR-code De informatie is op elk moment toegankelijk door het adres https://m.still.de/vdma in een webbrowser te plakken of door de QR-code te scannen. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 5
Inhoudsopgave Voorwoord Uw machine ............Beschrijving van de machine.
Pagina 6
Inhoudsopgave Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen ....... . Bedrijf dat de machine gebruikt ..........Gekwalificeerde persoon voor het controleren van de explosiebeveiliging .
Pagina 7
Bedienings- en weergave-elementen ........Display- en bedieningspaneel ”STILL Easy Control”......
Pagina 10
Inhoudsopgave Bediening van hefinrichting met meerdere hendels ......Bediening van hefinrichting met dubbele minihendel ......Bediening van hefinrichting met drievoudige minihendel .
Pagina 11
Inhoudsopgave Hydraulisch systeem drukloos maken met behulp van de drievoudige minihendel en de 5e functie ............. Hydraulisch systeem drukloos maken met behulp van een viervoudige minihendel.
Pagina 12
Inhoudsopgave Cabine ............. Cabinedeur openen en sluiten.
Pagina 13
Inhoudsopgave Loodzuurbatterij opladen ..........Vereffeningslading om de batterijcapaciteit te behouden .
Pagina 14
Inhoudsopgave Onderhoud door het geautoriseerde servicecentrum: Onderdelen voor explosiebeveiliging - 1000 uur/jaarlijks ........Onderhoud - om de 1000 draaiuren/jaarlijks .
Pagina 15
Inhoudsopgave VDI-specificatieblad: RX20-16 met pendelas ....... VDI-specificatieblad: RX20-18 met pendelas ....... VDI-specificatieblad: RX20-20 met pendelas .
Pagina 18
Uw machine Uw machine Beschrijving van de machine Algemeen De STILL RX20 14-20 is een elektrisch aan- gedreven heftruck met een draaikrans of een pendelas achter. Hij heeft een hefvermogen tot 2 ton met een lastzwaartepunt van 500 mm. De machine kan zonder last snelhe- den tot 20 km/h bereiken.
Pagina 19
Voorwoord Uw machine Slijtagebescherming van de vorken ● Lastmeting, nauwkeurige lastmeting, last- ● som en tarrafunctie Remsysteem Het remsysteem van de heftruck bestaat uit drie verschillende remmen: Bedrijfsrem ● Rem met energieterugwinning ● Mechanisch bediende parkeerrem ● Elektrisch bediende parkeerrem (variant) ●...
Pagina 20
Voorwoord Uw machine Aandrijving Beide voorwielen van de STILL RX20 14-20 worden aangedreven door een onderhouds- vrije draaistroomaandrijving met 48V-techno- logie in de vooras. Een loodzuurbatterij zorgt voor de voeding. Deze batterij kan vanaf de zijkant worden ver- vangen. De bestuurder kan via de efficiencymo- dus ”Blue-Q”...
Pagina 21
Voorwoord Uw machine configureerbare favorieten. Het display- en be- dieningspaneel bewaakt ook de functies van de machine. Algemeen De in deze bedieningsinstructies beschreven heftruck voldoet aan de van toepassing zijnde normen en veiligheidsvoorschriften. Als de machine op de openbare weg moet worden gebruikt, moet hij voldoen aan de gel- dende nationale voorschriften van het land waar de machine wordt gebruikt.
Pagina 22
Voorwoord Uw machine CE-markering Met de CE-markering verklaart de fabrikant dat de heftruck voldoet aan de ten tijde van het op de markt brengen van de heftruck gel- dende normen en voorschriften. Dit wordt be- vestigd door de EG-verklaring van overeen- stemming.
Pagina 23
Voorwoord Uw machine EG-verklaring van overeenstemming volgens de Machinerichtlijn Verklaring STILL GmbH Berzeliusstraße 10 D-22113 Hamburg Duitsland Wij verklaren dat de Machine volgens deze bedieningsinstructies Model volgens deze bedieningsinstructies in overeenstemming is met de meest recente versie van de Machinerichtlijn 2006/42/EG.
Pagina 24
Voorwoord Uw machine Accessoires Twee sleutels voor de contactschakelaar ● (niet bij machines met de variant voor ”in- schakelen met een drukknop” variant) Twee sleutels voor de cabine (variant) ● Een inbussleutel voor de nooddaalprocedu- ● re (in het opbergvak) Een batterijwisselframe ●...
Pagina 27
Voorwoord Uw machine Informatiesticker: Let op / Bedieningsinstruc- Waarschuwingsplaatje: Gevaarlijke elektri- ties lezen / Veiligheidsgordel omdoen / Par- sche spanning keerrem aantrekken als u de machine ver- Informatiesticker: Lastmeting laat / Passagiers niet toegestaan / Niet uit Informatiesticker: ANTISTATIC CHECKED de heftruck springen als deze kantelt / Leun (antistatische eigenschappen gecontroleerd;...
Pagina 28
Voorwoord Uw machine 0044 S.r.l. 20812 LIMBIATE (MB) ‒ Via Marconi, CBH ‒ 5 II 573714 3 Year 20 Ex d IIC T II 2 (1) GD Ex tb IIIC T °C Db IP66 ATEX 043X T.amb. = ‒20°C to + 60°C CABLE ENTRIES : SEE INSTRUCTIONS T cable °C...
Pagina 29
Voorwoord Uw machine Informatiesticker: Hydrauliekolietank Informatiesticker: Regelmatige controles Informatiesticker: Snelheidsbegrenzing Informatiesticker: Batterijservice Waarschuwingsplaatje: Niet onder de vork Informatiesticker: Let op / Bedieningsinstruc- staan / Niet op de vork staan ties lezen Waarschuwingsplaatje: Gevaar van afschui- Informatiesticker: Hijspunt ven / Gevaar door hoge vloeistofdruk Waarschuwingsplaatje: Gevaar door af- Informatiesticker: Gebruik in koelhuizen (va- schuiven (op draaistoel variant)
Pagina 30
Voorwoord Uw machine Typeplaatje Aan de hand van de informatie op het typepla- tje kan de heftruck worden geïdentificeerd. Model Productienummer Adres van fabrikant Bouwjaar Leeggewicht in kg Maximaal toegestaan batterijgewicht (kg) Minimaal toegestaan batterijgewicht (kg) Extra gewicht (kg) ATEX-nummer Opdrachtnummer Miretti Data-matrix-code...
Pagina 31
Voorwoord Uw machine Gegevens betreffende het wegen- verkeersreglement Dit plaatje bevat informatie over het gewicht en de lastverdeling van de heftruck in kg. Nettogewicht Totaal toegestaan gewicht Toegestane asbelasting vooras Toegestane asbelasting achteras Nuttige last 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 32
Voorwoord Uw machine Typeplaatje van de drukvaste be- huizing De vlambestendige behuizingen zijn gemar- keerd met een desbetreffend typeplaatje. De gegevens op het plaatje komen overeen met het goedgekeurde toepassingsgebied voor de 0044 S.r.l. vlambestendige behuizing. Het plaatje moet 20812 LIMBIATE (MB) ‒...
Pagina 33
Voorwoord Uw machine Typeplaatje van de batterij Het typeplaatje van de batterij is gemonteerd op de batterijbak. De informatie op dit typepla- tje beschrijft de toegestane gebruiksomgeving van de batterij. Gebruik alleen explosiebeveiligde batte- – rijen die zijn goedgekeurd voor de omge- ving waarin de machine zal worden ge- bruikt.
Pagina 34
Voorwoord Uw machine OPMERKING In dit voorbeeld wordt de firma HAWKER ® genoemd als batterijleverancier. Als de machi- ne is uitgerust met een explosiebeveiligde bat- terij van een andere fabrikant, biedt het geau- toriseerde servicecentrum hulp bij het decode- ren van het typeplaatje van de batterij. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 35
Voorwoord Uw machine Diagnose-interface De machine is uitgerust met een diagnose-in- terface die de machineregeleenheid bewaakt en uitleest. Alleen het geautoriseerde service- centrum mag de diagnose-interface bedienen. De diagnose-interface staat op de informatie- sticker (zie afbeelding). IRP-0017-01 6219_901-019 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 36
Voorwoord Gebruik van de machine Gebruik van de machine Basisinformatie over explosiebeveiliging GEVAAR Explosiegevaar! De machine mag alleen worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen waar- voor de machine is goedgekeurd! – Controleer de gebruikslocatie door deze te vergelijken met de informatie op het typeplaatje.
Pagina 37
Voorwoord Gebruik van de machine voorkomen. Daarbij wordt tevens onderscheid gemaakt tussen ontvlambare gassen, rook, dampen en stof. Gassen en dampen worden op basis van hun ontstekingstemperatuur aan temperatuurklas- sen toegewezen. Daardoor kan ontsteking door oververhitte oppervlakken van de uitrus- ting worden voorkomen.
Pagina 38
Voorwoord Gebruik van de machine het de bedoeling is dat de machine wordt ge- bruikt. Uitrusting in groep II Zone Categorie Beschrijving II 1G Permanent, langdurig of frequent gevaarlijke explosieve II 1D atmosfeer in de vorm van een ontvlambare stofwolk II 2G Incidenteel gevaarlijke explosieve atmosfeer in de vorm II 2D...
Pagina 39
Voorwoord Gebruik van de machine Temperatuurklasse Ontstekingstemperatuurbereik Maximale oppervlaktetemperatuur > 200 °C tot 300 °C 200 °C > 135 °C tot 200 °C 135 °C > 100 °C tot 135 °C 100 °C > 85 °C tot 100 °C 85 °C Ingebruikname Met ingebruikname wordt het eerste beoogde gebruik van de machine bedoeld.
Pagina 40
Voorwoord Gebruik van de machine er om gevaarlijke situaties te voorkomen eerst bij de fabrikant en, indien nodig, de bevoegde wettelijke instanties om goedkeuring worden gevraagd. De maximaal te heffen last staat vermeld op het lastindicatieplaatje (lastschema) en mag niet worden overschreden; zie ook het hoofd- stuk ”Vóór het oppakken van een last”...
Pagina 41
Voorwoord Gebruik van de machine GEVAAR Kantelgevaar van de vorkheftruck! – Voer geen stapel- of ontstapelwerkzaamheden uit op hellende oppervlakken of HGV-oprijplaten/plat- forms. GEVAAR Explosiegevaar! De heftruck mag niet worden gebruikt in brand- of explosiegevaarlijke omgevin- gen die niet overeenstemmen met de classificatie van de machine.
Pagina 42
Voorwoord Gebruik van de machine Gebruikslocatie GEVAAR Er bestaat explosiegevaar tijdens ge- bruik in explosiegevaarlijke omgevin- gen. De machine mag alleen worden gebruikt in explosiegevaarlijke omgevingen waar- voor de machine is goedgekeurd! – Controleer de gebruikslocatie door deze te vergelijken met de informatie op het typeplaatje.
Pagina 43
Voorwoord Gebruik van de machine Het gebruik is toegestaan in omgevingen waar tijdens normaal bedrijf gevaarlijke, po- tentieel explosieve atmosferen kunnen ont- staan ten gevolge van gassen, dampen of nevel. Zone 21 – categorie 2D ● Het gebruik is toegestaan in omgevingen waar tijdens normaal bedrijf gevaarlijke, po- tentieel explosieve atmosferen kunnen ont- staan ten gevolge van stof.
Pagina 44
Voorwoord Gebruik van de machine Als de heftruck op de openbare weg moet worden gebruikt, moet hij voldoen aan de na- tionale voorschriften van het land waar de heftruck wordt gebruikt. De ondergrond moet voldoende draagvermo- gen hebben (beton, asfalt) en het oppervlak ervan moet ruw zijn.
Pagina 45
Voorwoord Gebruik van de machine Parkeerrem bij temperaturen onder -10 °C LET OP Batterijen kunnen bevriezen! Als de heftruck langere tijd wordt geparkeerd bij een omgevingstemperatuur onder -10 °C, koelen de bat- terijen af. De elektrolyt kan bevriezen en de batterij- en beschadigen.
Pagina 46
Voorwoord Gebruik van de machine WAARSCHUWING Het gebruik van werkplatforms is wettelijk geregeld. Het gebruik van werkplatforms is alleen toegestaan indien de wet van het land waarin de heftruck wordt gebruikt dit toestaat. – Volg de nationale wettelijke voorschriften op. –...
Pagina 47
Voorwoord Informatie over de documentatie Informatie over de documentatie Omvang van de documentatie Originele bedieningsinstructies van de hef- ● truck Originele bedieningsinstructies van het dis- ● play- en bedieningspaneel Bedieningsinstructies van de gemonteerde ● varianten die niet worden genoemd in de bovengenoemde originele bedieningsin- structies ”UPA”...
Pagina 48
Voorwoord Informatie over de documentatie reserveonderdelen. Zij kunnen als reserveon- derdeel worden besteld. Het bedienings- en onderhoudspersoneel moet goed met deze bedieningsinstructies vertrouwd worden gemaakt. Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet erop toezien dat alle gebruikers deze bedieningsin- structies ontvangen, gelezen en begrepen hebben.
Pagina 49
De uitgavedatum en de versie van deze be- dieningsinstructies vindt u op de titelpagina. STILL streeft er continu naar zijn heftrucks verder te ontwikkelen. Wijzigingen in de bedie- ningsinstructies zijn voorbehouden en claims op basis van de informatie en afbeeldingen in deze bedieningsinstructies kunnen niet wor- den gehonoreerd.
Pagina 50
Voorwoord Informatie over de documentatie GEVAAR Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om levensgevaar te voorkomen. WAARSCHUWING Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om verwondingsgevaar te voorkomen. LET OP Geeft aan dat de procedures strikt moeten worden gevolgd om beschadiging en/of vernieling van mate- riaal te voorkomen.
Pagina 51
Voorwoord Informatie over de documentatie Afkorting Betekenis Verklaring Duitse voorschriften ter voorkoming van DGUV Berufsgenossenschaftliche Vorschrift ongevallen Bevestigt de overeenstemming met pro- Communauté Européenne ductspecifieke Europese richtlijnen (CE- markering) Commission on the Rules for the Approval Internationale commissie voor de keuring of the Electrical Equipment van elektrisch materiaal Direct Current...
Pagina 52
Voorwoord Informatie over de documentatie Afkorting Betekenis Verklaring Banden voor eenvoudigere montage, zon- Snap-In Tyre der losse velgdelen Duitse voorschriften voor goedkeuring van StVZO Straßenverkehrs-Zulassungs-Ordnung voertuigen voor de openbare weg Verordening inzake gevaarlijke stoffen, TRGS Technische Regel für Gefahrstoffe geldig voor de Bondsrepubliek Duitsland Verband der Elektrotechnik Elektronik In- Duitse technische/wetenschappelijke or- formationstechnik e.
Pagina 53
Voorwoord Informatie over de documentatie Schematische afbeeldingen Overzicht van functies en bedienings- procedures Op veel plaatsen in deze documentatie wordt de volgorde (meestal opeenvolgend) van be- paalde functies of bedieningshandelingen uit- gelegd. Ter verduidelijking van deze procedu- res worden er schematische afbeeldingen van een vorkheftruck gebruikt.
Pagina 54
Voorwoord Milieuoverwegingen Milieuoverwegingen Verpakking Bij aflevering van de heftruck zijn bepaalde onderdelen verpakt ter bescherming tijdens het transport. Deze verpakking moet volledig worden verwijderd voordat de heftruck voor het eerst wordt gestart. MILIEUVOORSCHRIFT Het verpakkingsmateriaal moet na levering van de heftruck op de juiste manier worden af- gevoerd.
Pagina 56
Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen Definitie van de verantwoordelijke personen Bedrijf dat de machine gebruikt Het bedrijf dat de machine gebruikt, is de na- tuurlijke of wettelijke persoon die met de ma- chine werkt of in wiens opdracht met de ma- chine wordt gewerkt.
Pagina 57
Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen Gekwalificeerde persoon voor het controleren van de explosiebeveili- ging Gekwalificeerde personen het controleren van de explosiebeveiliging (hierna ”gekwalificeer- de persoon” genoemd) zijn servicemonteurs of personen die voldoen aan de volgende vereis- ten: Een afgeronde beroepsopleiding aan de ●...
Pagina 58
Deze persoon moet ook regelmatig zijn of haar kennis opfrissen De gekwalificeerde persoon mag werkzaam- heden verrichten aan gemotoriseerde trans- portwerktuigen van STILL die zijn omgebouwd door Miretti. Bestuurders Deze machine mag alleen worden gebruikt door personen die voldoen aan de volgende...
Pagina 59
Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen Rechten, plichten en gedragscodes GEVAAR Ongevallenrisico door het gebruik van bedwelmen- de middelen! Het gebruik van drugs en alcohol en van medicijnen die het reactievermogen beïnvloeden, beperken de geschiktheid om de machine te besturen. Personen onder invloed van voornoemde middelen mogen nooit aan of met een machine werken.
Pagina 60
Veiligheid Definitie van de verantwoordelijke personen Verbod voor onbevoegden De bestuurder is gedurende zijn gehele werk- tijd verantwoordelijk voor de machine. Hij mag niet toestaan dat niet-geautoriseerde perso- nen de machine bedienen. Wanneer hij de machine verlaat, dient de be- stuurder ervoor te zorgen dat onbevoegde personen de machine niet kunnen gebruiken, bijvoorbeeld door de contactsleutel uit het...
Pagina 61
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Basisprincipes voor een veilig gebruik Verzekeringsdekking voor gebruik op het bedrijfsterrein Veel bedrijfsterreinen zijn beperkt openbare verkeersgebieden. OPMERKING Vraag bij de aansprakelijkheidsverzekering van uw onderneming na of de verzekering de schade dekt die uw heftruck op een beperkt openbaar terrein aan derden toebrengt.
Pagina 62
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Wij waarschuwen tegen montage en gebruik van veiligheidssystemen die niet door de fabri- kant zijn goedgekeurd. GEVAAR Explosiegevaar door extra boringen in het batterijdeksel! Er kunnen explosieve gassen ontsnap- pen die mogelijk tot dodelijke ongevallen leiden als zij exploderen.
Pagina 63
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik transportwerktuigen gespecialiseerd con- structiebureau. Het constructiebureau moet voldoen aan de ten tijde van de veranderin- gen geldende normen en richtlijnen. Op de machine moet permanent een informa- tiesticker met de volgende informatie aanwe- zig zijn: Aard van de verandering ●...
Pagina 64
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik van andere fabrikanten niet zijn getest en goedgekeurd door STILL. LET OP Het monteren en/of gebruiken van dergelijke produc- ten kan daarom de ontwerpkenmerken van uw ma- chine negatief beïnvloeden en daardoor de actieve en/of passieve rijveiligheid in gevaar brengen.
Pagina 65
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik Banden GEVAAR Explosiegevaar! In explosiegevaarlijke omgevingen kun- nen wielen en banden die niet voldoen aan de voorschriften voor explosiebevei- liging explosies veroorzaken in de omrin- gende atmosfeer. – Gebruik uitsluitend goedgekeurde, elektrisch geleidende bandentypes. –...
Pagina 66
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik De volgende factoren kunnen leiden tot stabili- teitsverlies: Verschillende banden op dezelfde as, bijv. ● luchtbanden en superelastische banden Banden die niet zijn goedgekeurd door de ● fabrikant Overmatige bandenslijtage ● Banden van inferieure kwaliteit ●...
Pagina 67
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik – Neem hiervoor contact op met het geautori- seerde servicecentrum. Medische apparatuur WAARSCHUWING Er kunnen elektromagnetische storingen in medische apparaten optreden! Gebruik alleen apparatuur die voldoende beschermd is tegen elektromagnetische storing. Medische apparatuur, zoals pacemakers of gehoorapparaten, werken mogelijk niet goed wanneer de machine in bedrijf is.
Pagina 68
Veiligheid Basisprincipes voor een veilig gebruik WAARSCHUWING Accumulatoren staan onder hoge druk. Bij een ver- keerde montage van een accumulator neemt het ver- wondingsgevaar toe. Voordat er aan de accumulator wordt gewerkt, moet deze drukloos worden gemaakt. – Neem contact op met het geautoriseerde service- centrum.
Pagina 69
Veiligheid Restrisico Restrisico Overige gevaren en risico's GEVAAR Explosiegevaar in geval van brand of gloeiende voorwerpen! In het ergste scenario kunnen verontrei- nigde, beschadigde of defecte compo- nenten leiden tot brand of tot het smeu- len van voorwerpen. Als u een brandlucht ruikt: –...
Pagina 70
Veiligheid Restrisico De risico's kunnen zijn: Ontsnappen van vloeistoffen als gevolg van ● lekkage, leidingbreuk, gescheurde reser- voirs etc. Ongevallenrisico tijdens het rijden over een ● lastige ondergrond, zoals hellingen en zeer gladde of oneffen ondergronden, of door slecht zicht etc. Vallen, struikelen etc.
Pagina 71
Veiligheid Restrisico Door de volgende handelingen kan stabiliteits- verlies worden voorkomen of tot een minimum worden beperkt: – Zet de last altijd vast om glijden te voorko- men, bijv. met behulp van sjorbanden. – Transporteer instabiele lasten altijd in daar- voor geschikte containers.
Pagina 72
Veiligheid Restrisico Speciale risico's bij het gebruik van de machine en voorzetapparatuur GEVAAR Explosiegevaar! Het uitvoeren van werkzaamheden in explosiegevaarlijke omgevingen met voorzetapparatuur die niet voldoet aan de voorschriften voor explosiebeveili- ging, kan leiden tot explosies in de om- ringende atmosfeer! –...
Pagina 73
Veiligheid Restrisico 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 74
Veiligheid Restrisico Overzicht van gevaren en tegenmaatregelen OPMERKING Deze tabel is bedoeld als hulpmiddel bij het beoordelen van de gevaren in uw bedrijf en geldt voor alle machinetypes. Hij maakt geen aanspraak op volledigheid. – Volg de voorschriften op van het land waar- in de machine wordt gebruikt.
Pagina 75
Veiligheid Restrisico Gevaar Maatregelen Afvinken Opmerkingen √ Uitgevoerd - Niet van toepassing Ongeoorloofd gebruik Voor bedieningsin- Duitse bedrijfsveilig- (onjuist gebruik) structies zorgen heidsverordening (Be- trSichV) en de Duitse arbeidsomstandighe- denwet (ArbSchG) Schriftelijke opdracht/ Duitse bedrijfsveilig- instructies voor de be- heidsverordening (Be- stuurder trSichV) en de Duitse arbeidsomstandighe-...
Pagina 76
Veiligheid Restrisico Gevaar Maatregelen Afvinken Opmerkingen √ Uitgevoerd - Niet van toepassing Laaduitrusting ver- Last opnieuw op de Duitse bedrijfsveilig- keerd/verschoven pallet positioneren heidsverordening (Be- trSichV) Onvoorspelbaar rijg- Personeelstraining Duitse bedrijfsveilig- edrag heidsverordening (Be- trSichV) Rijroutes geblokkeerd Rijroutes markeren Duitse bedrijfsveilig- Rijwegen vrijhouden heidsverordening (Be- trSichV)
Pagina 77
Veiligheid Restrisico gebruikt, moet echter het type en de uitrusting van machines zodanig kiezen, dat deze vol- doen aan de lokale gebruiksvoorschriften. Het resultaat moet schriftelijk worden vastge- legd (§ 6 ArbSchG). Wanneer machines onder vergelijkbare gevaarlijke omstandigheden wor- den gebruikt, mogen de resultaten worden sa- mengevat.
