4
Bestuurdersstoel
– Trek de veiligheidsgordel (3) zonder hier-
aan te rukken uit het oprolmechanisme, en
leg de gordel strak aansluitend over het li-
chaam.
OPMERKING
Ga zo ver mogelijk naar achteren zitten zodat
uw rug tegen de rugleuning rust. Het automati-
sche blokkeermechanisme laat voldoende be-
wegingsvrijheid op de stoel toe.
– Klik de tong (2) van de gordel vast in de
gordelsluiting (1).
– Controleer de spanning van de veiligheids-
gordel. De gordel moet strak op het lichaam
aansluiten.
Speciaal kenmerk bij machines met een
cabine (variant)
Als de machine is uitgerust met een cabine
(variant), is deze uitgerust met een cabine-
deursensor. Als de veiligheidsgordel niet is
vastgemaakt en de cabinedeur niet is geslo-
ten, is de rijsnelheid beperkt tot 4 km/h. De
melding
Sluit de cabinedeur of
doe de veiligheidsgordel om
verschijnt op het display.
OPMERKING
Er is een variant die voorkomt dat er met de
machine wordt gereden wanneer de cabine-
deur open is. De melding Cabinedeur
verschijnt op het display.
sluiten
Speciaal kenmerk bij machines met
HSR-veiligheidssystemen (variant)
Als de steun niet gesloten is, verschijnt de
melding
Sluit veiligheidssys-
op het display.
teem
122
56368011536 NL - 01/2021 - 05
Bediening