3.5
Thermische beveiliging
op de motor
Standaardmotoren zijn normaal uitgerust met een interne
ventilator. De koelingscapaciteit van deze ingebouwde
ventilator is afhankelijk van het toerental van de motor. Bij
een laag toerental zal de koelingscapaciteit voor nominale
belastingen onvoldoende zijn. Neem contact op met de
leverancier van de motor voor de koelingseigenschappen van
de motor bij lage toerentallen.
WAARSCHUWING!
Afhankelijk van de koelingseigenschappen,
de toepassing, het toerental en de
belasting kan het noodzakelijk zijn om
geforceerde koeling voor de motor toe te
passen.
Motorthermistoren bieden een betere thermische beveiliging
voor de motor. Afhankelijk van het ingebouwde type
motorthermistor kan de optionele PTC-ingang worden
gebruikt. De motorthermistor geeft een thermische
beveiliging onafhankelijk van het toerental van de motor, en
daarmee ook van het toerental van de motorventilator. Zie
2
de functies Motor I
t type [231] en Motor I
3.6
Parallel geschakelde
motoren
Is het mogelijk motoren parallel te gebruiken zolang de
totale stroom de nominale waarde van de frequentieregelaar
niet overschrijdt. Bij het instellen van de motorgegevens
moet met het volgende rekening worden gehouden:
De parallel geschakelde motoren
Menu [221]
moeten dezelfde motorspanning
Motor Spann:
hebben.
De parallel geschakelde motoren
Menu [222]
moeten dezelfde motorfrequentie
Motor Freq:
hebben.
Menu [223]
Voer de totale motorvermogenswaarden
Motor Verm:
in voor de parallel geschakelde motoren.
Menu [224]
Voer de totale stroom in voor de parallel
Motor Stroom:
geschakelde motoren.
Menu [225]
Voer het gemiddelde toerental in voor de
Motor RPM:
parallel geschakelde motoren.
Menu [227]
Voer de gemiddelde Cos PHI-waarde in
Motor Cos PHI:
voor de parallel geschakelde motoren.
52
Installatie
2
t stroom [232].
CG Drives & Automation 01-7491-03r1