Pagina 78
Veiligheid Veiligheidscontroles Veiligheidscontroles Regelmatige inspectie van de ma- chine uitvoeren Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet er- voor zorgen dat de machine ten minste een- maal per jaar of na bijzondere voorvallen wordt gecontroleerd door een specialist. Als onderdeel van de inspectie dient de tech- nische staat van de machine volledig te wor- den gecontroleerd voor wat betreft de onge- valveiligheid.
Pagina 79
Dit moet gebeuren door een gekwalifi- ceerde persoon; zie ook ”Definitie van de ver- antwoordelijke personen - Gekwalificeerde persoon”. Als fabrikant adviseert STILL echter om deze controle jaarlijks uit te voeren. Als de 6036_003-056 machine onderhevig is aan zware omstandig- heden, moet het interval tussen de tests wor- den verkort.
Pagina 80
Veiligheid Veiligheidscontroles – Informeer het geautoriseerde servicecen- trum. – Volg de voorschriften op van het land waar- in de machine wordt gebruikt. Elektrische installatie controleren GEVAAR Explosiegevaar! Machines die worden gebruikt in explo- siegevaarlijke omgevingen zijn ontwor- pen voor bepaalde groepen, categorieën en temperatuurbereiken voor explosie- gevaar.
Pagina 81
Veiligheid Veiligheidscontroles De resultaten van de isolatietest moeten ten minste overeenkomen met de testwaarden in de volgende twee tabellen. – Neem voor isolatietests contact op met het geautoriseerde servicecentrum. De precieze procedure voor deze isolatietest is beschreven in de werkplaatshandleiding voor deze machine.
Pagina 82
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken mid- delen Toegestane middelen WAARSCHUWING De te gebruiken middelen kunnen gevaarlijk zijn! – Houd u aan de algemene informatie en de veilig- heidsinformatie over de toepassing van de te ge- bruiken middelen.
Pagina 83
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING Langdurig intensief contact met de huid kan tot verschraling en irritatie van de huid leiden! – Voorkom aanraking en inslikken. – Draag veiligheidshandschoenen. – Was na contact de huid met zeep en water en gebruik vervolgens een huidbeschermingsmiddel.
Pagina 84
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING Deze vloeistoffen zijn gevaarlijk voor de gezondheid en staan tijdens het gebruik van de heftruck onder druk. – Zorg ervoor dat de vloeistoffen niet met de huid in aanraking komen. –...
Pagina 85
Veiligheid Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met te gebruiken middelen WAARSCHUWING Batterijzuur bevat verdund zwavelzuur. Dit is bijtend. – Bij het werken met batterijzuur moe- ten er geschikte persoonlijke bescher- mingsmiddelen (PBM, Duits PSA) worden gebruikt (rubberen hand- schoenen, schort, veiligheidsbril). –...
Pagina 86
Veiligheid Emissies Emissies De vermelde waarden gelden voor een stan- daardmachine (zie de waarden in het hoofd- stuk ”Technische gegevens”). Afwijkende ban- den, andere hefmasten, extra apparatuur etc. kunnen tot andere waarden leiden. Geluidsemissies De waarden zijn vastgesteld volgens de meet- methode van de norm EN 12053 ”Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen - be- proevingsmethode voor het meten van ge-...
Pagina 87
Veiligheid Emissies OPMERKING Let op de definitie van de volgende verant- woordelijke persoon: ”bedrijf dat de machine gebruikt”. Trillingen De trillingen van de machine zijn met een identieke machine vastgesteld volgens de nor- men NEN-EN 13059 ”Veiligheid van gemotori- seerde transportwerktuigen - beproevingsme- thode voor het meten van trillingen”...
Pagina 88
– Laad batterijen alleen op buiten ex- plosiegevaarlijke omgevingen. Straling Volgens de richtlijnen DIN-EN 62471:2009-03 (VDE 0837-471:2009-03), is de STILL Safety- Light en de lamp voor de waarschuwingszone (varianten) ingeschaald in risicogroep 2 (ge- middeld risico), vanwege zijn potentiële foto- biologische gevaar.
Pagina 91
Overzichten Overzicht Hefmast Vorkenbord Beschermdak Hefcilinder Bestuurderscompartiment Verlichting achter Batterij (in het batterijcompartiment) Batterijdeur Aandrijfas met rijmotoren Stuuras Verlichting voor Aanhangerkoppeling Vorken Contragewicht OPMERKING De uitrusting van de heftruck kan van de afge- beelde uitrusting afwijken. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 93
Bestuurdersstoel Stuur Rijpedaal Noodstopschakelaar Rempedaal Contactschakelaar of drukknop Bodemplaat Opbergvak Luchtclaxon Display/regeleenheid ”STILL Easy Control” Verstelhendel van stuurkolom Bedieningselementen voor hydraulische en Resettoets rijfuncties Waarschuwingslampjes explosiebeveili- Opbergvak voor het bewaren van de bedie- ging ningsinstructies en de inbussleutel voor de...
Pagina 95
Overzichten Legborden WAARSCHUWING Ongevallenrisico door geblokkeerde pedalen! Tijdens het rijden kunnen er voorwerpen in de voe- tenruimte vallen als gevolg van sturen of remmen. Deze kunnen tussen en onder de pedalen (3, 4) glij- den. In dat geval worden de pedalen geblokkeerd. De machine kan vervolgens mogelijk niet meer wor- den geremd wanneer dit nodig is.
Pagina 96
Display voor de rijrichting van de machine voor de lastdynamiek Helderheidssensor Favorietenbalk rechts ”STILL Easy Control” is een display- en bedie- ningspaneel van de derde generatie voor ge- motoriseerde transportwerktuigen. Deze wordt gebruikt als bedieningselement voor de gebruikelijke functies van de machine,...
Pagina 97
– Voor informatie over de andere displayop- ties, zie de originele bedieningsinstructies met de titel ”Display- en bedieningseenheid STILL Easy Control”. De display- en bedieningseenheid is aan de armleuning bevestigd, behalve bij machines met bediening met meerdere hendels. Als de...
Pagina 98
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Waarschuwingslampjes explosiebe- veiliging GEVAAR Explosiegevaar! Tijdens het gebruik worden de opper- vlaktetemperatuur en isolatiewaarden van diverse componenten bewaakt door de sensoren. – Gebruik de machine niet als er een waarschuwingslampje brandt. De waarschuwingslampjes van de explosiebe- veiliging bevinden zich op de linker stijl, in het gezichtsveld van de bestuurder.
Pagina 99
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Uitvoering met drukken en draaien 6219_901-018 Uitvoering met draaien OPMERKING Deze scheidingsschakelaar van de batterij kan worden vastgezet in de stand ”OFF” met be- hulp van zegellood of een hangslot om te voorkomen dat de schakelaar wordt bediend zonder toestemming.
Pagina 100
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Noodstopschakelaar De noodstopschakelaar (1) bevindt zich aan de rechterzijde van de stuurkolom. Deze wordt gebruikt om de aandrijvingen los te koppelen van de voeding. Gebruik deze schakelaar niet om de machine beveiligd te parkeren. Resettoets ...
Pagina 101
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Bediening met meerdere hendels 6219_003-004_V3 Rijrichtingschakelaar Bedieningshendel voor voorzetapparatuur ”Hef-/daal” hendel (variant) ”Neig” hendel Functietoets voor de ”5e of 6e functie” (vari- Bedieningshendel voor voorzetapparatuur anten) (variant) Claxonknop Functietoets voor de ”5e functie” (variant) 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 102
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (1) uit- sluitend gebruikt om de cruisecontrolfunctie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uit- voering met tweepedalensysteem. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 103
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Dubbele minihendel Rijrichtingschakelaar Functietoets ”F1” Kruishendel voor ”Voorzetapparatuur” 360°-hendel voor de ”hefmast” Functietoets voor de ”5e functie” Displayveld voor de hydraulische functies Claxonknop 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 104
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem ● (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (1) uitsluitend gebruikt om de cruisecontrol- functie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uitvoering met tweepedalensysteem. Het geautoriseerde servicecentrum kan ver- ●...
Pagina 105
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Drievoudige minihendel Rijrichtingschakelaar Functietoets voor de ”5e functie” Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch Claxonknop systeem 1” Functietoets ”F1” Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch 360°-hendel voor de ”hefmast” systeem 2 ” Displayveld voor de hydraulische functies 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 106
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem ● (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (1) uitsluitend gebruikt om de cruisecontrol- functie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uitvoering met tweepedalensysteem. Het geautoriseerde servicecentrum kan ver- ●...
Pagina 107
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Viervoudige minihendel Rijrichtingschakelaar Functietoets voor de ”5e functie” ”Neig” hendel Claxonknop Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch Functietoets ”F1” systeem 1” ”Hef-/daal” hendel Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch Displayveld voor de hydraulische functies systeem 2” 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 108
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem ● (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (1) uitsluitend gebruikt om de cruisecontrol- functie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uitvoering met tweepedalensysteem. Het geautoriseerde servicecentrum kan ver- ●...
Pagina 109
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Fingertip Claxonknop Rijrichtingschakelaar LED voor de ”5e functie” ”Hef-/daal” hendel Functietoets voor de ”5e functie” ”Neig” hendel LED voor de ”klemontgrendeling” Functietoets ”F1” Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch LED voor ”F1” systeem 1” Bedieningshendel voor ”extra hydraulisch systeem 2”...
Pagina 110
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem ● (variant) wordt de rijrichtingschakelaar (7) uitsluitend gebruikt om de cruisecontrol- functie (variant) te activeren. De rijrichting wordt uitsluitend gekozen via de pedalen in de uitvoering met tweepedalensysteem. Het geautoriseerde servicecentrum kan ver- ●...
Pagina 111
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Joystick 4Plus 6219_003-210_V2 Horizontale tuimelschakelaar voor de ”3e en LED voor de ”klemontgrendeling” (variant) 4e hydraulische functie”: de hefmast neigen Schuif voor de ”4e hydraulische functie” Pictogrammen voor de hydraulische func- Verticale tuimelschakelaar voor de ”rijrich- ties: heffen, dalen en sideshift ting”...
Pagina 112
Overzichten Bedienings- en weergave-elementen Rijrichting- en knipperlichtmodule (variant) De rijrichting- en knipperlichtmodule bevindt zich op de stuurkolom, onder het stuurwiel. OPMERKING Als de rijrichtingschakelaar op het bedienings- element defect is en de machine in een geva- renzone stopt, kan de rijrichtinghendel op de rijrichting- en knipperlichtmodule worden ge- bruikt voor rijden in noodgevallen.
Pagina 114
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Visuele controles en werking controleren WAARSCHUWING Verwondingsgevaar als u uit de machine valt! Als u op de machine klimt, bestaat er ge- vaar dat u bekneld raakt, uitglijdt of valt. Gebruik geschikte uitrusting om bij hoge- re punten van de machine te komen.
Pagina 115
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Zorg er altijd voor dat er veilig met de machine kan worden gewerkt voordat deze wordt ge- bruikt: Component Maatregelen Controleer visueel op vervorming en slijtage (bij- voorbeeld verbogen, gebroken, ernstig versleten). Controleer de toestand en werking van de veilig- heidsvoorzieningen (1) tegen eruit tillen en ver- schuiven.
Pagina 116
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Component Maatregelen Treden Controleer of ze schoon zijn (vrij van ijs, niet glad). Controleer visueel op intactheid. Ruiten (variant) Controleer of ze schoon zijn (ook vrij van ijs). Grepen Controleer op een goede bevestiging. Onderhoudskleppen Controleer de sluitfunctie en sluit het deksel.
Pagina 117
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Component Maatregelen Controleer de intactheid en werking. Verlichting, waarschuwingseenheden Controleer de instelling van de lamp voor de waar- schuwingszone. Controleer visueel op intactheid. Controleer op reinheid. Controleer of de antistatische strip (3) nog lang Antistatische strip (3), corona-elektrode (4) genoeg is om onder alle omstandigheden de grond (Zie de volgende afbeelding.)
Pagina 118
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik In- en uitstappen WAARSCHUWING Verwondingsgevaar bij het in- en uitstappen doordat u uitglijdt, machinedelen raakt of vast komt te zitten! Er bestaat uitglijgevaar als de afdekking van de voet- ruimte vuil is of als er olie op is gemorst. Bij het uit- stappen bestaat het gevaar dat u uw hoofd stoot aan de stijl van het beschermdak of dat uw kleding er- gens aan vast blijft haken.
Pagina 119
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Om makkelijker in en uit te stappen, gebruikt u de voetruimte (4) als trede en de greep (1) als ondersteuning. De stijl van het beschermdak (2) kan eveneens als steun dienen. Stap altijd voorwaarts in de heftruck: –...
Pagina 120
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik – Zie het volgende hoofdstuk ”Bestuurders- stoel”. Stuurkolom verstellen – Trek de hendel (2) omhoog en houd hem in deze positie om de stuurkolom te verstellen. – Zet de stuurkolom (1) in de gewenste stand, duw de hendel vervolgens weer omlaag en zorg dat de stuurkolom wordt vergrendeld.
Pagina 121
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Om de weerstand voor het verstellen van het display- en bedieningspaneel te wijzigen, zijn er twee inbusbouten (2) in de steun voor het display- en bedieningspaneel. De inbussleutel voor de nooddaalinrichting kan worden ge- bruikt om de inbusbouten (2) los of vast te draaien.
Pagina 122
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Uitvoering met draaien – Draai de scheidingsschakelaar van de bat- terij (1) rechtsom in de stand ”ON”. 6219_901-006 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 123
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Ontgrendel de noodstopschakelaar – Draai de noodstopschakelaar (1) rechtsom totdat deze naar buiten springt. Noodstopfunctie controleren WAARSCHUWING De elektrische rembekrachtiging werkt niet als de noodstopschakelaar wordt bediend! Door de noodstopschakelaar te bedienen, worden de aandrijvingen losgekoppeld van de voeding.
Pagina 124
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Claxon bedienen De claxon wordt gebruikt om personen te waarschuwen voor dreigend gevaar of om kenbaar te maken dat u wilt inhalen. – Druk op de claxonknop (1). De claxon klinkt. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 125
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Luchtclaxon bedienen De claxon wordt gebruikt om personen te waarschuwen voor dreigend gevaar of om kenbaar te maken dat u wilt inhalen. Afhankelijk van de toepassing en configuratie is de machine uitgerust met een luchtclaxon. Om de claxon te laten klinken, moet de lucht uit een balg op de bodemplaat en in de claxon worden geperst.
Pagina 126
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik GEVAAR Levensgevaar in geval van naar buiten vallen wan- neer de machine mocht kantelen! Om te voorkomen dat de bestuurder bij kantelen van de heftruck onder de heftruck glijdt en bekneld raakt, moet er een veiligheidssysteem aanwezig zijn en worden gebruikt.
Pagina 127
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 128
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Remsysteem op een goede werking controleren GEVAAR Ongevallenrisico door een defect in het remsys- teem! Als het remsysteem niet werkt, kan de machine niet voldoende worden afgeremd. – U mag niet met uw machine rijden wanneer het remsysteem defect is.
Pagina 129
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Er moet een kleine pedaalspeling zijn en ver- volgens een voelbaar remdrukpunt. – Accelereer de heftruck zonder last op een vrije ruimte. – Trap het rempedaal (1) stevig in. De machine moet duidelijk afremmen. Parkeerrem op een steile helling of HGV-oprijplaat/-platform controleren GEVAAR...
Pagina 130
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik – Ga naar een voldoende groot en open ge- bied waar niemand gevaar loopt of wordt belemmerd. – Accelereer de machine naar loopsnelheid. – Druk op de noodstopschakelaar. OPMERKING Als de noodstopschakelaar wordt bediend, dient er op het volgende te worden gelet: De elektrische rem is uitgeschakeld.
Pagina 131
Bediening Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik Hydraulische olie opwarmen bij lage omgevingstemperaturen Als de heftruck gedurende langere tijd aan la- ge omgevingstemperaturen is blootgesteld, omdat hij bijvoorbeeld in de winter buiten is geparkeerd, heeft de hydrauliekolie een lage temperatuur. Om een soepele en veilige werk- ing van de hydraulische functies te garande- ren, moet de hydraulische olie op bedrijfstem- peratuur zijn.
Pagina 132
Bediening Bestuurdersstoel Bestuurdersstoel Bestuurdersstoel verstellen WAARSCHUWING Ongevallenrisico door plotselinge verstelling van de stoel of de rugleuning! Onbedoelde verstelling van de stoel of de rugleuning kan leiden tot ongecontroleerde bewegingen van de bestuurder. Hierdoor kunnen de stuurinrichting of de bedieningselementen onbedoeld worden bediend. Dit kan leiden tot ongecontroleerde bewegingen van de machine of van de last.
Pagina 133
Bediening Bestuurdersstoel Bestuurdersstoel verschuiven – Breng de hendel (1) omhoog en houd hem in die stand. – Duw de bestuurdersstoel in de gewenste stand. – Laat de hendel los. – Zorg ervoor dat de bestuurdersstoel goed op zijn plaats zit. 7094_003-006 Rugleuning verstellen ...
Pagina 134
Bediening Bestuurdersstoel Vering van stoel MSG 65/MSG 75 ver- stellen OPMERKING De bestuurdersstoel MSG 65/MSG 75 is ont- worpen voor personen tussen de 45 kg en 170 kg. De bestuurdersstoel kan op het ge- wicht van de betreffende bestuurder worden afgesteld.
Pagina 135
Bediening Bestuurdersstoel Lendensteun (variant) verstellen OPMERKING De lendensteun kan op de contouren van de ruggengraat van de bestuurder worden afge- steld. Wanneer de lendensteun wordt versteld, wordt een bolvormig ondersteuningskussen in het bovenste of onderste deel van de rugleu- ning verplaatst.
Pagina 136
Bediening Bestuurdersstoel Stoelverwarming (variant) in- en uit- schakelen OPMERKING De stoelverwarming werkt alleen als de be- stuurder op de bestuurdersstoel zit. – De stoelverwarming (8) kan worden in- en uitgeschakeld met de schakelaar. 6321_003-041_V3 Veiligheidsgordel GEVAAR Verwondingsgevaar wanneer de ma- chine kantelt! Zelfs bij gebruik van een goedgekeurd veiligheidssysteem bestaat er nog...
Pagina 137
Bediening Bestuurdersstoel GEVAAR Alleen beugeldeuren, veiigheidsbeugels en de be- stuurderscabine (varianten) met gesloten, vaste deuren vormen veiligheidssystemen voor bestuur- ders. Kunststofdeuren (gesloten cabine) vormen geen veiligheidssysteem voor bestuurders! Als er deuren zijn geopend of verwijderd, moet u een ander geschikt veiligheidssysteem (bijv. veiligheids- gordel) gebruiken! Veiligheidsgordel omdoen ...
Pagina 138
Bediening Bestuurdersstoel – Trek de veiligheidsgordel (3) zonder hier- aan te rukken uit het oprolmechanisme, en leg de gordel strak aansluitend over het li- chaam. OPMERKING Ga zo ver mogelijk naar achteren zitten zodat uw rug tegen de rugleuning rust. Het automati- sche blokkeermechanisme laat voldoende be- wegingsvrijheid op de stoel toe.
Pagina 139
Bediening Bestuurdersstoel Vastmaken op een steile helling Het automatische blokkeermechanisme voor- komt het uittrekken van de gordel wanneer de machine zich op een steile helling bevindt. Het is dan niet meer mogelijk om de gordel uit het oprolmechanisme te trekken. –...
Pagina 140
Bediening Bestuurdersstoel Dit voorkomt dat de onderdelen bevriezen. LET OP De veiligheidsgordel kan door hitte beschadigd ra- ken! Stel de gordelsluiting of het oprolmechanisme tijdens het ontdooien niet bloot aan te hoge temperaturen. – Gebruik geen warme lucht van meer dan 60 °C voor het ontdooien.
Pagina 141
Bediening Inschakelen Inschakelen Inschakelen met de contactschake- laar WAARSCHUWING Voordat de heftruck wordt ingeschakeld, moeten alle vereiste controles en werkzaamheden vóór het dage- lijkse gebruik zijn uitgevoerd zonder dat er gebreken zijn vastgesteld. – Voer de ”visuele controles en functietesten” uit. –...
Pagina 142
Bediening Inschakelen Hoofdscherm Geselecteerd rijprogramma met display voor de rijdynamiek 08:20 Lastinformatie (varianten) Statusbalk: batterijlading, draaiuren, tijd 7° Geselecteerd lastdynamiekprogramma 2,71 met dynamische balk Indicator voor richtingaanwijzer ”rechts” Rijsnelheid of parkeerrem Indicator voor richtingaanwijzer ”links” Rijrichtingindicator ”achteruit” Rijrichtingindicator ”vooruit” Stuurhoekindicatie Er kan extra informatie op het display verschij- nen.
Pagina 143
Bediening Inschakelen De variant met ”inschakelen met een druk- knop” is alleen beschikbaar in combinatie met de variant ”FleetManager” of ”toegangsautori- satie met pincode”. In plaats van een contact- schakelaar heeft de heftruck een drukknop (1) om de heftruck in en uit te schakelen. –...
Pagina 144
Bediening Display- en bedieningspaneel Display- en bedieningspaneel Bediening van het display- en bedieningspaneel 08:20 7° 2,71 km/h 6219_003-310 Het display- en bedieningspaneel wordt be- diend met de besturings- en entertoetsen (5...8) en de softkeys (4, 10). Het display (2) toont informatie over het huidige rijprogram- ma, het laadprogramma en de configuratie van de favorietenbalken (1, 3).
Pagina 145
Bediening Display- en bedieningspaneel Functies van de besturings- en entertoetsen Aanduiding Positie Functies De softkeys komen overeen met de aangrenzende functies of invoeropties. Als functies zijn opgeslagen in de favorietenbalken (1, 3), kunnen deze functies worden in- en uitgeschakeld door op Softkeys 4, 10 de naastgelegen softkey te drukken.
Pagina 146
Bediening Display- en bedieningspaneel OPMERKING Wij raden de beheerder van de heftruckvloot aan deze pincode te wijzigen met diens toe- gangsautorisatie. Zie ook de paragraaf ”Toegangsautorisatie voor de vloot- beheerder (variant)”. Na het inschakelen van de contactschakelaar verschijnt het invoermenu Toegangsauto- risatie Alle hydraulische functies en de functies van...
Pagina 147
Bediening Display- en bedieningspaneel – Druk op de softkey Service – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu verschijnt. Pincodes wijzigen – Druk op de softkey Pincodes wijzi- Kalibreren – Volg de instructies op het display. Hydraul. systeem drukloos maken Schoksensor Wachtw.
Pagina 148
Bediening Display- en bedieningspaneel wijzigen. Zie ook de paragraaf ”Wachtwoord van de vlootbeheerder wijzigen”. OPMERKING Het instelmenu is alleen toegankelijk als de machine stilstaat en de parkeerrem is inge- schakeld. Als de parkeerrem te vroeg wordt uitgeschakeld, wordt het instelmenu gesloten. –...
