Tabel 13 Netvoedings- en motoraansluitingen
L1,L2,L3
Netvoeding, 3-fase
PE
Veiligheidsaarde (beveiligde aarde)
Motoraarde
Motoruitgang, 3-fase
U, V, W
Remweerstand, tussenkring
(DC-), DC+, R
aansluitingen (optioneel)
Afb. 46 Bedradingsvoorbeeld met aansluitingen voor aarding,
motoraarding en remweerstand
OPMERKING: De aansluitklemmen voor de
remweerstand en de DC koppeling zijn alleen
gemonteerd als de DC+/DC--optie of
Remchopperoptie is ingebouwd.
WAARSCHUWING!
De remweerstand moet zijn aangesloten
tussen aansluitklemmen DC+ en R.
WAARSCHUWING!
De aarde van de netvoeding moet voor de
veiligheid worden verbonden met PE en
de aarde van de motor met
CG Drives & Automation 01-7491-03r1
3.2.2 Motorkabels
Voor naleving van de EMC-emissienormen is de
frequentieregelaar voorzien van een RFI-netvoedingsfilter.
De motorkabels moeten ook zijn afgeschermd en
aangesloten aan beide zijden. Op deze wijze wordt een
zogenaamde "Kooi van Faraday" gevormd rond de
frequentieregelaar, de motorkabels en de motor. De RFI-
stromen worden nu teruggeleid naar hun bron (de IGBT's),
zodat het systeem binnen de emissienormen blijft.
Aanbevelingen voor het kiezen van
motorkabels
• Gebruik afgeschermde kabels volgens de specificatie in
tabel 14. Gebruik een symmetrische, afgeschermde
kabel; drie fasegeleiders en een concentrische of
anderszins symmetrische PE-geleider en een
afscherming.
• Gebruik hittebestendige kabels, +75 °C (167 °F) of
hoger.
• Zorg dat de afmetingen van kabels in overeenstemming
met de nominale stroomsterkte van de motor zijn.
• Houd de motorkabel tussen frequentieregelaar en de
motor zo kort mogelijk.
• De afscherming moet met een groot contactoppervlak
van liefst 360
uiteinden, op de motorbehuizing en de
frequentieregelaar-behuizing. Wanneer geverfde
montageplaten worden gebruikt, schraapt u de verf weg
om een zo groot mogelijk blank contactoppervlak op alle
bevestigingspunten voor zaken als zadels en de blanke
kabelafscherming te krijgen. Het is niet voldoende om
alleen te vertrouwen op de verbinding die door middel
van de schroefdraad wordt gemaakt.
OPMERKING: Het is belangrijk dat de motorbehuizing
hetzelfde aardpotentiaal heeft als andere onderdelen
van de machine.
• De litze-aardingsaansluiting, zie Afb. 48, is alleen nodig
als de montageplaat gelakt is. Alle frequentieregelaars
hebben een ongelakte achterzijde en zijn daarom
geschikt voor montage op een ongelakte montageplaat.
Sluit de motorkabels aan volgens U - U, V - V en W - W, zie
Afb. 37, t/m Afb. 45.
.
OPMERKING: De klemmen DC-, DC+ en R zijn
optioneel.
°
zijn aangesloten en altijd aan beide
Installatie
35