4
Voorzetapparatuur
Algemene instructies voor het be-
dienen van voorzetapparatuur
Voorzetapparatuur kan worden bediend via de
eerste vier hydraulische functies maar ook als
een variant via de 5e of 6e functie. De 5e of
6e functie wordt geactiveerd via een toets op
het bedieningselement en door het bedie-
ningselement te bewegen of via extra druk-
knoppen.
De bediening van voorzetapparatuur (variant)
is afhankelijk van de bedieningselementen
waarmee de machine is uitgerust.
Mogelijke uitvoeringen zijn:
Meerdere bedieningshendels
●
Meerdere hendels met 5e functie of 6e
●
functie (variant)
Dubbele minihendel
●
Dubbele minihendel met 5e functie (variant)
●
Drievoudige minihendel
●
Drievoudige minihendel met 5e functie (va-
●
riant)
Viervoudige minihendel
●
Viervoudige minihendel met 5e functie (vari-
●
ant)
Fingertip
●
Fingertip met 5e functie (variant)
●
Joystick 4Plus
●
Joystick 4Plus met 5e functie (variant)
●
– Zie de paragrafen over de betreffende be-
dieningselementen in dit hoofdstuk om
voorzetapparatuur te bedienen.
318
56368011536 NL - 01/2021 - 05
Bediening