Pagina 149
Bediening Display- en bedieningspaneel Op het display verschijnt het menu voor Toe- gangsautorisatie – Voer het wachtwoord van de vlootbeheer- der in met behulp van de softkeys. – Druk ter bevestiging op de toets Wachtwoord invoeren 6219_003-208_V3_nl De melding ...
Pagina 150
Bediening Display- en bedieningspaneel – Druk op de softkey Service – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu Wachtw. (toegangsaut.) verschijnt. wijzigen – Druk op de softkey Versie-overzicht Wachtw. (toe- gangsaut.) wijzigen – Volg de instructies op het display. Kalibreren Hydraul.
Pagina 151
Bediening Pre-Shift Check Pre-Shift Check Beschrijving van de Pre-Shift Check (variant) De Pre-Shift Check is een geleide dialoog op het display- en bedieningspaneel. Deze helpt de bestuurder ook om de noodzakelijke ”visu- ele controles en functietests” uit te voeren voorafgaand aan het dagelijkse gebruik. Na- dat de heftruck is ingeschakeld, moet de be- stuurder vragen over de toestand van de vork- heftruck beantwoorden met ”...
Pagina 152
Bediening Pre-Shift Check de vlootbeheerder deze beperkingen reset- ten. De vlootbeheerder kan de vraagvolgorde ● aangeven. OPMERKING Tijdens de ingebruikname kan de eerste vraag ook worden beantwoord met ” Nee ”. De func- ties van de machine zijn niet beperkt tot de vragenlijst is samengesteld door het geautori- seerde servicecentrum en de beperkingen zijn ingesteld door de vlootbeheerder.
Pagina 153
Bediening Pre-Shift Check Voor sommige vragen zijn een functietest no- dig, zoals de functietest van de verlichting. OPMERKING Pre-Shift Check Het hoofddisplaysymbool verschijnt alleen Werkt de machineverlichting? wanneer dit voor de test vereist is. – Druk op de hoofdschermtoets of de soft- om het hoofdscherm te openen.
Pagina 154
Bediening Pre-Shift Check wordt aan het begin van een nieuwe ploegen- dienst niet meer om een Pre-Shift Check ge- vraagd. Er wordt pas weer om de controle ge- vraagd nadat de beheerder van de heftruck- vloot de beperkingen heeft gereset. Alle vragen Het geautoriseerde servicecentrum kan deze vragenlijst gebruiken om de Pre-Shift Check tijdens de inbedrijfstelling samen te stellen:...
Pagina 155
Bediening Pre-Shift Check Werkt de nooduitschakeling? Is de toestand van de batterij duidelijk niet in orde? Zijn alle informatiestickers en overige stickers aanwezig en leesbaar? Is het lastrek onbeschadigd? Werkt het rijpedaal naar behoren? Is het motorcompartiment vuil of bevat het ongewenste voorwer- pen? Is de hefmast of het vorkenbord duidelijk beschadigd? Werkt de werkhydrauliek naar behoren volgens de labels?
Pagina 156
Bediening Pre-Shift Check – Druk op de softkey Service – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu verschijnt. Pre-Shift Check – Druk op de softkey Pre-Shift Check Meldingslijst Onderhoudsinterval Versie-overzicht Pre-Shift Check Kalibreren Vlootbeheerder 6219_003-268_nl 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 157
Bediening Pre-Shift Check Het menu Pre-Shift Check verschijnt. – Druk op de softkey ”Volgorde van de vra- gen”. Geschiedenis Beperking resetten Begin ploegendienst Volgorde van de vragen Vlootbeheerder 6219_003-269_nl Als u op de softkey drukt, kunt u vaste of wille- ...
Pagina 158
Bediening Pre-Shift Check – Druk op de softkey Service – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu verschijnt. Pre-Shift Check – Druk op de softkey Pre-Shift Check Meldingslijst Onderhoudsinterval Versie-overzicht Pre-Shift Check Kalibreren Vlootbeheerder 6219_003-268_nl 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 159
Bediening Pre-Shift Check Het menu Pre-Shift Check verschijnt. – Druk op de softkey ”Geschiedenis”. Geschiedenis Beperking resetten Begin ploegendienst Volgorde van de vragen Vlootbeheerder 6219_003-269_nl Het display met resultaten Pre-Shift Check wordt geopend. Dit display toont alle controles en beantwoor- Resultaten Pre-Shift Check de vragen met de datum en tijd.
Pagina 160
Bediening Pre-Shift Check OPMERKING Als de machine is uitgerust met FleetManager, worden de ploegen gedefinieerd in de Fleet- Manager-interface. Raadpleeg de desbetref- fende bedieningsinstructies. – Activeer de ”Toegangsautorisatie voor de vlootbeheerder”. – Druk op de softkey Service – Druk op de scrolltoetsen totdat het ...
Pagina 161
Bediening Pre-Shift Check Het menu Pre-Shift Check verschijnt. – Druk op de softkey ”Begin ploegendienst”. Geschiedenis Beperking resetten Begin ploegendienst Volgorde van de vragen Vlootbeheerder 6219_003-269_nl In dit menu kunt u de te definiëren ploegen- dienst en de begintijd oproepen. De oranje activeringsbalk geeft aan welke diensten zijn geactiveerd.
Pagina 162
Bediening Pre-Shift Check In dit menu kunt u het begin van de dienst de- finiëren. – Voer de tijd in met de softkeys ”0 t/m 9”. Begin ploegendienst 1 – Als u de instelling wilt , drukt u op opslaan de toets Het begin van de ploegendienst is nu gedefini-...
Pagina 163
Bediening Pre-Shift Check – Druk op de scrolltoets om de ploegen- dienst te deactiveren. – Druk ter bevestiging op de toets Begin ploegendienst 1 De tijd wordt grijs weergegeven. De dienst wordt gedeactiveerd. Het display keert terug naar het vorige menu. Er is geen activeringsbalk naast deze ploegendienst.
Pagina 164
Bediening Pre-Shift Check – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu verschijnt. Pre-Shift Check – Druk op de softkey Pre-Shift Check Meldingslijst Onderhoudsinterval Versie-overzicht Pre-Shift Check Kalibreren Vlootbeheerder 6219_003-268_nl Het menu Pre-Shift Check verschijnt. – Druk op de softkey ”Beperking resetten”. Geschiedenis Beperking resetten Begin ploegendienst...
Pagina 165
Bediening Pre-Shift Check Er verschijnt een vraag waarin u wordt ge- vraagd of u de beperkingen van de machine wilt resetten. – Druk ter bevestiging op de softkey Het volledige bereik van de machinefuncties is Beperkingen van de heftruck resetten? De invoer blijft nu beschikbaar.
Pagina 166
Bediening Bestuurdersprofielen Bestuurdersprofielen Bestuurdersprofielen (variant) Met deze variant kunnen maximaal tien indivi- duele bestuurdersprofielen worden gemaakt. Nadat u zich hebt aangemeld, wordt de be- stuurder begroet met de geselecteerde naam. Zodra de softkey wordt ingedrukt, wordt Hallo, 0,0° het hoofddisplay weergegeven. Horst Als de machine is uitgerust met de varian- ten ”Toegangsautorisatie met pincode”...
Pagina 167
Bediening Bestuurdersprofielen Bestuurdersprofielen selecteren Als de machine is uitgerust met de varian- ten ”Toegangsautorisatie met pincode” of ”FleetManager”, is het bijbehorende be- stuurdersprofiel actief na het aanmelden. Als de machine niet is uitgerust met deze varian- ten, moeten bestuurders hun profielen hand- matig selecteren.
Pagina 168
Bediening Bestuurdersprofielen De oranje activeringsbalk geeft de huidige se- lectie weer. – Druk op de softkey voor het gewenste be- stuurdersprofiel. Guido Het bestuurdersprofiel is actief. De bestuurder wordt begroet met de geselecteerde naam Horst wanneer de machine de volgende keer wordt ingeschakeld.
Pagina 169
Bediening Bestuurdersprofielen – Druk op de softkey Bestuurderspro- fielen Bestuurdersprofielen Machine-informatie Display-instellingen Configuratie van favorieten Machine-instellingen 6219_003-293_nl Dit menu biedt opslagruimte voor het opslaan van tien bestuurdersprofielen. – Druk op de softkey voor de gewenste op- slaglocatie. Guido Horst OPMERKING Niet-bezette opslaglocaties die geen bestuur-...
Pagina 170
Bediening Bestuurdersprofielen Het menu wordt weer- Naam bestuurder gegeven. – Gebruik de softkeys om de gewenste naam in te voeren. Naam bestuurder – Druk ter bevestiging op de toets Het bestuurdersprofiel is actief. De bestuurder wordt na de volgende aanmelding begroet met Naam bestuurder invrn de geselecteerde naam.
Pagina 171
Bediening Bestuurdersprofielen – Druk op de softkey Bestuurderspro- fiel hernoemen Rijprogramma's Bestuurdersprofiel hernoemen 6219_003-298_nl Het menu wordt weer- Naam bestuurder gegeven. – Gebruik de softkeys om de gewenste naam in te voeren. Naam bestuurder – Druk ter bevestiging op de toets Naam wijzigen door de vlootbeheerder Naam bestuurder invrn –...
Pagina 172
Bediening Bestuurdersprofielen – Druk op de softkey Bestuurderspro- fielen beheren Voorkeuze hefhoogte Extra hydr. systeem Pincodes wijzigen Bestuurdersprofielen beheren Boordbatterijlader Vlootbeheerder 6219_003-296_nl – Druk op de softkey Bestuurderspro- fiel hernoemen Bestuurdersprofiel hernoemen Bestuurdersprofielen verwijderen Vlootbeheerder 6219_003-297_nl 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 173
Bediening Bestuurdersprofielen Het menu wordt weer- Naam bestuurder gegeven. – Gebruik de softkeys om de gewenste naam in te voeren. Naam bestuurder – Druk ter bevestiging op de toets Naam bestuurder invrn Horst = wissen = abc -> ABC = opslaan = Annuleren 6219_003-295_nl...
Pagina 174
Bediening Bestuurdersprofielen – Druk op de softkey Bestuurderspro- fielen verwijderen Bestuurdersprofiel hernoemen Bestuurdersprofielen verwijderen Vlootbeheerder 6219_003-297_nl – Druk op de softkey voor het bestuurder- sprofiel dat moet worden verwijderd. Het bestuurdersprofiel wordt verwijderd. Guido Horst Lisa Bestuurder 4 Beschikbare opslagpositie 5 6219_003-294_nl 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 175
Symbolen voor de verlichting en hun beteke- Parkeerverlichting Koplampen Waarschuwingsknipperlichten Zwaailamp STILL SafetyLight Lamp voor waarschuwingszone Werklampen vóór Werklampen achter Werklampen dak Alleen de symbolen van verlichtingseenheden die op de machine zijn geïnstalleerd, kunnen worden geselecteerd. Wanneer een van de...
Pagina 176
Bediening Verlichting Rijverlichting – Om de parkeerverlichting in te schake- len (1), drukt u op de bijbehorende Softkey op het display- en bedieningspaneel. De zijlampen aan de voorzijde en de achter- lichten gaan branden. – Om de rijverlichting (2) in te schakelen, drukt u op de bijbehorende Softkey op het display- en bedieningspaneel.
Pagina 177
Bediening Verlichting Werklampen Werklampen vóór en achter – Om de werklampen vóór (3) in te schake- len, drukt u op de bijbehorende Softkey op het display- en bedieningspaneel. De werklampen vóór gaan branden. – Om de werklampen vóór (3) uit te schake- len, drukt u opnieuw op de Softkey.
Pagina 178
Bediening Verlichting OPMERKING Afhankelijk van de configuratie worden de werklampen op het dak automatisch ingescha- keld wanneer het vorkenbord wordt geheven. Werklamp voor achteruitrijden (vari- ant) Bij deze uitrustingsvariant is een werklamp voor achteruitrijden gemonteerd aan de ach- terzijde van het beschermdak, die zorgt voor een optimale verlichting van de rijbaan tijdens het achteruitrijden.
Pagina 179
Bediening Verlichting – Beweeg de hendel (1) in de gewenste rich- ting om de linker of rechter richtingaanwij- zer in te schakelen. 6219_003-098 De richtingaanwijzers en de richtingaanwijzer- display (2) of (3) knipperen op het bedienings- paneel. 08:20 –...
Pagina 180
Bediening Verlichting Waarschuwingsknipperlichten Waarschuwingsknipperlichten in- en uitscha- kelen is verschillend voor machines met en zonder de StVZO-variant (Duits wegenver- keersreglement). – Om de waarschuwingsknipperlichten in te schakelen, drukt u op de bijbehorende Soft- key op het display- en bedieningspaneel. Alle richtingaanwijzers en de richtingaanwij- zerdisplays op het display- en bedieningspa- neel knipperen.
Pagina 181
Deze softkey wordt gebruikt om alle verlichting uit te schakelen die niet is toe- gestaan op wegen waarop de StVZO geldt. Dit heeft betrekking op de volgende verlich- tingsvarianten: STILL SafetyLight ● Lamp voor waarschuwingszone ● Werklamp ●...
Pagina 182
Bediening Verlichting OPMERKING Deze functie is af fabriek geconfigureerd voor de Duitse StVZO. Volg buiten Duitsland altijd de voorschriften ● van het land van gebruik op. Het geautoriseerde servicecentrum kan de ● functie aanpassen, zodat er minder of meer verlichting wordt uitgeschakeld. De softkey bevindt zich ook in het menu ”Rij- den”.
Pagina 183
De STILL SafetyLight kan ook wor- den in- en uitgeschakeld via het display- en bedieningspaneel. – Druk hiervoor op de Softkey OPMERKING Als de machine wordt gebruikt op de openba- re weg, moet de STILL SafetyLight worden uit- geschakeld. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 184
Bediening Verlichting Lamp voor waarschuwingszone (va- riant) WAARSCHUWING Gevaar van oogletsel door in de lamp voor de waarschuwingszone te kijken. Kijk niet in de lamp voor de waarschu- wingszone. Stel de lamp voor de waarschuwingszo- ne zo af dat de bestuurder en omstan- ders niet worden verblind wanneer u in en uit de machine stapt.
Pagina 185
Bediening Verlichting Bij het bestellen de machine, kunt u kiezen uit een blauwe of rode lamp voor de waarschu- wingszone. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 186
Bediening Van de neighoek afhankelijke assistentiesystemen Van de neighoek afhankelijke assistentiesystemen Display voor neighoek mast Als de werkelijke neighoek van de hefmast be- kend is, maakt dit het in- en uitslaan van las- ten gemakkelijker. Als de machine is uitgerust met het assistentiesysteem ”display voor neig- hoek mast”, wordt de neiging van de hef- mast (1) weergegeven op het display.
Pagina 187
Bediening Van de neighoek afhankelijke assistentiesystemen harde schokken en stoten te voorkomen. Oscillerende bewegingen van de heftruck wor- den beperkt, waardoor de veiligheid tijdens het werk wordt vergroot. Automatische vertica- le mastpositionering vermindert de slijtage van diverse componenten, waardoor de reparatie- kosten worden gereduceerd.
Pagina 188
Bediening Van de neighoek afhankelijke assistentiesystemen OPMERKING De automatische verticale mastpositionering moet gekalibreerd worden om te allen tijde nauwkeurigheid te garanderen. De ”toegangs- autorisatie voor de vlootbeheerder” is vereist voor de kalibratie. Deze toegang is vereist: Wanneer lasten worden in- en uitgeslagen ●...
Pagina 189
Bediening Van de neighoek afhankelijke assistentiesystemen Automatische verticale mastpositio- nering kalibreren De automatische verticale mastpositionering wordt gekalibreerd met behulp van een wizard op het display- en bedieningspaneel. OPMERKING Voor de wizard is toegangsautorisatie voor de beheerder van de heftruckvloot nodig. Het in- stelmenu is alleen toegankelijk als de machine stilstaat en de parkeerrem is ingeschakeld.
Pagina 190
Bediening Van de neighoek afhankelijke assistentiesystemen – Druk op de softkey Service – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu verschijnt. Kalibreren Onderhoudsinterval Kalibreren Schoksensor Wachtw. (toegangsaut.) wijzigen Hydraul. systeem drukloos maken Vlootbeheerder 6219_003-277_nl 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 191
Bediening Van de neighoek afhankelijke assistentiesystemen – Druk op de softkey Hefmastneiging De wizard voor het kalibreren van de lastme- ting wordt gestart. Hefmastneiging – Volg de instructies op het display. – Als de melding Kalibratie mis- Lastmeting verschijnt, drukt u op de soft- lukt –...
Pagina 192
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Lastafhankelijke assistentiesystemen Overbelastingsdetectie (variant) WAARSCHUWING Ongevalrisico als gevolg van overschrijding van de maximaal toegestane belasting! Dit assistentiesysteem ontslaat de bestuurder niet van de verantwoordelijkheid om rekening te houden met het op het typeplaatje vermelde hefvermogen. – Let op het hefvermogen op het typeplaatje. Het assistentiesysteem waarschuwt de be- stuurder zodra een te zware last wordt opge- pakt.
Pagina 193
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen OPMERKING Neem de volgende specifieke overwegingen in acht: Als de lastdruksensor defect is, wordt uitge- ● gaan van de maximaal toegestane last (no- minale last). De functie wordt ingeschakeld met de maximumwaarde. Als de schakelaar voor de hefbeweging de- ●...
Pagina 194
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Dynamic Load Control 1 regelt de hef- en neigdynamiek en de rijdynamiek volgens de volgende criteria: Hefhoogte ● Lastgewicht ● Lastbewegingen die tot kritieke omstandighe- den kunnen leiden, worden indien nodig ver- traagd. Dynamic Load Control 1 grijpt in onder de vol- gende bedrijfsomstandigheden: Met een telescopische mast: ●...
Pagina 195
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen WAARSCHUWING Ongevallenrisico door de trage reactie van de hefin- richting! Als de hefbewegingen zo zijn geconfigureerd dat ze een lage dynamiek hebben, reageert de hefinrichting na een vertraging wanneer het bedieningselement wordt losgelaten, ook in noodgevallen. Het vorken- bord stopt niet onmiddellijk, maar neemt in plaats daarvan ca.
Pagina 196
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen OPMERKING Wanneer het vorkenbord tot onder de hierbo- ven vermelde hefhoogtes is gedaald, kan de bestuurder de snelheidsbegrenzing opnieuw uitschakelen. Laat het rijpedaal kort los om dit te doen. Het staafdiagram op het display van het dis- ...
Pagina 197
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Als een sensor van Dynamic Load Control 2 niet werkt, wordt het interventieniveau van de functie verhoogd tot maximaal. Er verschijnt een kruis in plaats van de balk. – Als dit display permanent verschijnt, neem dan contact op met het geautoriseerde ser- vicecentrum.
Pagina 198
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen OPMERKING De lastmeting moet gekalibreerd worden om te allen tijde nauwkeurigheid te garanderen. De ”toegangsautorisatie voor de vlootbeheer- der” is vereist voor de kalibratie. Deze toe- gang is vereist: Na vervanging van de vorken, ● Na montage of vervanging van voorzetap- ●...
Pagina 199
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen – Druk op de softkey Service – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu verschijnt. Kalibreren Onderhoudsinterval Kalibreren Schoksensor Wachtw. (toegangsaut.) wijzigen Hydraul. systeem drukloos maken Vlootbeheerder 6219_003-277_nl 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 200
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen – Druk op de softkey Lastmeting De wizard voor het kalibreren van de lastme- ting wordt gestart. Hefmastneiging – Volg de instructies op het display. – Als de melding Kalibratie mis- Lastmeting verschijnt, drukt u op de soft- lukt –...
Pagina 201
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen – Druk op de softkey ”Precieze lastme- ting” (1). 0,70 --,-- 0,0° 6219_003-222 De instructie Vork kort laten dalen wordt weergegeven. – Laat het vorkenbord dalen. OPMERKING 0,70 Door het vorkenbord langzaam te laten dalen, 0,0°...
Pagina 202
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Indien de berekening is geslaagd, wordt het gemeten gewicht van de last (1) weergege- ven. OPMERKING 0,70 Als de tarrafunctie niet actief was, wordt het 1,32 volledige gewicht van de op te pakken last 0,0° weergegeven. Het gemeten gewicht blijft weergegeven tot: De last opnieuw is gemeten ●...
Pagina 203
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen – Druk op de softkey ”Tarra” (1). De activeringsbalk naast het symbool ”Tarra” licht op. 0,70 --,-- 0,0° 6219_003-225 De instructie Vork kort laten dalen wordt weergegeven. – Laat het vorkenbord dalen. De waarde is berekend. De melding Nul- wordt weergegeven.
Pagina 204
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen WAARSCHUWING Ongevallenrisico door onjuiste lastspecificatie. Als de eisen die worden gesteld aan een functie voor precieze lastmeting veranderen, moet de tarrafunctie opnieuw worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als een precieze lastmeting moet worden uitgevoerd zonder krat. Anders zal het gewicht van de krat worden af- getrokken van de nieuwe precieze lastmeting.
Pagina 205
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen OPMERKING Hef de last tot een hoogte van tussen 300 mm en 800 mm, omdat de last daarna een beetje omlaag moet worden gebracht voor de weeg- procedure. Als de weegprocedure vaststelt dat de last te zwaar is, mag de last niet hoger dan 800 mm worden geheven.
Pagina 206
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen Het menu ”Lastsom” verschijnt. Dit menu biedt de volgende functies: Tarra ● Precieze lastmeting ● Last optellen ● --,-- t Last aftrekken ● Lastoptelling verwijderen ● De last meten – Druk op de Softkey ”Precieze lastmeting” .
Pagina 207
Bediening Lastafhankelijke assistentiesystemen OPMERKING Als deze last bijvoorbeeld wordt opgeteld bij de verkeerde lastsom, kan er ook een aftrek- som met de eerder gemeten en opgetelde last worden uitgevoerd. Lastsom wissen – Om de totale last te verwijderen, drukt u op de softkey Het bericht wordt weer-...
Pagina 208
7 km/u wordt er gematigder geaccelereerd. Bij afstan- den tot ca. 40 m worden hierdoor lagere snel- heden bereikt dan bij niet-geactiveerde effi- ciencymodus. De maximumsnelheid in de ”STILL Classic”-modus is 20 km/u. heeft geen invloed op: Maximumsnelheid ● Klimvermogen ●...
Pagina 209
Bediening Efficiency- en rijmodi Uitschakeling Stoelschakelaar De machine staat stil Rijrichting Ruitverwarming *Geen uitschakeling bij verlichting voor rijden op de weg (Duits wegenverkeersreglement) (vari- ant) 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 210
Bediening Efficiency- en rijmodi Blue-Q in- en uitschakelen – Om de efficiencymodus Blue-Q in te scha- kelen, drukt u op de softkey Het Blue-Q-symbool verschijnt op het dis- play- en bedieningspaneel en de efficiencymo- dus Blue-Q wordt ingeschakeld. – Als u de efficiencymodus Blue-Q wilt uit- schakelen, drukt u nogmaals op de betref- fende softkey.
Pagina 211
– Druk op de vereiste softkey. De oranje activeringsbalk verschijnt naast de softkey. Met de hoofdschermtoets gaat u naar het hoofdscherm. STILL Classic en sprintmodus De rijmodi beïnvloeden de rijeigenschappen van de machine. Er zijn twee verschillende rijmodi beschikbaar: STILL Classic Deze modus is actief nadat de machine is ingeschakeld.
