6.
Toepassingen
Dit hoofdstuk bevat tabellen die een overzicht geven van de
vele verschillende toepassingen/bedrijfssituaties waarvoor
frequentieregelaars van Emotron geschikt zijn. Verderop
vindt u toepassingsvoorbeelden van de meest voorkomende
toepassingen en oplossingen.
6.1
Toepassingsoverzicht
6.1.1 Pompen
Doel
Drooglopen, cavitatie en oververhitting
veroorzaken schade aan de pomp en stilstand.
Er koekt slik aan de rotor wanneer de pomp
een tijdje op lage snelheid of stationair heeft
gelopen. Vermindert het rendement van de pomp.
Motor draait op hetzelfde toerental ondanks
variërende eisen m.b.t. druk/flow. Energie gaat
verloren en apparatuur wordt overbelast.
Inefficiënt proces vanwege bijv. een verstopte
leiding, een klep die niet volledig wordt geopend of
een versleten rotor.
Waterslag beschadigt de pomp wanneer deze
wordt stopgezet. Mechanische belasting in
leidingen, kleppen, pakkingen, afdichtingen.
6.1.2 Ventilatoren
Doel
Het starten van een ventilator die in de verkeerde
richting draait kan cruciaal zijn, bijv. een ventilator
in een tunnel in geval van brand.
Tocht laat een uitgeschakelde ventilator in de
verkeerde richting draaien. Starten resulteert in
hoge stroompieken en mechanische belasting.
Het regelen van druk/flow met behulp van kleppen
leidt tot een hoog energieverbruik en slijtage aan
apparatuur.
Motor draait op hetzelfde toerental ondanks
variërende eisen m.b.t. druk/flow. Energie gaat
verloren en apparatuur wordt overbelast.
Inefficiënt proces vanwege bijv. een verstopt filter,
een klep die niet volledig wordt geopend of een
versleten riem.
CG Drives & Automation 01-7491-03r1
Emotron FDU-oplossing
De pompcurvebeveiliging registreert afwijkingen.
Stuurt een waarschuwing of activeert een
veiligheidsstop.
Automatische pompspoelfunctie: de pomp
wordt met bepaalde intervallen op volledige
snelheid ingesteld en gaat daarna naar de
normale snelheid terug.
PID past de druk/flow continu aan het vereiste
niveau aan. De slaapfunctie wordt geactiveerd
als er niets nodig is.
De pompcurvebeveiliging registreert afwijkingen.
Er wordt een waarschuwing gegeven of er wordt
een veiligheidsstop geactiveerd.
Soepele lineaire stops beschermen de
apparatuur.
Geen dure gemotoriseerde kleppen nodig.
Oplossing Emotron FDU
De ventilator wordt op lage snelheid gestart om
de juiste richting en werking te garanderen.
De motor wordt geleidelijk afgeremd om voor
het starten compleet te stoppen. Voorkomt
doorgeslagen zekeringen en storingen.
Automatische regeling van druk/flow met behulp
van motortoerental zorgt voor een
nauwkeurigere besturing.
Motor loopt op dezelfde snelheid ondanks
variërende vraag naar druk/flow. PID past zich
continu aan het vereiste niveau aan.
De lastcurvebeveiliging registreert afwijkingen. Er
wordt een waarschuwing gegeven of er wordt
een veiligheidsstop geactiveerd.
Menu
411–419, 41C1– 41C9
362–368, 560, 640
320, 380, 342, 354
411–419, 41C1–41C9
331–336
Menu
219, 341
219, 33A, 335
321, 354
320, 380, 342, 354
411–419, 41C1–41C9
Toepassingen
67