11.2.2 Motor Data [220]
In dit menu voert u de motorgegevens in om de
frequentieregelaar af te stemmen op de aangesloten motor.
Dit is essentieel voor de regelnauwkeurigheid en voor
verschillende uitlees waarden en analoge uitgangssignalen.
Motor M1 is standaard geselecteerd en de ingevoerde
motorgegevens gelden voor motor M1. Als u meer dan één
motor hebt, dient u de juiste motor te kiezen in menu [212]
voordat u motorgegevens invoert.
OPMERKING 1: de parameters voor motorgegevens
kunnen niet worden gewijzigd in de Run-modus.
OPMERKING 2: de standaardinstellingen zijn voor
een standaard 4-polige motor op basis van het
nominale vermogen van de frequentieregelaar.
OPMERKING 3: parameterset kan tijdens run niet
worden gewijzigd als de parameterset is ingesteld
voor verschillende motoren.
OPMERKING 4: motorgegevens in de verschillende
sets M1 tot M4 kunnen worden teruggezet naar de
standaardinstelling in menu '[243] Default>Set'.
WAARSCHUWING!
Voer de juiste motorgegevens in om
gevaarlijke situaties te voorkomen en de
juiste regeling te waarborgen.
Motor Spanning [221]
Hier wordt de nominale motorspanning ingesteld.
221
Motor Spann
400 V voor FDU48
Standaard:
500 V voor FDU52
690 V voor FDU69
Bereik:
100-700 V
Resolutie
1 V
OPMERKING: de waarde Motor Spann wordt altijd
opgeslagen als een 3-cijferige waarde met een
resolutie van 1 V.
Motor Frequentie [222]
Hier wordt de nominale motorfrequentie ingesteld.
222
Motor Freq
Standaard:
50 Hz
Bereik:
20,0 - 599,0 Hz
Resolutie
0,1 Hz
CG Drives & Automation 01-7491-03r1
Motor Vermogen [223]
Hier wordt het nominale motorvermogen ingesteld. In geval
van parallelle motoren stelt u de waarde in als de som van
het vermogen van de motoren. Het nominale
motorvermogen moet binnen het bereik van 1 - 150% van
het nominale vermogen van de frequentieregelaar liggen.
223
Motor Verm
Standaard:
(P
) W, frequentieregelaar
NOM
Bereik:
1-150% x P
Resolutie
3 significante cijfers
OPMERKING: de waarde Motor Verm wordt altijd
opgeslagen als een 3-cijferige waarde in W van max.
999 W en in kW voor elk groter vermogen.
P
is het nominale vermogen van de frequentieregelaar.
NOM
Motor Stroom [224]
Hier wordt de nominale motorstroom ingesteld. Bij
parallelle motoren stelt u de waarde in als het totaal van al de
motorstromen van de aangesloten motoren.
224
Motor Stroom
Standaard:
(I
) A (zie opmerking 2)
MOT
Bereik:
25 - 150% x I
Motor RPM [225]
Hier wordt het nominale asynchrone motortoerental
ingesteld.
225
Motor RPM
Standaard:
(n
) rpm (zie opmerking 2)
MOT
Bereik:
30 - 35940 rpm
Resolutie
1 rpm, 4 sign. cijfers
WAARSCHUWING!
Voer GEEN synchroon
(nullast)motortoerental in.
OPMERKING: Max Toeren [343] wordt niet
automatisch gewijzigd als het motortoerental
verandert.
OPMERKING: het invoeren van een foutieve, te lage
waarde kan leiden tot gevaarlijke situatie voor de
aangedreven toepassing vanwege hoge toerentallen.
NOM
A
NOM
Functiebeschrijving
107