Pagina 212
– Druk opnieuw op de softkey om de modus uit te schakelen. Het symbool verdwijnt en de modus wordt uit- geschakeld. De machine is teruggekeerd in de modus STILL Classic. Automatische uitschakeling van sprint- modus Als de heftruck in de sprintmodus op het maxi- male prestatieniveau wordt gebruikt, is het energieverbruik van de heftruck hoger.
Pagina 213
Bediening Rijden Rijden Veiligheidsvoorschriften voor het rij- Gedrag tijdens het rijden De bestuurder moet zich tijdens het rijden bin- nen het bedrijf aan de voorschriften voor het wegverkeer houden. De snelheid moet worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Zo moet de bestuurder bijvoorbeeld in boch- ten, in nauwe doorgangen, tijdens het rijden door klapdeuren, op onoverzichtelijke plaatsen en op een oneffen ondergrond langzaam rij-...
Pagina 214
Bediening Rijden WAARSCHUWING Het bedienen van multimedia- of communicatieappa- ratuur en een te hoog geluidsvolume daarvan tijdens het rijden of het hanteren van lasten, kan de aan- dacht van de bestuurder afleiden. Er bestaat een on- gevalrisico! – Gebruik dergelijke apparaten niet tijdens het rijden of het hanteren van lasten.
Pagina 215
Bediening Rijden De ruiten (variant, bijv. voorruit) en spiegels moeten altijd schoon en vrij van ijs zijn. Rijwegen Afmetingen van rijwegen en gangpad- breedtes De volgende afmetingen en gangpadbreedtes gelden onder de gespecificeerde voorwaarden om veilig manoeuvreren te garanderen. Er dient altijd te worden gecontroleerd of er een grotere gangpadbreedte nodig is, bijv.
Pagina 216
Bediening Rijden Rijden op op- en aflopende hellingen WAARSCHUWING Ongevallenrisico door uitschakeling van de rijaandrij- ving! Door het op- en afrijden van langere hellingen kan de aandrijfeenheid oververhit raken en worden uitge- schakeld. De heftruck remt dan niet af en rolt verder tot hij tot stilstand komt.
Pagina 217
Bediening Rijden Maximaal klimvermogen (%) Model Type Met een last Zonder een last RX20-20P 6230 22,9 25.1 RX20-20PL 6231 23.1 27.2 Legenda voor het model Compact Lang Uitvoering met pendelas De hellingen mogen niet steiler zijn dan het hierboven aangegeven hellingspercentage en moeten een ruw oppervlak hebben.
Pagina 218
Bediening Rijden Er moet voldoende afstand zijn tussen de hoogste punten van de machine of de last en vaste objecten in de omgeving. De hoogte is afhankelijk van de totale hoogte van de hef- mast en de afmetingen van de last; zie het hoofdstuk ”Technische gegevens”.
Pagina 219
Bediening Rijden Rijprogramma's 1 t/m 3 selecteren De machine heeft drie rijprogramma's met ver- schillende vooraf ingestelde rij- en remkarak- teristieken. In de regel geldt dat hoe hoger het nummer van het geselecteerde rijprogramma is, des te groter de rijdynamiek is. Het rijprogramma wordt via het display- en be- dieningspaneel geselecteerd onder het menu- item ”Aandrijving”...
Pagina 220
Bediening Rijden Rijprogramma A of B selecteren De machine heeft twee rijprogramma's met persoonlijke rij- en remkarakteristieken. In tegenstelling tot de vaste rijprogramma's ”1 t/m 3” kunnen de programma's ”A” en ”B” wor- den geconfigureerd. De procedure hiervoor wordt beschreven in de volgende paragraaf. Het rijprogramma wordt geselecteerd via het display- en bedieningspaneel onder het menu- item ”Aandrijving”...
Pagina 221
Bediening Rijden Hier wordt het configureren van de rijprogram- ma's uitgelegd aan de hand van ”Rijprogr. A”. Het menu Rijprogramma A instel- verschijnt. De volgende parameters kunnen worden inge- steld: ● max. snelheid Bepaalt de maximumsnelheid (max. 20 km/u). ●...
Pagina 222
Bediening Rijden Rijrichting kiezen Voordat u met de machine gaat rijden, moet de rijrichting worden gekozen met de rijrich- tingschakelaar/rijrichtinghendel. De methode voor het bedienen van de rijrichtingschake- laar/rijrichtinghendel is afhankelijk van de be- dieningselementen die in de machine zijn aan- gebracht.
Pagina 223
Bediening Rijden Rijrichtingschakelaar bedienen bij uitvoering met meerdere hendels – Voor de rijrichting ”vooruit” duwt u de rijrich- tingschakelaar (1) omlaag. – Voor de rijrichting ”achteruit” duwt u de rij- richtingschakelaar (1) omhoog. OPMERKING Als de rijrichtingschakelaar (1) defect is en de machine in een gevarenzone stopt, kan de rij- richtinghendel op de rijrichting- en knipper- lichtmodule (variant) worden gebruikt voor rij-...
Pagina 224
Bediening Rijden Rijrichtingschakelaar bedienen bij uitvoering met Fingertip – Voor de rijrichting ”vooruit” duwt u de rijrich- tingschakelaar (1) naar voren. – Voor de rijrichting ”achteruit” trekt u de rij- richtingschakelaar (1) naar achteren. OPMERKING Als de rijrichtingschakelaar (1) defect is en de machine in een gevarenzone stopt, kan de rij- richtinghendel op de rijrichting- en knipper- lichtmodule (variant) worden gebruikt voor rij-...
Pagina 225
Bediening Rijden Rijrichtinghendel bedienen bij uit- voering met rijrichting- en knipper- lichtmodule – Voor de rijrichting ”vooruit”, duwt u de rij- richtinghendel (1) naar voren. – Voor de rijrichting ”achteruit” duwt u de rij- richtinghendel (1) naar achteren. Als alternatief kan de rijrichting ook worden gekozen met de rijrichtingschakelaars op de bedieningselementen voor de hydraulische functies.
Pagina 226
OPMERKING Afhankelijk van de uitrusting kunnen de vol- gende varianten van waarschuwingseenheden voor achteruitrijden aanwezig zijn: Er klinkt een geluidssignaal. ● Het lampje STILL SafetyLight gaat branden. ● De waarschuwingsknipperlichten knipperen. ● – Trap op het rijpedaal (3). De machine rijdt in de gekozen rijrichting. De snelheid wordt geregeld door de stand van het rijpedaal.
Pagina 227
Bediening Rijden Van rijrichting veranderen – Haal uw voet van het rijpedaal. – Kies de gewenste rijrichting. – Trap op het rijpedaal. De machine rijdt in de gekozen rijrichting. OPMERKING Er kan ook tijdens het rijden van rijrichting worden veranderd. Terwijl u dat doet, kan uw voet op het gaspedaal blijven.
Pagina 228
Afhankelijk van de uitrusting kunnen de vol- gende varianten van waarschuwingseenheden voor achteruitrijden aanwezig zijn: Er klinkt een geluidssignaal. ● Het lampje STILL SafetyLight gaat branden. ● De waarschuwingsknipperlichten knipperen. ● De machine rijdt in de gekozen rijrichting. De snelheid wordt geregeld door de stand van het rijpedaal.
Pagina 229
Bediening Rijden OPMERKING De machine wordt tevens op zijn plaats ge- houden op op- of aflopende hellingen, zelfs als de elektrische parkeerrem niet is ingescha- keld. GEVAAR Ongevallenrisico door defecte remmen! De rem met energieterugwinning werkt alleen als de machine is ingeschakeld, de noodstopschakelaar niet is geactiveerd en de parkeerrem is uitgescha- keld.
Pagina 230
Bediening Rijden Bedrijfsrem bedienen De elektrische rem zet de acceleratie-energie van de heftruck om in elektrische energie. Hierdoor wordt de heftruck afgeremd. Bij elektrisch remmen vindt energieterugwin- ning voor de batterij plaats. Dit resulteert in een langere bedrijfstijd tussen het laden en minder slijtage van de remmen.
Pagina 231
Bediening Rijden Parkeerrem De bediening van de parkeerrem is afhankelijk van de parkeerrem waarmee uw heftruck is uitgerust. Mogelijke uitvoeringen zijn: Mechanische parkeerrem; zie H oofdstuk ⇒ ● OPMERKINGMechanische parkeerrem in- schakelenBladzijde, Koppeling deel 215 Elektrische parkeerrem; zie H oofdstuk ⇒ ...
Pagina 232
Bediening Rijden Parkeerrem uitschakelen – Trek de parkeerremhendel (1) naar achter- – Duw de knop (2) omlaag en houd hem inge- drukt. – Beweeg de parkeerremhendel (1) helemaal naar voren en laat vervolgens zowel de hendel als de knop los. De parkeerrem wordt ontkoppeld.
Pagina 233
Bediening Rijden De bestuurder probeert de machine uit te ● schakelen zonder de parkeerrem te bedie- De machine begint ongeveer 20 seconden ● na inschakeling van de parkeerrem te rijden Activatie en interventie van de functie Oorzaak Gevolg Er klinkt een waarschuwingssignaal. De bestuurdersstoel wordt verlaten en de par- Als de bestuurder op de bestuurdersstoel gaat keerrem is niet aangetrokken.
Pagina 234
Bediening Rijden Elektrische parkeerrem (variant) inschakelen GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overre- den te worden wanneer de machine wegrolt. – Parkeer de machine niet op een hel- ling. – Verlaat de machine niet tot de par- keerrem is ingeschakeld. – In een noodgeval moet de machine bergafwaarts met keggen onder de wielen worden vastgezet om te voor- komen dat de machine wegrolt.
Pagina 235
Bediening Rijden Elektrische parkeerrem uitschakelen nadat de machine is ingeschakeld – Druk op de drukknop (1) om de parkeerrem uit te schakelen. De machine wordt op zijn plaats gehouden door de rijmotor. De elektrische parkeerrem handmatig bedienen als de machine stilstaat Parkeerrem handmatig inschakelen –...
Pagina 236
Bediening Rijden Oorzaak Gevolg De elektrische parkeerrem wordt direct toege- past met een hoorbaar geluid. De machine wordt uitgeschakeld. De LED (2) brandt kortstondig continu tot de re- geleenheden zijn uitgeschakeld. De elektrische parkeerrem wordt direct toege- De noodstopschakelaar is bediend. past met een hoorbaar geluid.
Pagina 237
Bediening Rijden Bediening van de elektrische parkeer- rem wanneer de machine rijdt Handmatige inschakeling als de machine rijdt – Druk op de drukknop (1). De machine wordt afgeremd door de aandrij- feenheid volgens het geselecteerde rijpro- gramma. Zodra de machine tot stilstand is ge- komen, wordt de elektrische parkeerrem inge- schakeld met een hoorbaar geluid.
Pagina 238
Bediening Rijden Oorzaak Gevolg De machine rolt uit en komt tot stilstand. Zodra de machine tot stilstand is gekomen, wordt de elektrische parkeerrem ingeschakeld De noodstopschakelaar is bediend. met een hoorbaar geluid. De LED (2) brandt continu. Het pictogram verschijnt op het display. De elektrische parkeerrem wordt direct toege- De machine accelereert sterk, ondanks dat de past met een hoorbaar geluid.
Pagina 239
Bediening Rijden Melding: Parkeerrem inschakelen met de knop. Als de regeleenheid van de machine een sto- ring in de parkeerrem vaststelt, kan de machi- ne niet worden uitgeschakeld. De melding ● Parkeerrem inscha- wordt weergege- kelen met de knop ven op het display- en bedieningspaneel.
Pagina 240
Bediening Rijden De parkeerrem wordt ingeschakeld. OPMERKING Als u de drukknop (1) gedurende langere tijd ingedrukt houdt of meerdere malen indrukt, zal de machine zwaarder gaan remmen. Functie ”Veilig parkeren” Deze functie bewaakt de remwerking wanneer de machine is geparkeerd. Als er een sensor op de hefmast is aangebracht (variant), con- troleert deze functie ook of het vorkenbord is gedaald.
Pagina 241
Bediening Rijden Activeren en ingrijpen in de functie ”Veilig parkeren” Oorzaak Gevolg De volgende melding verschijnt op het display: Parkeerrem kan niet worden inge- schakeld. De bestuurdersstoel wordt verlaten. De elektri- - Druk op de Softkey om dit te bevestigen. sche parkeerrem kan niet of kon eerder niet Als de bestuurdersstoel wordt verlaten, klinkt er worden ingeschakeld.
Pagina 242
Bediening Rijden Melding: Parkeerrem kan niet worden ingescha- keld Als de regeleenheid van de machine een sto- ring in de parkeerrem vaststelt, kan de machi- ne niet worden uitgeschakeld. De melding ● Parkeerrem kan niet wordt weerge- worden ingeschakeld geven op het display- en bedieningspa- neel.
Pagina 243
Bediening Rijden Stuurinrichting GEVAAR Ongevallenrisico! Als het hydraulisch systeem uitvalt, bestaat er ge- vaar voor ongevallen, aangezien de stuureigen- schappen dan zijn veranderd. – Uw heftruck mag niet met een defecte stuurinrich- ting worden gereden. – Stuur de heftruck door het stuur (1) in de gewenste richting te draaien.
Pagina 244
Bediening Rijden Snelheidsbegrenzing in bochten (Curve Speed Control) Deze functie reduceert de rijsnelheid van de machine naarmate de wieluitslag toeneemt, onafhankelijk van hoe ver het gaspedaal wordt ingetrapt. Als de stuurhoek bij het verlaten van de bocht weer kleiner wordt, versnelt de ma- chine weer tot zover het gaspedaal is inge- trapt.
Pagina 245
Bediening Rijden Snelheidsbegrenzing bij geheven vorkenbord (variant) Als de machine met deze variant is uitgerust, wordt de rijsnelheid vanaf een hefhoogte van meer dan 500 mm automatisch verlaagd naar 5 km/h (vooruit en achteruit). Als het vorkenbord weer onder deze hefhoog- te wordt neergelaten, wordt de rijsnelheidsbe- grenzing uitgeschakeld.
Pagina 246
Bediening Rijden OPMERKING Er is een variant die voorkomt dat er met de machine wordt gereden wanneer de cabine- deur open is. De melding voor Cabinedeur verschijnt op het display. sluiten Snelheidsbegrenzing (variant) Snelheidsbegrenzing (variant) is een functie die kan worden geconfigureerd door de vloot- beheerder.
Pagina 247
Bediening Rijden – Druk op de softkey ”Instellingen” Het eerste menuniveau verschijnt. – Activeer de ”Toegangsautorisatie voor de vlootbeheerder”. Het menu ”Instellingen” wordt geopend op het display. – Druk op de softkey Machine-instel- lingen – Druk op de softkey Snelheidsbegren- zing Het menu dat wordt geopend, biedt de volgen- de functies:...
Pagina 248
Bediening Rijden Het display keert dan terug naar het vorige menu. Met de hoofdschermtoets gaat u naar het hoofdscherm. Cruisecontrol (variant) Met de ”cruisecontrolfunctie” kan de bestuur- der een constante rijsnelheid over een redelij- ke afstand handhaven. Daarnaast kan de crui- secontrolfunctie worden gebruikt om te vol- doen aan alle snelheidsbeperkingen die van kracht zijn op het bedrijfsterrein.
Pagina 249
Bediening Rijden – Druk op de softkey ”cruisecontrol” De oranje activeringsbalk naast de soft- key ”cruisecontrol” gaat branden. De crui- 08:20 secontrolfunctie is gereed. Het grijs weergegeven symbool van de ”crui- secontrol” (1) verschijnt op het display. De cruisecontrolfunctie uit stand-by ha- Als u opnieuw op de softkey ”cruisecontrol”...
Pagina 250
Bediening Rijden – Bedien de rijrichtingschakelaar (2) voor vooruitrijden. OPMERKING Bij de uitvoering met tweepedalensysteem (variant) wordt de rijrichtingschakelaar(2) uit- sluitend gebruikt om de cruisecontrolfunctie (variant) te activeren en te deactiveren. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 251
Bediening Rijden De cruisecontrolfunctie is actief. De huidige snelheid wordt opgeslagen. Twee pieptonen geven aan dat de cruisecon- 08:20 trolfunctie actief is. Het symbool (4) ver- schijnt zwart op het display. – Haal uw voet van het rijpedaal. De machine rijdt nu met de geselecteerde snelheid tot de cruisecontrolfunctie weer wordt gedeactiveerd.
Pagina 252
Bediening Rijden Andere omstandigheden waaronder de hef- truckregeleenheid de cruisecontrolfunctie deactiveert, zijn: Bestuurdersstoel verlaten ● Rijsnelheid lager dan 2,5 km/h. ● Snelheidslimiet ingesteld op minder dan ● 4,5 km/h. De heftruckregeleenheid detecteert afwijkin- ● gen, bijvoorbeeld batterijdeur open, batterij- drager niet ingeschoven. Als het rijpedaal onder deze omstandigheden wordt bediend, wordt de machine eerst via de aandrijfeenheid afgeremd.
Pagina 253
Bediening Parkeren Parkeren Machine beveiligd parkeren en uit- schakelen GEVAAR Er bestaat levensgevaar door overre- den te worden wanneer de machine wegrolt. – Parkeer de machine niet op een hel- ling. – In een noodgeval op een helling moet de machine bergafwaarts met keggen onder de wielen worden vastgezet.
Pagina 254
Bediening Parkeren – Laat het vorkenbord tot op de grond zak- ken. – Neig de hefmast naar voren tot de vorkpun- ten op de grond rusten. – Schuif bij voorzetapparatuur (variant) de werkcilinders in; zie het hoofdstuk ”Algeme- ne instructies voor het bedienen van voor- zetapparatuur”.
Pagina 255
Bediening Parkeren – In de variant met ”drukknop voor contact”, drukt u op de knop. (1) Afhankelijk van de uitvoering van de machine: – Druk op de scheidingsschakelaar (1) van de batterij. 6219_901-018 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 256
Bediening Parkeren – Draai de scheidingsschakelaar (1) linksom tot aan de aanslag en in de ”OFF” stand. OPMERKING Contactsleutels, FleetManager-kaarten (vari- ant), FleetManager-transponderchips (variant) en de pincode voor de toegangsautorisatie (variant) mogen zonder uitdrukkelijke instruc- tie van de verantwoordelijke vlootbeheerder daartoe niet aan anderen worden gegeven.
Pagina 257
Bediening Heffen Heffen Uitvoeringen van de hefinrichting De beweging van het vorkenbord en van de hefmast wordt in hoge mate bepaald door de volgende uitrusting: De hefmast van de heftruck, zie ● H oofdstuk OPMERKINGHefmastuitvoerin- ⇒ genBladzijde, Koppeling deel 241 . De bedieningselementen voor aansturing ●...
Pagina 258
Bediening Heffen Telescopische hefmast Bij het heffen steekt de hefmast uit boven de buitenste hefcilinders. De hefmast neemt via de kettingen het vorkenbord mee. In deze situ- atie wordt het vorkenbord twee keer zo snel geheven als de binnenmast. De bovenkant (1) van de binnenmast kan daarbij hoger zijn dan het vorkenbord.
Pagina 259
Bediening Heffen Triplexmast (variant) Tijdens het heffen schuift de binnenste hefci- linder uit tot de vrije heffing (3) en vervolgens heffen de buitenste cilinders de binnenmast naar de maximale hoogte (2). Mono-hefmast ”Easy-View” Bij het heffen steekt de binnenste hefmast uit boven de buitenste hefcilinders.
Pagina 260
Bediening Heffen Deze hefmast heeft een laag, smal ontwerp om het transporteren van pallets gemakkelij- ker te maken. De bestuurder heeft een onbe- lemmerd zicht naar links en naar rechts langs de hefmast en kan ook over de hefmast kij- ken.
Pagina 261
Bediening Heffen WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door vertraagde reactie van de machine! Als de hefbewegingen zo zijn geconfigureerd dat ze een lage dynamiek hebben, reageert de hefinrichting na een vertraging wanneer het bedieningselement wordt losgelaten, ook in noodgevallen. Het vorken- bord stopt niet onmiddellijk na het loslaten van de bedieningshendel.
Pagina 262
Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met meerdere hendels GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers, enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
Pagina 263
Bediening Heffen – Beweeg de ”hef-/daal”hendel (1) in de rich- ting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de ”hef-/daal”hendel (1) in de rich- ting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: – Beweeg de ”neig”hendel (2) in de richting van de pijl (C).
Pagina 264
Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met dubbele minihendel GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers, enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
Pagina 265
Bediening Heffen Vorkenbord heffen en laten dalen Vorkenbord heffen: – Beweeg de 360°-hendel voor de ”hef- mast” (3) in de richting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de 360°-hendel voor de ”hef- mast” (3) in de richting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: –...
Pagina 266
Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met drievoudige minihendel GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers, enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
Pagina 267
Bediening Heffen Vorkenbord heffen en laten dalen Vorkenbord heffen: – Beweeg de 360°-hendel voor de ”hef- mast” (3) in de richting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de 360°-hendel voor de ”hef- mast” (3) in de richting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: –...
Pagina 268
Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met viervoudige minihendel GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers. enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
Pagina 269
Bediening Heffen – Beweeg de ”hef-/daal”hendel (3) in de rich- ting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de ”hef-/daal”hendel (3) in de rich- ting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: – Beweeg de bedieningshendel voor de ”hef- mast”...
Pagina 270
Bediening Heffen Bediening van hefinrichting met Fin- gertip GEVAAR Het grijpen tussen of beklimmen van bewegende delen van de machine (zoals de hefmast, sideshift, werkuitrusting, lastdragers, enz.) kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben en is daarom verbo- den.
Pagina 271
Bediening Heffen – Beweeg de ”hef-/daal” hendel (4) in de rich- ting van de pijl (B). Vorkenbord laten dalen: – Beweeg de ”hef-/daal” hendel (4) in de rich- ting van de pijl (A). Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: – Beweeg de ”neig” hendel (1) in de richting van de pijl (C).
Pagina 272
Bediening Heffen WAARSCHUWING Ongevallenrisico ten gevolge van een bedienings- fout! In deze bedieningsinstructies wordt beschreven hoe de hefinrichting in de fabrieksconfiguratie moet wor- den bediend. Als het geautoriseerde servicecentrum een andere configuratie heeft geconfigureerd, moeten de nieuw aangebrachte pictogrammen worden opgevolgd om een veilige werking te garanderen.
Pagina 273
Bediening Heffen Hefmast neigen Hefmast naar voren neigen: – Druk de horizontale tuimelschakelaar (3) naar links (C). Hefmast naar achteren neigen: – Druk de horizontale tuimelschakelaar (3) naar rechts (D). 6219_003-165_V3 Sideshift van het vorkenbord Vorkenbord naar links verschuiven: –...
Pagina 274
Bediening Heffen Dynamiek van de bewegingen van het hydraulisch systeem WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door vertraagde reactie van de machine! Als de hefbewegingen zo zijn geconfigureerd dat ze een lage dynamiek hebben, reageert de hefinrichting na een vertraging wanneer het bedieningselement wordt losgelaten, ook in noodgevallen. Het vorken- bord stopt niet onmiddellijk na het loslaten van de bedieningshendel.
Pagina 275
Bediening Heffen hydraulisch systeem slechts langzaam ver- traagd. Hierdoor blijft het vorkenbord enige tijd wer- ken voordat de bewegingen stoppen. Lastprogramma's 1 t/m 3 selecteren De machine heeft drie lastprogramma's voor verschillende hefmodi van het vorkenbord en van de hefmast. Hoe hoger het nummer van het geselecteerde lastprogramma is, des te groter is de lastdynamiek.
Pagina 276
Bediening Heffen Slijtagebescherming van de vorken (variant) De variant ”slijtagebescherming van de vor- ken” zorgt ervoor dat de vorktanden de grond niet raken. De vorken worden beschermd te- gen slijtage en de vloer van het gebouw wordt beschermd tegen beschadiging. De hefcilinders hebben ingebouwde vaste aanslagen om te voorkomen dat de vorken de grond raken.
Pagina 277
Bediening Heffen GEVAAR Explosiegevaar! In explosiegevaarlijke omgevingen mo- gen alleen vorken worden gebruikt die voldoen aan de voorschriften voor explo- siebeveiliging. Deze vorken zijn speciaal gecoat om vonkvorming te voorkomen bij aanraking met de last of de vloer. De binnenkant van de vorkhielen is niet gecoat, zodat ze op scheuren kunnen worden gecon- troleerd.
Pagina 278
Bediening Heffen OPMERKING Bij het aanbrengen en verwijderen van de vor- ken wordt een transportpallet aanbevolen om deze te ondersteunen. De palletmaat is afhan- kelijk van de grootte van de gebruikte vorken. Deze moet zo groot zijn dat de vorken niet uit- steken nadat zij op de pallet zijn geplaatst.
Pagina 279
Bediening Heffen GEVAAR Er bestaat levensgevaar door een vallende last of vork! Het is niet toegestaan om te rijden of lasten te trans- porteren als de borgbout niet is aangebracht. – Haal de borgbout (2) telkens wanneer een vork wordt vervangen aan. OPMERKING Als de heftruck is uitgerust met de comfort- functie ”Lastmeting”...
Pagina 280
Bediening Heffen GEVAAR Explosiegevaar! In explosiegevaarlijke omgevingen mo- gen alleen vorken worden gebruikt die voldoen aan de voorschriften voor explo- siebeveiliging. Deze vorken zijn speciaal gecoat om vonkvorming te voorkomen bij aanraking met de last of de vloer. De binnenkant van de vorkhielen is niet gecoat, zodat ze op scheuren kunnen worden gecon- troleerd.
Pagina 281
Bediening Heffen OPMERKING Als de heftruck is uitgerust met de comfort- functie ”Lastmeting” (variant), moet er nadat de vorken zijn vervangen altijd een ”nulstelling van de lastmeting” worden uitgevoerd. Anders kan een correcte lastmeting niet worden gega- randeerd. Aanbrengen GEVAAR Levensgevaar door vallende last! De vorkverlenging moet met ten minste 60% van de...
Pagina 282
Bediening Heffen – Steek de borgpen helemaal in de vorkver- lenging. – Steek de borgpen met ring in de borgpen en zet deze vast. Werken met omkeerbare vorken (variant) GEVAAR Explosiegevaar! Het uitvoeren van werkzaamheden aan een machine in explosiegevaarlijke om- gevingen kan leiden tot explosies in de omringende atmosfeer.
Pagina 283
Bediening Heffen GEVAAR Levensgevaar door vallende last! Normale vorken zijn op grond van hun constructie niet geschikt voor omgekeerd gebruik en mogen dus ook niet als zodanig worden gebruikt. Het niet volgen van deze instructie kan tot materiaalbreuk leiden waardoor de last uiteindelijk kan vallen. –...
Pagina 284
Bediening Heffen Omkeerbare vorken (1) kunnen worden ge- bruikt om een extra hefhoogte te bereiken. De omkeerbare vorken worden op dezelfde ma- nier als standaardvorken op het vorkenbord gemonteerd. Lasten mogen worden geheven op en onder de omkeerbare vorken. De mast wordt op dezelfde manier uitgeschoven en ge- neigd.
Pagina 285
Bediening Heffen Indien het vorkenbord in de binnenmast ge- blokkeerd is, of indien de cilinder voor de vrije heffing of de kettingrol geblokkeerd is, moet de oorzaak van het blokkeren worden wegge- nomen voordat u verder kunt werken. – Waarschuw uw servicecentrum. Lastkettingen niet gespannen GEVAAR Gevaar van een vallende last!
Pagina 286
Bediening Heffen Als de bestuurder uit de bestuurdersstoel op- staat, blokkeert de blokkeerfunctie de volgen- de functies: Last heffen ● Last laten dalen ● Hefmast neigen ● Extra hydraulische functies ● Stuurinrichting ● OPMERKING Alleen de noodbesturingsfunctie blijft beschik- baar. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 287
Bediening Hanteren van lasten Hanteren van lasten Veiligheidsvoorschriften voor het hanteren van lasten In de volgende paragrafen zijn de veiligheids- voorschriften voor het hanteren van lasten op- genomen. GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten of als delen van de heftruck dalen. –...
Pagina 288
Bediening Hanteren van lasten Vóór het oppakken van een last Hefvermogen Het voor de machine vermelde hefvermogen op het lastindicatieplaatje mag niet worden overschreden. Het hefvermogen wordt beïn- vloed door het lastzwaartepunt en de hefhoog- te en eventueel de banden. 660 800 910 5030 –...
Pagina 289
Bediening Hanteren van lasten Voorbeeld Gewicht van de te heffen last: 880 kg (3) Lastafstand tot de vorkrug: 500 mm (1) Toegestane hefhoogte: 5230 mm (2) 5230 mm WAARSCHUWING Ongevallenrisico door verlies van de stabiliteit van de machine! De toegestane belasting van de voorzetapparatuur (variant) en het gereduceerde hefvermogen van de combinatie van machine en voorzetapparaat mogen niet worden overschreden.
Pagina 290
Bediening Hanteren van lasten GEVAAR Ongevalrisico door een vallende last! Monteer bij het transporteren van kleine voorwerpen een veiligheidsscherm (variant), zodat de last niet op de bestuurder kan vallen. Bovendien moet er een gesloten dakbedekking (vari- ant) worden gebruikt. Verwijderbare dakpanelen mogen niet worden verwij- derd.
Pagina 291
Bediening Hanteren van lasten GEVAAR Verwondingsgevaar! – Ga niet onder de geheven vorken staan. GEVAAR Binnen de gevarenzone van de heftruck bestaat er verwondingsgevaar! Niemand behalve de bestuurder in zijn normale be- dieningspositie mag zich binnen de gevarenzone van de heftruck bevinden. Indien personen ondanks waarschuwingen de gevarenzone niet verlaten: –...
Pagina 292
Bediening Hanteren van lasten Transporteren van hangende lasten Vóór het transporteren van hangende lasten moet er advies worden ingewonnen bij de na- tionale wettelijke instanties (in Duitsland de werkgeversverzekeringen). Op grond van nationale voorschriften kunnen hiervoor beperkingen gelden. Neem contact op met de verantwoordelijke instanties.
Pagina 293
Bediening Hanteren van lasten Let er met name op dat zich niemand in de ● rijrichting op het af te leggen traject bevindt Als de last desondanks begint te slingeren, ● zorg er dan voor dat niemand gevaar loopt GEVAAR Ongevallenrisico! Tijdens het transporteren van hangende lasten mo- gen rij- en lastbewegingen nooit abrupt worden uitge-...
Pagina 294
Bediening Hanteren van lasten – Zet de last indien nodig neer. – Rijd de machine in een zone die moet wor- den gebruikt voor het in- en uitslaan van lasten. Nadat het assistentiesysteem ”automatische verticale mastpositionering” is gekalibreerd, kan een pallet horizontaal in een stelling wor- den opgeslagen, bijvoorbeeld wanneer de ma- chine op een HGV-oprijplaat/-platform staat.
Pagina 295
Bediening Hanteren van lasten – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu verschijnt. Kalibreren Onderhoudsinterval Kalibreren Schoksensor Wachtw. (toegangsaut.) wijzigen Hydraul. systeem drukloos maken Vlootbeheerder 6219_003-277_nl – Druk op de softkey Hefmastneiging De wizard voor het kalibreren van de lastme- ting wordt gestart.
Pagina 296
Bediening Hanteren van lasten Automatische verticale mastpositio- nering (variant) LET OP Risico van materiële schade als de hefmast tegen stellingen of andere objecten botst! – Zorg dat de heftruck voldoende afstand tot stellin- gen en andere objecten heeft voordat u het assis- tentiesysteem ”automatische verticale mastpositi- onering”...
Pagina 297
Bediening Hanteren van lasten Het symbool verschijnt op het display. – Neig de hefmast naar achteren tot aan de aanslag. – Neig de hefmast naar voren. De hefmast stopt in de verticale stand. OPMERKING De hefmast stopt ook in de verticale stand als hij met ≥...
Pagina 298
Bediening Hanteren van lasten – De last moet zodanig worden opgeslagen dat de voorgeschreven gangpadbreedte niet door uitstekende delen wordt geredu- ceerd. – Nader de stelling voorzichtig, rem zachtjes en stop vlak voor de stelling. – Positioneer de vorken. ...
Pagina 299
Bediening Hanteren van lasten – Steek de vork zo ver mogelijk onder de last. Stop de heftruck zodra de vorkrug de last raakt. Het lastzwaartepunt moet zich mid- den tussen de vorken bevinden. – Hef het vorkenbord tot de last volledig op ...
Pagina 300
Bediening Hanteren van lasten – Laat de last dalen en zorg dat er voldoende bodemvrijheid overblijft. – Neig de hefmast naar achteren. Er kan met de last worden gereden. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 301
Bediening Hanteren van lasten Transporteren van lasten OPMERKING Volg de informatie op in het hoofdstuk ”Veilig- heidsvoorschriften voor het rijden”. GEVAAR Hoe hoger een last wordt geheven, hoe minder sta- biel deze wordt. De machine kan kantelen. De last kan vallen.
Pagina 302
Bediening Hanteren van lasten – Rijd nooit met een last die aan een kant uit- steekt (bijv. met de sideshift)! Schudfunctie (variant) OPMERKING De schudfunctie is alleen bedoeld voor kort- stondig gebruik, omdat de levensduur van de hefkettingen door de grotere belasting wordt verkort.
Pagina 303
Bediening Hanteren van lasten Bediening Schudfunctie activeren: – Beweegt het betreffende bedieningsele- ment voor de ”hef”functie snel viermaal ach- tereenvolgens over de nulstand heen. Het vorkenbord beweegt daarbij zoals ge- woonlijk. Na de vierde beweging van het be- dieningselement is de schudfunctie actief. –...
Pagina 304
Bediening Hanteren van lasten Joystick 4Plus: – Beweeg de Joystick 4Plus (1) vier keer heen en weer tussen de posities (A) en (B). Blijf het bedieningselement vervolgens op dezelfde manier bewegen. 6210_003-089 Dubbele minihendel: – Beweeg de 360°-hendel (2) vier keer heen en weer tussen de posities (A) en (B).
Pagina 305
Bediening Hanteren van lasten Drievoudige minihendel: – Beweeg de 360°-hendel (3) vier keer heen en weer tussen de posities (A) en (B). Blijf het bedieningselement vervolgens op de- zelfde manier bewegen. Viervoudige minihendel: – Beweeg de bedieningshendel (4) vier keer heen en weer tussen de posities (A) en (B).
Pagina 306
Bediening Hanteren van lasten Een last neerzetten GEVAAR Ongevallenrisico door veranderd kantelmoment! Als de hefmast met geheven last voorwaarts wordt geneigd of als de last verschuift, veranderen het last- zwaartepunt en het kantelmoment. De machine kan naar voren kantelen. – Neig de hefmast met geheven lastdrager alleen vlak boven de stapel naar voren.
Pagina 307
Bediening Hanteren van lasten – Laat de last dalen tot deze stevig op de stelling rust. GEVAAR Ongevallenrisico! – Let goed op personen binnen de gevarenzone. – Controleer of de weg achter u vrij is. – Rijd met de machine achteruit tot de vorken kunnen dalen zonder de stapel te raken.
Pagina 308
Bediening Hanteren van lasten – In geval van nood moet de machine naar beneden toe met keggen worden beveiligd, zodat de machine niet kan wegrollen. – Verlaag de rijsnelheid op aflopende hellin- gen. Het is niet toegestaan om op lange op- en af- lopende hellingen met een hellingspercentage van meer dan 15% te rijden, dit vanwege de voorgeschreven minimale remwerkings- en...
Pagina 309
Bediening Hanteren van lasten Het werkelijke totaalgewicht bepalen – Parkeer de machine beveiligd en schakel hem uit. – Bepaal de afzonderlijke gewichten door het typeplaatje van de machine te lezen en, in- dien van toepassing, het typeplaatje van de voorzetapparatuur (variant) en/of door de te heffen last te wegen.
Pagina 310
Bediening Hanteren van lasten Op laadbruggen rijden GEVAAR Ongevallenrisico door naar beneden vallen van de machine! Bij stuurbewegingen kan de achterzijde van de ma- chine van de laadbrug af naar de rand uitzwenken. Hierdoor kan de machine vallen. Bij driewielheftrucks moet het bruikbare oppervlak van de laadbrug zijn omsloten, zodat het achterwiel er niet af kan glijden.
Pagina 311
Bediening Hanteren van lasten – Rijd langzaam en voorzichtig op de laad- brug. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 312
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Hydraulisch systeem drukloos maken Noodzaak voor drukloos maken van het hydraulisch systeem Om andere hydraulische functies dan de ba- sisfuncties te kunnen gebruiken, is de heftruck voorzien van insteekkoppelingen (1) op de hefmast. Op deze stekkeraansluitingen kunnen voorzet- apparaten met en zonder klemfunctie worden aangesloten.
Pagina 313
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken ”Speciaal kenmerk voor voorzetapparatuur ● met klemfunctie” ”Het drukloos maken voltooien” ● Wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem Het hydraulisch systeem wordt drukloos ge- maakt met behulp van een wizard op het dis- play- en bedieningspaneel.
Pagina 314
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken – Druk op de softkey Service – Druk op de scrolltoetsen totdat het menu Hydraulisch systeem druk- verschijnt. loos maken – Druk op de softkey Hydraulisch sys- teem drukloos maken 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 315
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken De volgende melding verschijnt: Let op, de hefmast kan bewegen! – Druk ter bevestiging op de softkey Druk op de softkey om de wizard af te slui- ten. De volgende melding verschijnt: Alle as- sen van het hydr.
Pagina 316
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ● Vorkenbord laten dalen ●...
Pagina 317
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken De hydraulische circuits van de sideshift en de vorkverstelling worden nu drukloos gemaakt. De insteekkoppelingen op de hefmast worden drukloos gemaakt. Het drukloos maken voltooien – Raadpleeg de paragraaf ”De wizard afslui- ten” om het drukloos maken te voltooien. Hydraulisch systeem drukloos ma- ken met behulp van meerdere hen- dels en de 5e en 6e functie...
Pagina 318
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken – Druk op de toets (2) en houd deze inge- drukt. – Duw de bedieningshendel (3) eenmaal in de richting van de pijl tot de eindpositie is bereikt. Het hydraulische circuit van de 6e hydrauli- sche functie wordt drukloos gemaakt.
Pagina 319
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch systeem voor de extra functies De extra functies zijn onder andere de sides- hift en de vorkverstelling. Voorzetapparatuur zonder klemfunctie wordt eveneens aangeslo- ten op deze hydraulische circuits. Deze func- ties worden aangestuurd via hydraulische cir- cuits drie en vier.
Pagina 320
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van de hydraulische circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden ge- maakt.
Pagina 321
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ● Vorkenbord laten dalen ●...
Pagina 322
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van de hydraulische circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden ge- maakt.
Pagina 323
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ● Vorkenbord laten dalen ●...
Pagina 324
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van de hydraulische circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden ge- maakt.
Pagina 325
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Drukloos maken van het hydraulisch systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies. De basisfuncties worden aangestuurd via de eerste twee hydraulische circuits. De basisfuncties zijn: Vorkenbord heffen ● Vorkenbord laten dalen ●...
Pagina 326
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van de hydraulische 1 2 3 circuits voor de ”5e hydraulische func- tie” Als de machine is uitgerust met een ”5e hy- draulische functie”, moet het hydraulische cir- cuit van deze functie ook drukloos worden ge- maakt.
Pagina 327
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Hydraulisch systeem drukloos ma- ken met behulp van de Joys- tick 4Plus – Start de ”wizard voor drukloos maken van het hydraulisch systeem”. Drukloos maken van het hydraulisch systeem voor de basisfuncties De basisfuncties bevatten de eerste vier hy- draulische functies.
Pagina 328
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Hydraulisch systeem drukloos ma- ken met behulp van de Joys- tick 4Plus en de 5e functie Als de machine is uitgerust met de Joys- tick 4Plus, kan de voorzetapparatuur ook wor- den aangestuurd via de ”5e hydraulische func- tie”.
Pagina 329
Bediening Hydraulisch systeem drukloos maken Speciaal kenmerk voor voorzetap- paratuur met klemfunctie Let op het volgende als een voorzetapparaat met klemfunctie is aangebracht: Het drukloos maken van het hydraulisch cir- ● cuit voor voorzetapparatuur wordt op de- zelfde manier gedaan als het openen en sluiten van de klem.
Pagina 330
Als de heftruck in de fabriek is uitgerust met geïntegreerde voorzetapparatuur (variant), moeten de specificaties in de STILL bedie- ningsinstructies voor de geïntegreerde voor- zetapparatuur worden opgevolgd. Wanneer voorzetapparatuur op locatie wordt gemonteerd, moeten de specificaties in de be- dieningsinstructies van de fabrikant van het voorzetapparaat worden opgevolgd.
Pagina 331
Bediening Voorzetapparatuur Voor de eerste ingebruikname moet een ge- kwalificeerde persoon zowel de werking van het voorzetapparaat als het zicht met en zon- der last vanaf de bestuurderspositie controle- ren. Als het zicht onvoldoende is, moeten er visuele hulpmiddelen worden gebruikt, zoals spiegels, een camera, een monitorsysteem enz.
Pagina 332
Bediening Voorzetapparatuur WAARSCHUWING Ongevallenrisico door onjuiste labels! Het gebruik van voorzetapparatuur kan leiden tot on- gevallen als de labels onjuist zijn of ontbreken. Als er geen resthefvermogenplaatje voor de specifie- ke voorzetapparatuur op de heftruck is aangebracht en de bedieningselementen niet van de desbetref- fende bedieningspictogrammen zijn voorzien, mag de heftruck niet worden gebruikt.
Pagina 333
Bediening Voorzetapparatuur Insteekkoppelingen op de hefmast – Voordat het voorzetapparaat wordt gemon- teerd, moet het hydraulisch systeem druk- loos worden gemaakt. LET OP Risico van beschadiging van componenten! Open aansluitingen van de insteekkoppelingen (1) kunnen vervuild raken. Vuil kan het hydraulisch sys- teem binnendringen.
Pagina 334
Bediening Voorzetapparatuur Algemene instructies voor het be- dienen van voorzetapparatuur Voorzetapparatuur kan worden bediend via de eerste vier hydraulische functies maar ook als een variant via de 5e of 6e functie. De 5e of 6e functie wordt geactiveerd via een toets op het bedieningselement en door het bedie- ningselement te bewegen of via extra druk- knoppen.
Pagina 335
Bediening Voorzetapparatuur WAARSCHUWING Het gebruik van voorzetapparatuur kan extra geva- ren opleveren, bijv. wijziging van het zwaartepunt, extra gevarenzones etc. Voorzetapparatuur mag uitsluitend worden gebruikt in overeenstemming met het gebruiksdoel, zoals be- schreven in de betreffende bedieningsinstructies. Be- stuurders moeten geïnstrueerd zijn in het omgaan met de voorzetapparatuur.
Pagina 336
Bediening Voorzetapparatuur volgens de afbeelding, zoals aangegeven in de bedieningsinstructies voor het voorzetap- paraat. – Houd u aan de ”Informatie over het extra hydraulisch systeem” in het hoofd- stuk ”Technische gegevens”. In het menu voor de beschikbare hydraulische assen voor voorzetapparatuur, staat de aan- duiding voor de aan- Hydraulische as...
Pagina 337
Bediening Voorzetapparatuur voorzetapparaten en dus de volumestroom van de hydrauliekolie afstellen. De nodige waarden zijn te vinden in de bedieningshand- leiding van het betreffende voorzetapparaat. Het geautoriseerde servicecentrum helpt u bij het uitvoeren van de juiste afstellingen. – Houd u aan de ”Informatie over het extra hydraulisch systeem”...
Pagina 338
Bediening Voorzetapparatuur Dit menu geeft de volumestroom aan. De retourstroom wordt in een lichtere kleur weergegeven. Extra hydraulisch Het huidige ingestelde toerental van de hy- ● systeem 2 draulische pomp wordt weergegeven in Voorwaartse beweging 3 300 1/min De huidige ingestelde volumestroom wordt ●...
Pagina 339
Bediening Voorzetapparatuur – Druk hiervoor op de softkey ”Extra hydrau- lisch systeem synchroniseren” De retourstroom wordt, naast de toevoer- stroom, met volle helderheid weergegeven. Druk op de softkey ”Plus” of ”Minus” Extra hydraulisch om het toerental af te stellen. systeem 2 –...
Pagina 340
Bediening Voorzetapparatuur OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de ”5e functie”. De paragrafen ”Voorzetapparatuur met ... be- dienen” beschrijven hoe de klemvergrendeling wordt bediend. – Zie de paragraaf over het desbetreffende bedieningselement. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 341
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met meerdere hendels bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de bedieningshen- dels (1, 3). De pictogrammen voor de hydrauli- sche functies (2, 4) zijn aangebracht op de be- dieningshendels. – Let op de pictogrammen (2) of (4). De pictogrammen worden gerangschikt naar- gelang de bewegingsrichtingen van de bedie- ningshendel (1) of (3).
Pagina 342
Bediening Voorzetapparatuur OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven. Als dit niet het ge- val is, dienen de pictogrammen te worden ver- vangen.
Pagina 343
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met meerdere hendels en 5e en 6e functie bedie- De functietoetsen voor de ”5e en 6e functie” (1, 2) en de bedieningshendels (3, 4) worden gebruikt voor het bedienen van de ”5e functie” of de ”6e functie”. De middelste en onderste delen van de picto- grammen op elke bedieningshendel tonen de functie die met de betreffende hendel wordt...
Pagina 344
Bediening Voorzetapparatuur OPMERKING De beweging/actie van de ”5e functie” of ”6e functie” vindt u in de bedieningsinstruc- ties voor het gemonteerde voorzetapparaat. – Let op de volgende pictogrammen en func- ties van voorzetapparatuur. Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Schuifframe of vork naar voren Schuifframe of vork naar achteren Sideshift naar links Sideshift naar rechts...
Pagina 345
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met dubbele mi- nihendel bedienen Bij deze uitrusting wordt de voorzetapparatuur (variant) bediend met de kruishendel (1) van de ”voorzetapparatuur”. De sticker met de pic- togrammen voor de hydraulische functies (2) is aangebracht op het aangegeven punt. –...
Pagina 346
Bediening Voorzetapparatuur OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven. Als dit niet het ge- val is, dienen de pictogrammen te worden ver- vangen.
Pagina 347
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met dubbele mi- nihendel en 5e functie bedienen OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de ”5e functie”. De functietoets voor de ”5e functie” (3) en de kruishendel (1) worden gebruikt voor het be- dienen van de ”5e functie”.
Pagina 348
Bediening Voorzetapparatuur Voorbeeld van de pictogrammen voor configu- ratie (1): Als de kruishendel (1) van de ”voorzetappara- tuur” in de richting van de pijl (A) wordt bewo- gen, wordt de vork uitgeschoven. Als de functietoets voor de ”5e functie” (3) wordt bediend en de kruishendel (1) van de ”voorzetapparatuur”...
Pagina 349
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met drievoudige minihendel bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de bedieningshen- dels (1, 2). De sticker met de pictogrammen voor de hydraulische functies (3) van de be- dieningshendel (2) en de sticker (4) van de bedieningshendel (1) zijn aangebracht op de aangegeven punten.
Pagina 350
Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar rechts draaien Laadschop kiepen Laadschop terugkiepen OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
Pagina 351
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met drievoudige minihendel en 5e functie bedienen OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de ”5e functie”. De functietoets voor de ”5e functie” (2) en de bedieningshendel (1) worden gebruikt voor het bedienen van de ”5e functie”.
Pagina 352
Bediening Voorzetapparatuur Voorbeeld van de pictogrammen voor configu- ratie (1): Wanneer de bedieningshendel (1) in de rich- ting van de pijl (E) wordt bewogen, gaat de si- deshift naar links. Als de functietoets voor de ”5e functie” (2) wordt bediend en de bedieningshendel (1) in de richting van de pijl(E) wordt bewogen, wor- den de vorken geopend.
Pagina 353
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met viervoudige minihendel bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de bedieningshen- dels (1, 2). De sticker met de pictogrammen voor de hydraulische functies (3) van de be- dieningshendel (2) en de sticker (4) van de bedieningshendel (1) zijn aangebracht op de aangegeven punten.
Pagina 354
Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar rechts draaien Laadschop kiepen Laadschop terugkiepen OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
Pagina 355
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met viervoudige minihendel en 5e functie bedienen OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de ”5e functie”. De functietoets voor de ”5e functie” (2) en de bedieningshendel (1) worden gebruikt voor het bedienen van de ”5e functie”.
Pagina 356
Bediening Voorzetapparatuur Voorbeeld van de pictogrammen voor configu- ratie (1): Wanneer de bedieningshendel (1) in de rich- ting van de pijl (E) wordt bewogen, gaat de si- deshift naar links. Als de functietoets voor de ”5e functie” (2) wordt bediend en de bedieningshendel (1) in de richting van de pijl(E) wordt bewogen, wor- den de vorken geopend.
Pagina 357
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met Fingertip bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de bedieningshen- dels (1) en (2). De sticker met de pictogram- men voor de hydraulische functies (3) van de bedieningshendel (2) en de sticker (4) voor de bedieningshendel (1) zijn aangebracht op de aangegeven punten.
Pagina 358
Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar rechts draaien Laadschop kiepen Laadschop terugkiepen OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
Pagina 359
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met de Fingertip 1 2 3 en 5e functie bedienen OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de 5e functie. De functietoets voor de ”5e functie” (2) en de bedieningshendels (1, 6) worden gebruikt voor het bedienen van de ”5e functie”.
Pagina 360
Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Naar links draaien Naar rechts draaien OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram- men het juiste weergeven.
Pagina 361
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met Joys- tick 4Plus bedienen Bij deze uitvoering wordt de voorzetappara- tuur (variant) bediend met de Joys- tick 4Plus (1) en de schuif (4). De sticker met de pictogrammen voor de hydraulische func- ties (2) van de Joystick 4Plus (1) en de stic- ker (3) voor de schuif (4) zijn aangebracht op de aangegeven punten.
Pagina 362
Bediening Voorzetapparatuur Picto- Functie van de voorzetapparatuur gram Klem sluiten Naar links draaien Naar rechts draaien Laadschop kiepen Laadschop terugkiepen OPMERKING De pictogrammen zijn aangebracht in over- eenstemming met de voorzetapparatuur waar- mee de heftruck in de fabriek is uitgerust. Als er een voorzetapparaat met andere functies wordt gemonteerd, moet het geautoriseerde servicecentrum controleren of de pictogram-...
Pagina 363
Bediening Voorzetapparatuur Voorzetapparatuur met de Joys- tick 4Plus en 5e functie bedienen OPMERKING Om technische redenen mag voorzetappara- tuur met klemfunctie niet worden bediend met de 5e functie. Gebruik de shift-toets ”F” (4) en de Joys- tick 4Plus (2) en de horizontale tuimelschake- laar (1) om de ”5e functie”...
Pagina 364
Bediening Voorzetapparatuur Het voorzetapparaat beweegt in de richtin- gen (E) of (F) die door het pictogram (F) wor- den weergegeven. – Druk de horizontale tuimelschakelaar (1) in de richting (G) of (H). Het voorzetapparaat beweegt in de richtin- gen (G) of (H) die door het pictogram (F) wor- den weergegeven.
Pagina 365
Bediening Voorzetapparatuur Hefvermogen Q (kg) Lastafstand C (mm) Hefhoogte h (mm) Toegestane sideshift s (mm) 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 366
Bediening Extra apparatuur Extra apparatuur Algemene opmerking Afhankelijk van de zone waarvoor de machine is gewijzigd, zal het aantal en het uiterlijk van de extra apparatuur variëren. FleetManager (variant) FleetManager is een uitrustingsvariant en kan in verschillende uitvoeringen op de heftruck aanwezig zijn.
Pagina 367
Bediening Extra apparatuur De ruitenwissers en ruitensproeiers (variant) bedienen Door op de softkey te drukken, wordt er in de hieronder aangegeven volgorde tussen de be- dieningsniveaus omgeschakeld. Druk op de softkey Bedieningsniveau 1e keer 2e keer Interval 3e keer Ingedrukt houden (mogelijk op alle be- Ruitensproeier dieningsniveaus)
Pagina 368
Bediening Extra apparatuur Achterruitwisser en-sproeier – Om het bedieningsniveau ”Aan” te active- ren, drukt u op de desbetreffende softkey (5). Het bedieningsniveau ”Aan” is geactiveerd. Het symbool (7) verschijnt. – Om het bedieningsniveau ”Intermitterend” te activeren, drukt u opnieuw op de softkey. Het symbool (6) wordt weergegeven met een oranje achtergrond.
Pagina 369
Bediening Extra apparatuur Het vorige bedieningsniveau wordt opnieuw geactiveerd. – Druk opnieuw op de softkey om de snel- heidsbegrenzing uit te schakelen. Ruitensproeierinstallatie vullen – Open de vuldop (1) van de ruitensproeierin- stallatie. – Vul het ruitensproeierreservoir (2) met rui- tensproeiervloeistof volgens het ”Onder- houdsschema”.
Pagina 370
Bediening Extra apparatuur – Om de achterruitverwarming in te schake- len, drukt u op de bijbehorende softkey op het display- en bedieningspaneel. De achterruitverwarming wordt ingeschakeld. – Om de achterruitverwarming uit te schake- len, drukt u opnieuw op de softkey. De achterruitverwarming wordt uitgeschakeld.
Pagina 371
Bediening Extra apparatuur dient de bestuurder regelmatig ook via de snelheidsindicator op het display- en bedie- ningspaneel te controleren of de voor de be- treffende omgeving toegestane maximumsnel- heid niet wordt overschreden. Een hal binnenrijden ● Het plafondsensorsysteem herkent automa- tisch wanneer de heftruck een hal binnen- rijdt.
Pagina 372
Extra apparatuur In deze gevallen moeten de gevoeligheid en het bereik van het plafondsensorsysteem wor- den aangepast. Zie de volgende paragraaf. Sensorinstellingen wijzigen OPMERKING Het plafondsensorsysteem wordt door STILL geleverd met de volgende fabrieksinstellingen: Gevoeligheid: hoog ● Plafondhoogte: 24 m ●...
Pagina 373
Bediening Extra apparatuur De sensor wordt afgesteld met DIP-schake- laars (6). – Om toegang te krijgen tot de DIP-schake- laars, opent u de kap aan de onderkant van de sensorbehuizing met de sleutel (5). Tijdens dit proces passen de twee lipjes van de sleutel (5) in de uitsparingen van de kap.
Pagina 374
Bediening Extra apparatuur Weergave van de stralingshoek afhankelijk van de ingestelde gevoeligheid van de sensor, van (1) ”laag” tot (4) ”zeer hoog”. Afhankelijk van welk bereik in combinatie met 2 3 4 welke gevoeligheid is ingesteld, heeft de sen- sor verschillende stralingshoeken.
Pagina 375
Bediening Extra apparatuur Gevoeligheid Bereik Stralingshoek 42° 33° Hoog (3) 22,5° 16 m 20° 24 m 15° 45° 43° Zeer hoog (4) 30° 16 m 22,5° 24 m 18° – Breng na het afstellen de kap weer aan. – Monteer de plafondsensor en sluit deze aan.
Pagina 376
Bediening Cabine Cabine Cabinedeur openen en sluiten GEVAAR Explosiegevaar door statische opla- ding! De kunststof delen van machines van categorie 2 zijn gecoat met een speciale antistatische lak. Deze lak voorkomt de opbouw van een elektrostatische lading in kunststof componenten. Anders kan een statische ontlading optreden, die in explosiegevaarlijke omgevingen leidt tot explosies in de omringende atmosfeer.
Pagina 377
Bediening Cabine Als de veiligheidsgordel wordt losgemaakt als de cabinedeur gesloten is, verschijnt er geen melding. Cabinedeur van buitenaf openen: – Steek de sleutel in het deurslot (5), maak het slot van de deur open en verwijder de sleutel. – Trek aan de greep (4). Ontgrendel de deur- vergrendeling.
Pagina 378
Bediening Cabine Zijruit openen en sluiten WAARSCHUWING Er bestaat gevaar van beknelling tussen ruitframe en zijruit wanneer de zijruiten tijdens het rijden onbe- doeld verschuiven. – Zorg dat de greep goed in de betreffende arrê- teergroef vastklikt. Zijruit vóór openen: –...
Pagina 379
Bediening Cabine Radio (variant) De radio en luidsprekers zijn een uitrustings- variant. Als de heftruck is uitgerust met een radio en luidsprekers, zijn deze in de dakbe- kleding geïntegreerd. Zie voor een beschrijving en voor de bedie- ning de aparte bedieningsinstructies van de radio.
Pagina 380
Bediening Cabine GEVAAR Brandgevaar door oververhitting! De verwarming raakt oververhit als de hete lucht niet kan ontsnappen. De verwarming mag alleen worden inge- schakeld als de ventilator loopt en de verwarming niet door voorwerpen (zoals een jas of deken) is afgedekt. –...
Pagina 381
Bediening Cabine – Draai de regelknop voor de ventilatieope- ning (3) in de gewenste stand. Ventilatorstanden kiezen – Om een lager ventilatorvermogen in te stel- len, draait u de regelknop voor de ventila- tor (2) linksom. – Als u een hoger ventilatorvermogen wilt se- lecteren, dan draait u de regelknop voor de ventilator (2) rechtsom.
Pagina 382
Bediening Cabine Luchtverdelers instellen De luchtverdelers voor de bestuurder worden altijd voorzien van lucht. Het is niet nodig om het verwarmingssysteem af te stellen met de bedieningselementen. – Om de luchtverdeler te openen, drukt u op de inkeping (1) in de lamel. De lamellen gaan open.
Pagina 383
Bediening Cabine het aansturen van de ventilatorstanden, de warmte-instellingen en de regelknop van de ventilatieopening. In- en uitschakelen van de airconditio- ning – Druk op de aan-/uitschakelaar (5). De LED op de schakelaar licht groen op. De airconditioning wordt ingeschakeld. –...
Pagina 384
Bediening Cabine Klembord (variant) Het verwijderbare klembord (1) is een uitrus- tingsvariant. Openklapbare dakruit (variant) WAARSCHUWING Beknellingsgevaar! – Kom tijdens het sluiten van de dakruit niet met uw vingers of handen tussen de dakruit en het be- schermdak. –...
Pagina 385
Bediening Cabine – Houd met uw linkerhand de greep (5) op de dakruit (1) vast en klap de ruit open totdat de borgpen (4) vastklikt. De dakruit (1) wordt in de opengeklapte stand gehouden – Om de dakruit te sluiten, trekt u de borgpen (4) met uw rechterhand naar buiten en houdt u de borgpen vast.
Pagina 386
Bediening Cabine Zonneklep en zonwering De machine kan worden uitgerust met een zonneklep (2), een zonwering voor het dak (1) en een zonwering voor het zicht naar vo- ren (4) van de bestuurder. – Voor het afstellen van de zonneklep (2) kunt u deze met de hand in de gewenste stand zetten.
Pagina 387
Bediening Aanhangers trekken Aanhangers trekken Veiligheidsinformatie voor het trek- ken van aanhangers GEVAAR Explosiegevaar! Aanhangers, aanhangerkoppelingen en koppelpennen die niet voldoen aan de voorschriften voor explosiebeveiliging, kunnen in explosiegevaarlijke omgevin- gen explosies veroorzaken in de omrin- gende atmosfeer! – Gebruik alleen aanhangers, aanhan- gerkoppelingen en koppelpennen die aan de voorschriften voor explosiebe- veiliging voldoen.
Pagina 388
Bediening Aanhangers trekken Gesleepte last GEVAAR Bij het trekken van aanhangers bestaat er een gro- ter ongevallenrisico. Het gebruik van een aanhanger verandert de rijei- genschappen van de machine. Bedien de machine tijdens het trekken van een aanhanger zodanig dat er tijdens alle rijmanoeuvres veilig met de combinatie wordt gereden en geremd.
Pagina 389
Bediening Aanhangers trekken LET OP Risico van beschadiging van componenten! Een steunende last is niet toegestaan. – Gebruik geen aanhangers waarvan de dissel wordt ondersteund door de aanhangerkoppeling. Deze heftruck is geschikt voor het incidenteel trekken van aanhangers. Wanneer de heftruck is uitgerust met een aanhangerkoppeling, mag dit incidenteel trekken van aanhangers niet meer beslaan dan 2% van de dagelijkse be-...
Pagina 390
Bediening Aanhangers trekken – Duw de koppelpen (1) omlaag, draai de pen 90° en trek de pen eruit. OPMERKING Uitzonderingen voor de RX20-14C en RX20-16C: draai de koppelpen (1) 90° en trek hem eruit. – Stel de hoogte van de dissel af. GEVAAR Er kunnen mensen tussen de machine en de aan- hanger bekneld raken.
Pagina 391
Bediening Aanhangers trekken Aanhangwagen afkoppelen – Neem maatregelen om te voorkomen dat de machine wegrolt; gebruik bijvoorbeeld keggen. – Duw de koppelpen (2) omlaag, draai de pen 90° en trek de pen eruit. – Rijd de machine langzaam naar voren en leid het trekstangoog helemaal uit de uit- sparing (2) in het contragewicht.
Pagina 392
Bediening Aanhangers trekken GEVAAR De aanhangerkoppeling is niet geconstrueerd om lasten te ondersteunen en kan vervormd of onher- stelbaar beschadigd raken. Hierdoor bestaat er le- vensgevaar omdat de ondersteunde last naar beneden kan vallen! – De aanhangerkoppeling mag alleen horizontaal worden belast, dus de dissel moet horizontaal zijn.
Pagina 393
Bediening Aanhangers trekken WAARSCHUWING Risico van beschadiging van het trekstangoog of de dissel! Door de achterwielbesturing van de heftruck is de zij- waartse zwenkhoek van de dissel misschien niet groot genoeg. De koppeling of de dissel kan bescha- digd raken! Het trekstangoog van de dissel moet qua vorm en afmetingen overeenkomen met de aanhan- gerkoppeling.
Pagina 394
Bediening Aanhangers trekken Aanhangwagen aankoppelen OPMERKING Aanhangerkoppeling RO*244 is bedoeld voor een trekstangoog volgens DIN 74054 (ope- ningsdiameter 40 mm) of DIN 8454 (openings- diameter 35 mm). – Neem maatregelen om te voorkomen dat de machine wegrolt; gebruik bijvoorbeeld keggen.
Pagina 395
Bediening Aanhangers trekken GEVAAR Als de koppelpen tijdens het slepen losraakt, zal de last loskomen en wordt de aanhangwagen oncon- troleerbaar. Ongevallenrisico! De controlepen (3) mag niet buiten zijn geleiding uit- steken. – Controleer of de koppelpen goed vergrendeld is. Wanneer de koppelpen niet goed vastzit: –...
Pagina 396
Bediening Aanhangers trekken OPMERKING Houd de aanhangerkoppeling altijd gesloten, om de onderste koppelpenbus tegen vervui- ling te beschermen. Aanhangwagens trekken 7090_900-011 – Bestuurders die voor het eerst een aan- hangwagen trekken, moeten eerst enkele malen op een geschikte plek met de hef- truck en een aanhangwagen oefenen.
Pagina 397
Bediening Gebruik in koelhuizen Gebruik in koelhuizen De machine kan worden gebruikt in koelhui- zen. Hiervoor kan koelhuisuitrusting met hy- drauliekolie voor lage temperaturen nodig zijn. De machine is uitgerust voor twee verschillen- de gebruikstoepassingen. Het koelhuispictogram geeft de variant aan met koelhuisuitrusting die hydrauliekolie voor lage temperaturen gebruikt.
Pagina 398
Bediening Gebruik in koelhuizen WAARSCHUWING Ongevallenrisico door beperkte inzetbaarheid! Bij zeer lage temperaturen heeft het display- en be- dieningspaneel een langere periode nodig om be- drijfsklaar te zijn. De machine kan gedurende deze tijd niet worden gebruikt. Deze status wordt als volgt op het display weergege- ven: –...
Pagina 399
Bediening Gebruik in koelhuizen LET OP Risico van beschadiging van componenten! De loodzuurbatterijen mogen niet 's nachts in het koelhuis blijven zonder dat er vermogen wordt afge- nomen of wordt geladen. – Laad de batterij buiten het koelhuis op en gebruik de heftruck met een vervangende batterij.
Pagina 400
Bediening Displaymeldingen Displaymeldingen Gedrag wanneer de waarschu- wingslampjes van de explosiebevei- liging oplichten GEVAAR Explosiegevaar! Tijdens het gebruik worden de tempera- tuur- en isolatiewaarden van diverse componenten bewaakt door sensoren. De waarschuwingslampjes van de explo- siebeveiliging geven aan wanneer grenswaarden zijn bereikt.
Pagina 401
Bediening Displaymeldingen worden vastgesteld en verholpen door het ge- autoriseerde servicecentrum. De veiligheids- functionaris moet opdracht geven om de re- set-toets in te drukken. OPMERKING Zie de paragraaf ”Bediening van de resetknop na automatische noodstop” in het hoofd- stuk ”Procedure in noodsituaties”. Rij- en pompmotorbewaking Oppervlaktetemperatuur van de rech- ter rijmotor...
Pagina 402
Bediening Displaymeldingen Er is sprake van een defecte isolatie. Er zijn geen rijfuncties beschikbaar. – Schakel de machine onmiddellijk uit. – Laat indien van toepassing de last in een noodgeval dalen en zet de last neer. – Sleep de machine weg uit de explosiege- vaarlijke omgeving.
Pagina 403
Bediening Displaymeldingen Bij opeenvolgende gebeurtenissen worden de betreffende meldingen achtereenvolgens op het display weergegeven. Meldingen over de bediening Als er meldingen over de bediening verschij- nen op het display- en bedieningspaneel, moet u een handeling verrichten. Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie De toegangsautorisatie (variant) voorkomt het gebruik van de machine.
Pagina 404
Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Het laadproces is automatisch beëindigd omdat de temperatuur van de batterij te hoog is. Deze melding over de boordbatterijlader wordt geacti- veerd door verschillende oorzaken: De machine werd intensief gebruikt voordat de- ze werd opgeladen en de batterij is erg heet ge- worden.
Pagina 405
Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie De elektrolytcirculatiepomp werkt niet. Het laad- proces wordt voortgezet zonder elektrolytcirculatie. Tussentijds opladen kan Elektrolytcirculatie V7059 schade aan de batterij veroorzaken. werkt niet - Laadproces beëindigen. - Neem contact op met het geautoriseerde ser- vicecentrum.
Pagina 406
Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie De machineregeleenheid constateert een sto- ring in de lithium-ionbatterij. - Schakel de machine uit en weer in. Storing: Batterij - Neem contact op met het geautoriseerde ser- vicecentrum als de melding blijft verschijnen. Deze melding over de boordbatterijlader wordt geactiveerd door verschillende oorzaken: De zekering voor de voeding is geactiveerd.
Pagina 407
Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie De machineregeleenheid stelt vast dat de elek- trische parkeerrem moet worden onderhouden. - Zet de machine vast met keggen, zodat weg- Parkeerrem: onderhoud no- rollen wordt voorkomen. - Neem contact op met uw geautoriseerde servi- cecentrum.
Pagina 408
Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Als er sprake is van een vermogensreductie van de machine, bijvoorbeeld ten gevolge van een te lage ladingstoestand van de batterij, ver- Noodbedrijf schijnt deze melding. - Houd rekening met het vorige bericht. De rijrichtingschakelaar op het hydraulische be- dieningselement is defect.
Pagina 409
Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Als de schudfunctie (variant) is overbelast door een te zware last, verschijnt deze melding. De Schudden geblokkeerd – schudfunctie blijft niet beschikbaar zolang deze overbelasting situatie aanhoudt. Als de waarschuwingsknipperlichten (variant) zijn ingeschakeld wanneer de machine is uitge- schakeld, blijft het display- en bedieningspaneel Contactschakelaar inscha- actief.
Pagina 410
Bediening Displaymeldingen Code Weergegeven op het display Oorzaak/actie Als de machine is uitgerust met een voetscha- kelaar en een machinefunctie wordt opgevraagd wanneer de voetschakelaar niet wordt bediend, Dodemansschakelaar verschijnt deze melding. - Bedien de voetschakelaar. Met de ”overbelastingsbeveiliging”-variant ver- schijnt deze melding als een te zware last wordt Overbelasting opgepakt.
Pagina 411
Bediening Displaymeldingen – Neem contact op met het geautoriseerde servicecentrum als de melding blijft ver- schijnen. De meldingen worden in oplopende volgende op hun code gesorteerd: Code Weergegeven op het display Beschrijving/mogelijke oplossing A2305 Verzamelstoring op de regeleenheid Storing: regeleenheid A2899 Verzamelstoring van de procesbewaking Bewaking...
Pagina 412
Bediening Procedure in noodsituaties Procedure in noodsituaties Nooduitschakeling WAARSCHUWING De elektrische rembekrachtiging werkt niet als de noodstopschakelaar of de scheidingsschakelaar van de batterij is bediend. Door de noodstopschakelaar (1) te bedienen, wor- den de aandrijvingen losgekoppeld van de voeding. Door de scheidingsschakelaar van de batterij (2) te bedienen, wordt de complete voeding van de machi- ne ontkoppeld.
Pagina 413
Bediening Procedure in noodsituaties Op een helling kan de heftruck alleen door ● de mechanische rem worden tegengehou- den, en niet door de elektrische rem. Geen stuurbekrachtiging, omdat de stuur- ● krachten door de resterende noodbestu- ringsfunctie worden vergroot Het ”Curve Speed Control”-systeem (auto- ●...
Pagina 414
Bediening Procedure in noodsituaties Bediening van de resetknop na au- tomatische noodstop GEVAAR Explosiegevaar! Tijdens het gebruik worden de huidige temperatuur-, slijtage- en isolatiewaar- den van diverse componenten bewaakt door sensoren. Als gevaarlijke grenswaarden zijn vast- gesteld, schakelt de regeleenheid van de machine automatisch de rijaandrijvin- gen uit.
Pagina 415
Bediening Procedure in noodsituaties gevarenzone, ook al is de automatische nood- uitschakeling geactiveerd. – Houd de resettoets (1) hiervoor ingedrukt en bedien tegelijkertijd het rijpedaal. De machine rijdt in de gekozen rijrichting. – Rijd de machine uit de gevarenzone. – Informeer het geautoriseerde servicecen- trum.
Pagina 416
Bediening Procedure in noodsituaties Noodhamer De noodhamer dient als reddingsmiddel voor de bestuurder voor wanneer deze in een ge- vaarlijke situatie in de cabine opgesloten is, bijvoorbeeld als de heftruck omgekanteld is en de cabinedeur niet kan worden geopend. Met de noodhamer kunnen ruiten van enkel- laags glas vrij gemakkelijk worden ingeslagen zodat bestuurder uit de gevaarlijke omgeving...
Pagina 417
Bediening Procedure in noodsituaties De melding Richt. noodgev. via hendel voor de rijrichting verschijnt. De rijrichtinghendel op de rijrichting- en ● knipperlichtmodule (variant) is defect. De melding Noodrijrichting via verschijnt. rij-richt.schak. De temperatuur van het display- en bedie- ● ningspaneel is te laag. Deze status wordt als volgt op het display weergegeven: Het display- en bedieningspaneel is defect.
Pagina 418
Bediening Procedure in noodsituaties – Verwijder de afdekkap (1) aan de rechterzij- de van de voetruimtebeplating naast het rij- pedaal. – Verwijder de inbussleutel (2) uit het opberg- vak aan de rechterzijde naast de bestuur- dersstoel. 6219_003-260 – Schroef met de inbussleutel de nooddaal- ...
Pagina 419
Bediening Procedure in noodsituaties – Breng de inbussleutel weer in zijn bevesti- gingssteun in het opbergvak aan. – Breng de afdekkap opnieuw aan. GEVAAR Als de machine met geblokkeerde regeleenheid van het hydraulisch systeem wordt gebruikt, be- staat er een groter ongevallenrisico. –...
Pagina 420
Bediening Procedure in noodsituaties OPMERKING Als de parkeerrem wordt vrijgegeven via het noodbedieningsmechanisme, is het mogelijk om de machine met een lage snelheid te rij- den. De machine kan worden verplaatst weg van ● de gevaarlijke situatie of naar de plaats van reparatie.
Pagina 421
Bediening Procedure in noodsituaties machine met keggen onder de wielen wor- den vastgezet. Slepen Veiligheidsinformatie GEVAAR Explosiegevaar door vonkvorming! Als de machine moet worden wegge- sleept uit een explosiegevaarlijke omge- ving, moeten het sleepvoertuig en de sleepstang die worden gebruikt voldoen aan de voorschriften voor explosiebevei- liging.
Pagina 422
Bediening Procedure in noodsituaties GEVAAR Tijdens het manoeuvreren bestaat er levensgevaar! Tijdens het manoeuvreren kunnen er mensen tussen de machine en het sleepvoertuig bekneld raken. Manoeuvreren met het sleepvoertuig en aanbrengen van de sleepstang is alleen toegestaan met een tweede persoon als begeleider. Hierdoor kunnen de bestuurder van het sleepvoertuig en degene die de sleepstang monteert worden gewezen op mogelijke gevaren.
Pagina 423
Bediening Procedure in noodsituaties LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als u de batterijstekker loskoppelt als de machine is ingeschakeld (onder last), vindt er een boogontlading plaats. Dit kan erosie van de contacten veroorzaken, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
Pagina 424
Bediening Procedure in noodsituaties – Na het wegslepen moet de machine zoda- nig worden beveiligd dat deze niet kan weg- rollen, bijv. door de parkeerrem in te scha- kelen of met behulp van wielkeggen. – Verwijder de sleepstang. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 425
Bediening Batterijstekker aansluiten en loskoppelen Batterijstekker aansluiten en loskoppelen Batterijstekker aansluiten GEVAAR Explosiegevaar! Het uitvoeren van werkzaamheden aan een machine in explosiegevaarlijke om- gevingen kan leiden tot explosies in de omringende atmosfeer. Er mogen geen werkzaamheden aan de machine worden uitgevoerd in explosie- gevaarlijke omgevingen! –...
Pagina 426
Bediening Batterijstekker aansluiten en loskoppelen Uitvoering van categorie 2 OPMERKING De uitvoeringen van categorie 2 en catego- rie 3 van de machines hebben verschillende batterijstekkers. De specifieke kenmerken van de uitvoering van categorie 2 worden hier be- schreven. De batterijstekkers in de uitvoering van categorie 2 zijn niet onderling uitwissel- baar.
Pagina 427
Bediening Batterijstekker aansluiten en loskoppelen – Controleer of de batterijstekker (2) en de stekkerverbinding (3) van de machine droog, schoon en vrij van ongewenst mate- riaal zijn. – Grijp de batterijstekker bij de handgreep (1) vast. – Steek de batterijstekker (2) in de stekker- verbinding (3) tot de verbindingsplaat (4) op zijn plaats klikt.
Pagina 428
Bediening Batterijstekker aansluiten en loskoppelen Uitvoering van categorie 2 OPMERKING De uitvoeringen van categorie 2 en catego- rie 3 van de machines hebben verschillende batterijstekkers. De specifieke kenmerken van de uitvoering van categorie 2 worden hier be- schreven. De batterijstekkers in de uitvoering van categorie 2 zijn niet onderling uitwissel- baar.
Pagina 429
Bediening Batterijstekker aansluiten en loskoppelen – Grijp de batterijstekker bij de handgreep (1) vast. – Til de verbindingsplaat (4) op. – Trek de batterijstekker (2) uit de stekkerver- binding (3) van de machine en leg de stek- ker op een veilige plaats neer. LET OP Als de kabels beschadigd raken, bestaat er kortsluitingsgevaar.
Pagina 430
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij Omgang met de loodzuurbatterij Veiligheidsvoorschriften voor de omgang met de batterij GEVAAR Er bestaat explosiegevaar wanneer niet-explosiebeveiligde batterijen wor- den gebruikt! Batterijen die bestemd zijn voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen, zijn ontworpen voor bepaalde groepen, cate- gorieën en temperatuurbereiken.
Pagina 431
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij wettelijke voorschriften van het land van ge- bruik worden opgevolgd. LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijla- der! Onjuiste aansluiting of onjuiste bedie- ning van het laadstation of de batterijla- der kan leiden tot beschadiging van componenten.
Pagina 432
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij WAARSCHUWING Gevaar van beknelling en afschuiven! De batterij is erg zwaar. Er bestaat ge- vaar van ernstig letsel wanneer li- chaamsdelen onder de batterij bekneld raken. Er bestaat verwondingsgevaar als er tij- dens het sluiten van de batterijdeur li- chaamsdelen tussen de batterijdeur en de rand van het chassis ingeklemd ra- ken.
Pagina 433
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij – Koppel de batterijstekkers los vóór het la- den en alleen wanneer de machine en bat- terijlader zijn uitgeschakeld. – Houd de batterijdeur tijdens het opladen ge- opend. – Leg geen metalen voorwerpen op de batte- rij.
Pagina 434
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij Batterijonderhoud uitvoeren De celdeksels van de batterij moeten droog en schoon worden gehouden. Open geen bakken die door de fabrikant zijn gesloten. Klemmen en kabelschoenen moeten schoon, licht met batterijvet ingevet en stevig beves- tigd zijn. –...
Pagina 435
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij Ventilatieopening De ventilatieopeningen tussen het batterijdek- sel en het chassis worden gebruikt voor een geforceerde luchtkoeling van het batterijcom- partiment. – Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen niet worden gesloten. – Als de batterijdeur is vervormd, neem dan contact op met het geautoriseerde service- centrum.
Pagina 436
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij Toestand van de batterij en niveau en dichtheid van het zuur controle- WAARSCHUWING De elektrolyt (verdund zwavelzuur) is gif- tig en bijtend! – Volg de veiligheidsvoorschriften voor de omgang met batterijzuur op; zie het hoofdstuk ”Batterijzuur”. –...
Pagina 437
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij – Controleer de coating van de batterijbak en het deksel van de bak op beschadiging. – Controleer de batterij op scheuren in het huis, omhooggekomen platen en zuurlekka- – Batterijstekkers controleren. – Controleer de kabeldoorvoeren op bescha- diging.
Pagina 438
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij Ladingstoestand van de batterij controleren LET OP Diepe ontlading verkort de levensduur van de batte- rij. Diepe ontlading begint wanneer de batterij-indicator (3) rood is (0% van de beschikbare batterijcapaciteit, d.w.z. ongeveer 20% van de nominale capaciteit). –...
Pagina 439
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij GEVAAR Explosiegevaar door oude batterijen! Oude en onvoldoende onderhouden batterijen kun- nen tijdens het opladen een overmatige hoeveelheid gassen produceren en te warm worden. De toegenomen productie van explosief gas kan tot een explosie leiden. –...
Pagina 440
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij LET OP Mogelijke schade aan de batterijstekker! Wanneer u de batterijstekker loskoppelt als de ma- chine is ingeschakeld (onder last), vindt er een boog- ontlading plaats. Dit kan erosie van de contacten ver- oorzaken, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
Pagina 441
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij GEVAAR Explosiegevaar! De batterijdeur moet tijdens het opladen iets open blijven om te zorgen voor vol- doende ventilatie. De batterijdeur kan met behulp van een steun- beugel worden vergrendeld in de geopende stand. – Trek de steunbeugel (1) omhoog en uit het steunoog (2) van de batterijdeur.
Pagina 442
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij LET OP Als de kabels beschadigd raken, bestaat er kortsluitingsgevaar. Zorg dat de batterijkabel niet bekneld raakt als het batterijdeksel wordt geslo- ten. – Zorg dat de batterijkabel niet in con- tact komt met de batterijdeur. –...
Pagina 443
Bediening Omgang met de loodzuurbatterij – Neem de informatie in de bedieningsin- structies van de batterijlader met betrekking tot het uitvoeren van een vereffeningslading in acht. Vereffeningslading starten – Laad de batterij op. – Laat de batterij na het opladen in de lader zitten.
Pagina 444
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Vervangen en transporteren van de batterij Algemene informatie over vervan- ging van de batterij GEVAAR Explosiegevaar! Het uitvoeren van werkzaamheden aan een machine in explosiegevaarlijke om- gevingen kan leiden tot explosies in de omringende atmosfeer.
Pagina 445
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij OPMERKING Afhankelijk van de uitvoering is er een potenti- aalvereffeningsaansluiting aanwezig tussen de batterijbak en de machine. Wanneer de batterij wordt verwijderd, moet deze aanslui- ting bij het potentiaalvereffeningspunt worden losgekoppeld. Het potentiaalvereffeningspunt wordt aangegeven door de informatiesticker Van batterijtype veranderen De machine kan worden geconverteerd naar...
Pagina 446
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Het menu ”Instellingen” wordt geopend op het display. – Druk op de softkey Machine-instel- lingen – Druk op de softkey Batterij – Druk op de softkey Batterijtype De mogelijke batterijen voor de machine staan vermeld in het menu ”Batterijtype”.
Pagina 447
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Vergrendeling van de batterijdeur in een iets geopende stand De batterijdeur kan met behulp van een steun- beugel in de geopende stand worden vergren- deld. – Trek de steunbeugel (1) omhoog en uit het steunoog (2) van de batterijdeur.
Pagina 448
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij WAARSCHUWING Ongevallenrisico door openklappen van de batterij- deur! Een ontgrendelde batterijdeur kan opengaan wan- neer de machine krachtig remt. Als de batterijdeur tij- dens het rijden opengaat, bestaat er risico van be- schadiging door botsen. –...
Pagina 449
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterij vervangen met een pallet- truck of heftruck Voorbereiding WAARSCHUWING Ongevallenrisico! Het hefvermogen van de gebruikte pallettruck/ heftruck moet ten minste overeenkomen met het bat- terijgewicht (zie het typeplaatje van de batterij). –...
Pagina 450
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – Koppel de batterijstekker los. – Koppel de potentiaalvereffeningsaansluiting indien nodig los. WAARSCHUWING Gevaar van beknelling of afschuiven! Er mogen zich geen personen direct naast de batterij of tussen de batterij en de heftruck bevinden tijdens het verwij- deren en aanbrengen van de batterij.
Pagina 451
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterij transporteren en neerzetten WAARSCHUWING Gevaar van beknelling of afschuiven! De batterij moet uiterst voorzichtig worden getrans- porteerd, d.w.z. met lage snelheid, langzame stuur- bewegingen en voorzichtig remmen. – Gebruik de hier vermelde methoden en middelen niet om de batterij over lange afstanden te trans- porteren.
Pagina 452
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij LET OP Risico van beschadiging! – Leg de batterijkabels zodanig op de batterij dat de kabels niet bekneld kunnen raken bij het verwijderen of aanbrengen van de batterij of het slui- ten van de batterijdeur. Ga als volgt te werk als de batterij zich op de juiste manier in het batterijcompartiment be- vindt:...
Pagina 453
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – Steek de batterijstekker helemaal in de stekkerverbinding van de machine. – Sluit de batterijdeur. 6219_901-010 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 454
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Batterij vervangen met een heftruck en een batterijwisselframe WAARSCHUWING Ongevallenrisico door overbelasting van de heftruck! Het hefvermogen van de gebruikte pallettruck of hef- truck moet ten minste overeenkomen met het ge- wicht van de batterij en het gewicht van het wissel- frame.
Pagina 455
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Voorbereiding – Controleer het typeplaatje (3) van het wis- selframe om er zeker van te zijn dat het ge- kozen wisselframe voldoende draagvermo- gen heeft. – Controleer het wisselframe op vervorming en breuken of scheuren. Defecte wisselframes mogen niet worden ge- bruikt.
Pagina 456
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij OPMERKING Bij gebruik van smalle pallettrucks met een af- stand van 400 mm tussen de buitenkanten van de vorkarmen moet de aanslag (8) wor- den verwijderd. Bij gebruik van pallettrucks met een afstand van ≥ 525 mm tussen de bui- tenkanten van de vorkarmen moet de aanslag worden aangebracht.
Pagina 457
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als u de batterijstekker loskoppelt als de machine is ingeschakeld (onder last), vindt er een boogontlading plaats. Dit kan erosie van de contacten veroorzaken, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
Pagina 458
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – Open de batterijvergrendeling (1). OPMERKING Als de batterijvergrendeling niet met de hand kan worden geopend, kan de pen (2) van het contragewicht als hulpmiddel worden gebruikt. – Rijd de heftruck voorzichtig onder de batterij ...
Pagina 459
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij LET OP Beschadiging van de batterij mogelijk! Het wisselframe en de batterij moeten worden opge- slagen op een geschikte drager of in een geschikte stelling. Het wisselframe mag niet worden opgeslagen op een houten balk of iets dergelijks.
Pagina 460
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij – Sluit de batterijvergrendeling. – Steek de batterijstekker helemaal in de stekkerverbinding van de machine. LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als de batterijstekker wordt aangesloten terwijl de machine is ingeschakeld of de batterijlader onder last is, vindt er een vonkoverslag plaats.
Pagina 461
Bediening Vervangen en transporteren van de batterij Loodzuurbatterij met een kraan transporteren GEVAAR Er bestaat levensgevaar door vallende lasten! – Loop of sta nooit onder hangende las- ten. De bak voor de loodzuurbatterij (1) is voorzien van vier hijsogen. De batterij mag alleen met een kraan worden getransporteerd als er een hijsinrichting en dwarsbalk (2) worden gebruikt die qua grootte en draagvermogen geschikt...
Pagina 462
Bediening Machine reinigen Machine reinigen Opmerking over vlambestendige behuizingen Afhankelijk van de categorie van de machine, kan hij worden uitgerust met een of meer vlambestendige behuizingen. Deze vlambe- stendige behuizingen bevatten componenten van de heftruckregeleenheid en andere elek- trische en elektronische componenten. GEVAAR Explosiegevaar door onoordeelkundig gebruik!
Pagina 463
Bediening Machine reinigen Machine reinigen GEVAAR Explosiegevaar! Het uitvoeren van werkzaamheden aan een machine in explosiegevaarlijke om- gevingen kan leiden tot explosies in de omringende atmosfeer. Er mogen geen werkzaamheden aan de machine worden uitgevoerd in explosie- gevaarlijke omgevingen! – Machines mogen uitsluitend buiten explosiegevaarlijke omgevingen wor- den gereinigd.
Pagina 464
Bediening Machine reinigen LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als u de batterijstekker loskoppelt als de machine is ingeschakeld (onder last), vindt er een boogontlading plaats. Dit kan erosie van de contacten veroorzaken, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
Pagina 465
Bediening Machine reinigen – Reinig kunststof uitsluitend met voor kunst- stoffen bedoelde reinigingsmiddelen. – Volg de voorschriften van de fabrikant voor de omgang met reinigingsmiddelen op. – Reinig de buitenkant van de machine met in water oplosbare reinigingsmiddelen en wa- ter.
Pagina 466
Bediening Machine reinigen Hefkettingen reinigen WAARSCHUWING Ongevallenrisico! Hefkettingen zijn veiligheidskritische onderdelen. Het gebruik van koudreinigers, chemische reinigings- middelen of vloeistoffen die bijten of die zuur of chloor bevatten, kan de kettingen beschadigen; het gebruik van deze middelen is verboden! –...
Pagina 467
Bediening Machine reinigen Ruiten reinigen De ruiten , bijv. cabineruiten (variant), moeten altijd schoon en vrij van ijs worden gehouden. Dit is de enige manier om goed zicht te garan- deren. LET OP Pas op dat u de achterruitverwarming (binnenzijde) niet beschadigt.
Pagina 468
Bediening Machine transporteren Machine transporteren Transport GEVAAR Explosiegevaar! Het uitvoeren van werkzaamheden aan een machine in explosiegevaarlijke om- gevingen kan leiden tot explosies in de omringende atmosfeer. Er mogen geen werkzaamheden aan de machine worden uitgevoerd in explosie- gevaarlijke omgevingen! –...
Pagina 469
Bediening Machine transporteren + 100 kg voor de bestuurder = Werkelijk totaalgewicht GEVAAR Ongevallenrisico door naar beneden vallen van de machine! Bij stuurbewegingen kan de achterzijde van de ma- chine van de laadbrug af naar de rand uitzwenken. Hierdoor kan de machine vallen. –...
Pagina 470
Bediening Machine transporteren Vastsjorren GEVAAR Door afglijden van de sjor-/spanbanden kan de last wegglijden! De machine moet zodanig worden vastgesjord dat deze tijdens het transport niet kan bewegen. – Controleer goed of de sjor-/spanbanden strak zijn aangetrokken en of de onderleggers niet kunnen wegglijden.
Pagina 471
Bediening Machine transporteren – Plaats de sjor-/spanbanden voor de koppel- pen zoals weergegeven om de koppelpen en sjor de heftruck naar voren toe vast. Hijsen met een kraan Hijsen met een kraan is alleen bedoeld voor het transporteren van de complete heftruck met hefmast voor de eerste ingebruikname.
Pagina 472
Bediening Buiten bedrijf stellen Buiten bedrijf stellen Veiligheidsinformatie voor uitscha- kelen en opnieuw starten GEVAAR Explosiegevaar! Het uitvoeren van werkzaamheden aan een machine in explosiegevaarlijke om- gevingen kan leiden tot explosies in de omringende atmosfeer. Er mogen geen werkzaamheden aan de machine worden uitgevoerd in explosie- gevaarlijke omgevingen.
Pagina 473
Bediening Buiten bedrijf stellen Machine buiten bedrijf stellen en stallen LET OP Beschadiging van componenten door verkeerd stal- len! Onjuiste opslag of een onjuiste buitenbedrijfstelling gedurende meer dan twee maanden kan leiden tot corrosieschade aan de heftruck. Als de machine lan- gere tijd wordt geparkeerd bij een omgevingstempe- ratuur onder -10 °C, koelen de batterijen af.
Pagina 474
Bediening Buiten bedrijf stellen LET OP Mogelijke beschadiging van de batterijstekker! Als u de batterijstekker loskoppelt terwijl de machine is ingeschakeld (onder last), vindt er een elektrische boogontlading plaats. Dit kan erosie van de contac- ten veroorzaken, waardoor de levensduur van de contacten aanzienlijk wordt verkort.
Pagina 475
Bediening Buiten bedrijf stellen – Als de machine nog langer uit gebruik moet worden genomen, neem dan contact op met het geautoriseerde servicecentrum voor aanvullende maatregelen. Gebruik na opslag of buitenbedrijf- stelling Wanneer de machine langer dan zes maan- den buiten bedrijf is gesteld, moet deze gron- dig worden gecontroleerd voordat hij weer in gebruik wordt genomen.
Pagina 478
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Algemene informatie GEVAAR Explosiegevaar! Het uitvoeren van werkzaamheden aan een machine in explosiegevaarlijke om- gevingen kan leiden tot explosies in de omringende atmosfeer. Er mogen geen werkzaamheden aan de machine worden uitgevoerd in explosie- gevaarlijke omgevingen! –...
Pagina 479
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud – Houd rekening met de maximale hefhoogte van de hefmast en vergelijk de afmetingen in het hoofdstuk ”Technische gegevens” met de afmetingen van de hal waarin met de machine zal worden gereden. – Vermijd botsingen met het plafond van de hal en de daaruit voortvloeiende schade.
Pagina 480
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Ophijsen en opkrikken GEVAAR Er bestaat levensgevaar als de heftruck kantelt! Als de heftruck niet goed wordt opgehesen en opge- krikt, kan de heftruck kantelen en vallen. Alleen de in de werkplaatshandleiding voor deze heftruck voorge- schreven hef- en hijsinrichtingen zijn toegestaan en zijn getest op de veiligheid en het draagvermogen die voor deze machine vereist zijn.
Pagina 481
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud Hefmast tegen naar achteren neigen beveiligen GEVAAR Ongevallenrisico! Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door een geautoriseerde servicemonteur worden uitgevoerd. – Neem contact op met het geautoriseerde service- centrum om de hefmast te beveiligen tegen naar achteren neigen. Hefmast demonteren GEVAAR Ongevallenrisico!
Pagina 482
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Algemene onderhoudsinfor- matie Personeelskwalificaties GEVAAR Explosiegevaar! Het bedrijf dat de machine gebruikt is verantwoordelijk voor de werkuitrusting volgens de Duitse bedrijfsveiligheidsver- ordening (BetrSichV). Het bedrijf dat de machine gebruikt is verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat de tests en repara- ties goed worden uitgevoerd.
Pagina 483
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie van een machine en de effectiviteit van de be- schermingen te kunnen beoordelen volgens de technische conventies en volgens de prin- cipes voor het testen van machines. Onderhoudspersoneel voor batterijen Batterijen mogen uitsluitend worden opgela- den, onderhouden en vervangen door perso- neel dat hiervoor is opgeleid en volgens de in- structies van de fabrikanten van de batterij, de batterijlader en de machine.
Pagina 484
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie voorschriften voor de ombouw. De aspecten voor onderhoud en reparatie van de elektri- sche installatie zijn vermeld in de norm ”NEN- EN 60079-17:2014-10”. Volgens de norm ”NEN-EN 1755:2015-02” be- horen daarbij: het controleren van de drukvaste behuizing ●...
Pagina 485
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Informatie voor het uitvoeren van onderhoud Deze paragraaf bevat alle informatie om te be- palen wanneer de machine moet worden on- derhouden. Voer de onderhoudswerkzaamhe- den uit met de juiste intervallen, volgens de urenteller en aan de hand van de onderstaan- de onderhoudschecklists.
Pagina 486
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie OPMERKING Het instelmenu is alleen toegankelijk als de machine stilstaat en de parkeerrem is inge- schakeld. Als de parkeerrem te vroeg wordt uitgeschakeld, wordt het instelmenu gesloten. Toegang is alleen mogelijk als de vlootbeheer- der het wachtwoord invoert. –...
Pagina 487
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoud door het bedrijf dat de machine gebruikt: Onderdelen voor ex- plosiebeveiliging - 150 uur/maandelijks Na draaiuren 1050 1200 1350 1500 1650 1800 1950 2100 2250 2400 2550 2700 2850 3000 3150 3300 3450 3600 3750 3900 4050 4200 4350...
Pagina 488
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoud door het geautoriseerde servicecentrum: Onderdelen voor ex- plosiebeveiliging - 1000 uur/jaarlijks Na draaiuren Uitge- 1000 2000 3000 4000 5000 voerd 6000 7000 9000 10000 Opmerking Voer alle werkzaamheden van het onderhoud om de 150 uur uit. Voer periodieke controles (explosiebeveiligingscontroles/apparaatcontrole) uit vol- gens §16 van de Duitse verordening betreffende de veiligheid en gezondheid op de werkplek.
Pagina 489
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoud - om de 1000 draaiuren/jaarlijks Na draaiuren Uitge- 1000 2000 4000 5000 7000 voerd 8000 10000 11000 13000 14000 Chassis, plaatwerk en bevestigingen Chassis op scheuren controleren. Beschermdak/cabine en ruiten op beschadiging controleren. Controleren of de sensor van de cabinedeur goed werkt en de sensor op beschadi- ging controleren.
Pagina 490
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Na draaiuren Uitge- 1000 2000 4000 5000 7000 voerd 8000 10000 11000 13000 14000 Stuur op goede bevestiging controleren en draaihendel op beschadiging controle- ren. Stuuras op goede bevestiging en op lekkage controleren en met vet smeren. Stuuraanslag controleren.
Pagina 491
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Na draaiuren Uitge- 1000 2000 4000 5000 7000 voerd 8000 10000 11000 13000 14000 Reinig de ventilatoren en het luchtkanaal. Hydraulisch systeem Toestand en werking van het hydraulisch systeem controleren en het systeem op lekdichtheid controleren. Blokkeerfunctie van het hydraulisch systeem (ISO-klep) controleren.
Pagina 492
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Na draaiuren Uitge- 1000 2000 4000 5000 7000 voerd 8000 10000 11000 13000 14000 Storingsnummers uitlezen en de lijst wissen. Onderhoudsinterval resetten. Controleer of alle labels aanwezig zijn. Maak een testrit. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 493
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoud - om de 3000 uur/twee jaar Uitge- Na draaiuren voerd 3000 6000 9000 12000 15000 Opmerking Voer alle werkzaamheden van het onderhoud om de 1000 uur uit. Aandrijfeenheid Transmissieolie van de wielaandrijving verversen. Ontluchtingsschroeven van de wielaandrijvingen vervangen. Hydraulisch systeem Hydrauliekolie verversen.
Pagina 494
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Kwaliteit en hoeveelheid van de be- nodigde middelen Alleen de in het onderhoudsschema vermelde middelen mogen worden gebruikt. – De voor onderhoud benodigde smeermid- delen en overige middelen staan vermeld in het onderhoudsschema. Er mogen geen verschillende oliekwaliteiten met elkaar worden gemengd, en er mogen geen verschillende soorten vet met elkaar worden gemengd.
Pagina 495
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Smeerschema Code Smeerpunt Pendelas: twee smeernippels aan weerszijden van de stuuras, bij de spoorstangarm Draaikrans: niet aanwezig Glijvlakken op de hefmast Hefkettingen 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 496
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Code Smeerpunt Een smeernippel op elk van de twee hefmastlagers De desbetreffende smeermiddelspecificatie vindt u in het ”onderhoudsschema” hieronder, on- der deze Code. Dit smeerschema geldt voor de in serie geproduceerde machine met standaarduitrusting. Raad- pleeg voor de onderhoudspunten van de verschillende machines het desbetreffende hoofdstuk en/of de desbetreffende instructies van de fabrikant.
Pagina 497
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Onderhoudsschema GEVAAR Explosiegevaar door statische opla- ding! Als er bio-hydrauliekolie wordt gebruikt, kunnen hydraulische systemen statisch geladen worden. Dit kan leiden tot stati- sche ontlading. In explosiegevaarlijke omgevingen kan dit leiden tot explosies in de omringende atmosfeer. –...
Pagina 498
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Hydraulisch systeem Te gebruiken midde- Code Eenheid Specificaties Maat Systeemvulling Hydrauliekolie HVLP 68 23 tot 30 l DIN 51524, deel 3 Afhankelijk van de hefmast en totale Hydrauliekolie voor HVLP 32 hoogte gebruik in koelhuizen DIN 51524, deel 3 OPMERKING Bij het overschakelen op een ander type hy- drauliekolie moet het geautoriseerde service-...
Pagina 499
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Aandrijfas Te gebruiken midde- Code Eenheid Specificaties Maat Wielbouten Momentsleutel Raadpleeg voor ver- dere informatie de werkplaatshandlei- ding van de betref- fende machine. Wielaandrijving Transmissieolie SAE 80W-90 API- 0,3 l Hefmast Te gebruiken midde- Code Eenheid Specificaties Maat Smering Hogedrukvet...
Pagina 500
Onderhoud Algemene onderhoudsinformatie Vlambestendige behuizing Te gebruiken midde- Code Eenheid Specificaties Maat Spleet Voelermaatje < 0,05 mm Dekselbouten Momentsleutel 2,5 tot 5 Nm 5 tot 10 Nm 10 tot 20 Nm 20 tot 40 Nm Hefmast Aluminium-verzeept, Indien nodig ID-nr. 0170761 Heftruckregeleen- Droogmiddel Indien nodig...
Pagina 501
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Inzetbaarheid waarborgen Het lampje vervangen GEVAAR Explosiegevaar als er onjuiste lampjes worden ge- bruikt! De verlichting van de machine is ontworpen om het mogelijk te maken om toegestane gebieden te betre- den. Andere lampjes verhogen de oppervlaktetempe- raturen.
Pagina 502
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Gewrichten en bedieningsmecha- nismen smeren – Olie of smeer lagers en gewrichten volgens het ”onderhoudsschema”. Geleiding van de bestuurdersstoel ● Scharnieren van de cabinedeur (variant) ● Scharnieren van de batterijdeur of het bat- ● terijdeksel Bedieningsstang (1) voor kleppen (met be- ●...
Pagina 503
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen – Controleer of de deurvergrendeling (2) en batterijvergrendeling (4) soepel bewegen en of zij niet vervormd of beschadigd zijn. – Controleer of de aanslagbout (3) van de deurvergrendeling goed vastzit en niet ver- vormd of beschadigd is. –...
Pagina 504
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Veiligheidsgordel controleren – Trek de gordel (3) helemaal naar buiten en controleer op slijtage. De gordel mag niet rafelen en mag geen scheuren of insnijdingen vertonen. De naden mogen niet los zijn. – Controleer of de gordel niet vuil is. –...
Pagina 505
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Bestuurdersstoel controleren GEVAAR Explosiegevaar! Bij explosiebeveiligde machines van de verschillende categorieën, is de bestuur- dersstoel voorzien van een speciale anti- statische, geleidende bekleding die elek- trostatische oplading voorkomt. – Gebruik geen extra stoelbekleding zoals dekens, kussens of bont. WAARSCHUWING Verwondingsgevaar! –...
Pagina 506
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Maximaal toegestane beschadiging van de bestuurdersstoel Maximaal toege- Categorie van de staan beschadigd machine oppervlak 100 cm IIB + H IIB + C 20 cm IIB + H – Neem contact op met uw geautoriseerde servicecentrum voor vervanging of advies als u nog vragen hebt.
Pagina 507
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen ”Niet-geleidende delen - risico op elektro- statische lading - alleen met een vochtige doek reinigen” De oppervlakteweerstand moet minder dan ● of gelijk aan 1 GΩ (10 Ω) zijn bij een test- spanning van 500 V Elke beschadiging van de laklaag mag niet ●...
Pagina 508
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Verwarming of airconditioning servi- Filtermat vervangen – Draai de bout (1) los. – Verwijder het deksel (2). – Controleer de filtermat (1) op vervuiling. – Als de filtermat grijs is, vervangt u deze. OPMERKING Vervang de filtermat ten minste om de twee maanden.
Pagina 509
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen – Draai de bouten (1) los van de filterbehui- zing (2). – Verwijder de filterbehuizing (2). – Verwijder alle stof en vuil uit de luchtinlaat voor frisse lucht (1) onder de filtermatdra- ger. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 510
– Als u een bandtype of bandenfabrikant wilt gebrui- ken die niet is goedgekeurd door STILL, moet u voorafgaand aan het gebruik goedkeuring van STILL aanvragen. – Vervang velgonderdelen niet en combineer geen velgonderdelen van verschillende fabrikanten.
Pagina 511
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Toestand en slijtage van de banden controleren – Verwijder alle ongewenste materiaal uit het loopvlak van de banden (1). De mate van slijtage van banden op dezelfde as moet altijd ongeveer gelijk zijn. Superelasti- sche banden en volrubber banden kunnen worden gebruikt tot aan de ”60J-slijtage- grens”...
Pagina 512
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen WAARSCHUWING Beknellingsgevaar! Bedien de stuurinrichting niet tijdens het smeren. – Schakel de machine in. – Bedien de stuurinrichting. – Parkeer de machine weer op een veilige plaats. – Herhaal de smeerprocedure. OPMERKING Denk eraan dat hoe vaker de machine gerei- nigd wordt, hoe vaker hij moet worden ge- smeerd.
Pagina 513
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Zekeringen vervangen GEVAAR Gevaar door elektrische stroom! Er zijn hoge spanningen aanwezig in het zekeringkastje. Er bestaat gevaar van elektrische schokken. – Open niet het zekeringkastje. – De zekeringen mogen alleen worden vervangen door het geautoriseerde servicecentrum. Hydraulisch systeem op lekdicht- heid controleren WAARSCHUWING...
Pagina 514
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Vervorming (bijv. met blaasvorming of knik- ● ken) Losgeraakte fitting ● Een fitting is ernstig beschadigd of gecorro- ● deerd Vervang leidingen als ze de volgende onregel- matigheden vertonen: Schuurplekken ● Vervormingen en buigplekken ● Lekkage ● 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 516
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Hydrauliekolieniveau controleren 6219_901-016_V2 90° WAARSCHUWING Hydrauliekoliën zijn gevaarlijk voor uw gezondheid. – Volg de veiligheidsvoorschriften in het hoofd- stuk ”Hydraulische vloeistof” op. 90° OPMERKING Bij het overschakelen op een ander type hy- drauliekolie moet het geautoriseerde service- centrum de parameters van de machineregel- eenheid aanpassen.
Pagina 517
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen MILIEUVOORSCHRIFT Veeg alle eventueel gemorste hydrauliekolie zorgvuldig op. Voer deze hydrauliekolie af vol- gens de milieuvoorschriften. De markeringen (1), (2) en (3) geven de mini- male vulniveaus voor de verschillende hef- mastuitvoeringen aan. OPMERKING Het optimale hydrauliekolieniveau ligt tussen 6219_003-280 de markeringen (3) en (max) voor alle hefmas- tuitvoeringen.
Pagina 518
Onderhoud Inzetbaarheid waarborgen Mast, rolgeleidingen smeren – Verwijder vuil en smeermiddelresten van de rolgeleidingen. – Smeer de rolgeleidingen (1) van de buiten-, midden- en binnenmast ter vermindering van slijtage met een hechtend smeermiddel voor maximale drukken. Zie H oofdstuk ⇒ ...
Pagina 519
Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Eveneens uit te voeren werkzaam- heden – Voer alle werkzaamheden uit die nodig zijn om de machine volledig inzetbaar te hou- den; zie het hoofdstuk ”Operationeel hou- den”. Hefcilinders en aansluitingen op ...
Pagina 520
Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks vorken bevinden zich aan de boven- en onder- zijde respectievelijk zes inspectieopenin- gen (2). Via deze inspectieopeningen kan de resterende dikte van de bekleding worden be- paald. Het oppervlak van de vorkrug (4) is eveneens bekleed met hetzelfde materiaal.
Pagina 521
Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Toestand en goede werking van de ver- grendeling controleren – Controleer de vorken (1) op zichtbare ver- vormingen. De slijtage mag niet groter zijn dan 10% van de oorspronkelijke dikte. LET OP Risico van beschadiging van componenten! Versleten vorken moeten altijd per paar worden ver- vangen.
Pagina 522
Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Omkeerbare vorken controleren GEVAAR Explosiegevaar! Als omkeerbare vorken worden gebruikt die niet voldoen aan de voorschriften voor explosiebeveiliging, kan dit leiden tot vonkvorming en daardoor tot explo- sies in de omringende atmosfeer. – Gebruik uitsluitend omkeerbare vor- ken die volgens het typeplaatje van de machine zijn goedgekeurd voor gebruik in explosiegevaarlijke omge-...
Pagina 523
Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks Batterijwisselframe controleren – De schroefverbindingen en lasnaden van het batterijwisselframe moeten visueel wor- den gecontroleerd. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 524
Onderhoud Onderhoud om de 1000 uur/jaarlijks 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 526
Technische gegevens Ergonomische afmetingen Ergonomische afmetingen 40 mm WAARSCHUWING Verwondingsgevaar door stoten tegen het hoofd! Als het hoofd van de bestuurder zich te dicht bij de onderzijde van het dak bevindt, kan het hoofd van de bestuurder door de vering van de stoel of bij een on- geval tegen het beschermdak stoten.
Pagina 527
Technische gegevens Afmetingen Afmetingen α β De stoel is ± 90 mm verstelbaar De afstand tussen de vorken is verstelbaar 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 528
Technische gegevens Afmetingen OPMERKING De maten h en b zijn klantspeci- fiek en staan vermeld op de orderbevestiging. 56368011536 NL - 01/2021 - 05...
Pagina 529
Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-14C Typenummer 6219 Fabrikant STILL GmbH Aandrijving Elektrisch Bediening Zittend Nominaal hefvermogen / nominale Q (kg) 1400 last Lastzwaartepuntsafstand...
Pagina 530
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-14C met draaikrans stuurinrichting Model RX20-14C Typenummer 6219 Aantal voorwielen (x = aangedreven) Aantal achterwielen (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-14C Typenummer 6219 Voorwaarts neigen van hefmast/ α (graden) vorkenbord Achterwaarts neigen van hefmast/ β...
Pagina 531
Binnenstraal (mm) – Prestaties Model RX20-14C Typenummer 6219 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,54 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,75 STILL Classic/sprintmodus) Daalsnelheid met last...
Pagina 532
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-14C met draaikrans stuurinrichting WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%. – Neem bij vragen contact op met uw geautoriseer- de servicecentrum.
Pagina 533
Kenmerken Model RX20-16C RX20-16 RX20-16L Typenummer 6220 6221 6222 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving Elektrisch Elektrisch Elektrisch Bediening Zittend Zittend Zittend Nominaal hefvermogen / nominale Q (kg) 1600...
Pagina 534
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-16 met draaikrans van de stuurinrichting Model RX20-16C RX20-16 RX20-16L Typenummer 6220 6221 6222 Aantal voorwielen (x = aangedreven) Aantal achterwielen (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-16C RX20-16 RX20-16L Typenummer 6220 6221 6222 Voorwaarts neigen van hefmast/...
Pagina 535
RX20-16C RX20-16 RX20-16L Typenummer 6220 6221 6222 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,53 0,53 0,53 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/...
Pagina 536
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-16 met draaikrans van de stuurinrichting WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%. – Neem bij vragen contact op met uw geautoriseer- de servicecentrum.
Pagina 537
Kenmerken Model RX20-18 RX20-18L RX20-20L Typenummer 6223 6224 6225 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving Elektrisch Elektrisch Elektrisch Bediening Zittend Zittend Zittend Nominaal hefvermogen / nominale Q (kg)
Pagina 538
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-18 en RX20-20 met draaikrans van de stuurinrichting Model RX20-18 RX20-18L RX20-20L Typenummer 6223 6224 6225 Aantal voorwielen (x = aangedreven) Aantal achterwielen (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-18 RX20-18L RX20-20L Typenummer 6223 6224...
Pagina 539
RX20-18 RX20-18L RX20-20L Typenummer 6223 6224 6225 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,52 0,52 0,45 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/...
Pagina 540
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-18 en RX20-20 met draaikrans van de stuurinrichting WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%. –...
Pagina 541
Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving Elektrisch Elektrisch Bediening Zittend Zittend Nominaal hefvermogen / nominale Q (kg) 1600 1600...
Pagina 542
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-16 met pendelas Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Aantal achterwielen (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Voorwaarts neigen van hefmast/ α (graden) vorkenbord Achterwaarts neigen van hefmast/ β...
Pagina 543
– Prestaties Model RX20-16P RX20-16PL Typenummer 6226 6227 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,53 0,53 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,75 0,75...
Pagina 544
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-16 met pendelas WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%. – Neem bij vragen contact op met uw geautoriseer- de servicecentrum.
Pagina 545
Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving Elektrisch Elektrisch Bediening Zittend Zittend Nominaal hefvermogen / nominale Q (kg) 1800 1800...
Pagina 546
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-18 met pendelas Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Aantal achterwielen (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Voorwaarts neigen van hefmast/ α (graden) vorkenbord Achterwaarts neigen van hefmast/ β...
Pagina 547
– Prestaties Model RX20-18P RX20-18PL Typenummer 6228 6229 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,52 0,52 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,75 0,75...
Pagina 548
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-18 met pendelas WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%. – Neem bij vragen contact op met uw geautoriseer- de servicecentrum.
Pagina 549
Afwijkende banden, andere hefmasten, extra uitrusting etc. kunnen tot an- dere waarden leiden. Kenmerken Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Fabrikant STILL GmbH STILL GmbH Aandrijving Elektrisch Elektrisch Bediening Zittend Zittend Nominaal hefvermogen / nominale Q (kg) 2000 2000...
Pagina 550
Technische gegevens VDI-specificatieblad: RX20-20 met pendelas Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Aantal achterwielen (x = aangedreven) Spoorbreedte, voor (mm) Spoorbreedte, achter (mm) Basisafmetingen Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Voorwaarts neigen van hefmast/ α (graden) vorkenbord Achterwaarts neigen van hefmast/ β...
Pagina 551
– Prestaties Model RX20-20P RX20-20PL Typenummer 6230 6231 Rijsnelheid met last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Rijsnelheid zonder last (Blue-Q/ km/h 16/16/20 16/16/20 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid met last (Blue-Q/ 0,45 0,45 STILL Classic/sprintmodus) Hefsnelheid zonder last (Blue-Q/ 0,63 0,63...
Pagina 552
Technische gegevens Eco-ontwerpvereisten voor elektromotoren en frequentiegeregelde aandrijvingen WAARSCHUWING Voor een veilig gebruik van de machine − met of zonder last − bedraagt de maximaal toegestane hel- lingshoek voor het rijden op op- of aflopende hellin- gen 15%. – Neem bij vragen contact op met uw geautoriseer- de servicecentrum.
Pagina 553
Technische gegevens Eco-ontwerpvereisten voor elektromotoren en frequentiegeregelde aandrijvingen bepalingen in artikel 2 (2) (h) ”motoren in draadloze of op batterijen werkende appara- tuur” en artikel 2 (2) (o) ”motoren die speciaal zijn ontworpen voor de tractie van elektrische voertuigen”. Alle frequentiegeregelde aandrijvingen in dit gemotoriseerde transportwerktuig zijn vrijge- steld van verordening (EU) 2019/1781, omdat deze frequentiegeregelde aandrijvingen niet...
Pagina 554
Technische gegevens Batterijspecificaties Batterijspecificaties GEVAAR Bij gebruik van een batterij met onjuiste specificatie bestaat explosiegevaar! Het gebruik van batterijen die niet vol- doen aan de voorschriften voor explosie- beveiliging, kan in explosiegevaarlijke omgevingen explosies veroorzaken in de omringende atmosfeer! – Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd en getest voor de ge- bruikslocatie.
Pagina 555
Technische gegevens Batterijspecificaties Batterijspecificaties volgens DIN 43531; cellen volgens NEN-EN-IEC 60254-2, 48V-circuit A of 48V-circuit B Batterijaandui- Capaciteit Circuit Gewicht/ Afmetingen van het bat- ding (Ah) extra ge- terijcompartiment (mm) wicht [kg] Breed- Lengte Hoogte 4PzV 400 4PzV 400 708/ 4PzS 460 4PzS 500 5PzV 500...
Pagina 556
Technische gegevens Informatie over het extra hydraulisch systeem – Neem bij vragen over de vereisten contact op met uw geautoriseerde servicecentrum. – Volg de voorschriften voor explosiebeveili- ging op. – Gebruik alleen explosiebeveiligde batterijen en stekkerverbindingen. – Gebruik uitsluitend een batterijbak die is goedgekeurd voor de explosiegevaarlijke omgeving.
Pagina 557
Trefwoordenregister Vereisten voor explosiegevaarlijke om- gevingen..... Aanhangerkoppeling RO*244..Vergrendeling controleren..Aankoppelen.
Pagina 558
Trefwoordenregister Naam wijzigen....Diagnose-interface....19 Selecteren.
Pagina 559
Trefwoordenregister Hefmastuitvoeringen....Mono-hefmast....243 Gebruik in koelhuizen....NiHo-hefmast.
Pagina 560
Trefwoordenregister Informatie over het extra hydraulisch sys- Last teem......Neerzetten..... Informatie voor het uitvoeren van onder- Oppakken.
Pagina 561
Trefwoordenregister Optrekken......Uitvoering met tweepedalensysteem. Neutrale stand..... 206 Overige gevaren.
Pagina 562
Procedure..... . 407 STILL Classic....195 Veiligheidsinformatie.
Pagina 564
RX20-18 pendelas....STILL SafetyLight....167 RX20-20 pendelas....
Pagina 565
Trefwoordenregister Met joystick 4Plus bedienen..345 Werklamp voor achteruitrijden Met meerdere hendels en 5e functie In- en uitschakelen....162 bedienen.
Pagina 568
STILL GmbH 56368011536 NL - 01/2021 - 05...